Will and the People - 'Whistleblower'

Achtergrond

“This is for the people who feel it in their hearts”, staat er op de binnenkant van de hoes van dit derde album in evenveel jaar van Will And The People. Misschien hadden ze dit label beter aan de buitenkant gezet, want muzikaal laat dit viertal zich moeilijk vangen.

Will and the People - 'Whistleblower'



Iets wat hen duidelijk al wat kritiek opleverde, zelfs binnen het label, want in openingsnummer Formula schreeuwt Will Rendle het uit: “I’ve got my formula and I’m gonna keep it!”. In een moeite door maakt hij er een song van voor iedereen die zich wel eens misbegrepen voelt. Nochtans zullen wij hier ook af en toe de roede niet sparen.

Wat de formule van deze vier bleekneuzen dan wel is? Wel, gooi ska, reggae, pop en rock op een hoop en maak daar een eigen genre van. Soms zit er zelfs een vette klomp Anne Clark in, zoals in Shakey Ground. Wat Jim Ralphs hier uit zijn toetsen schudt is knap, maar de brug lijkt echt weggelopen uit Our Darkness.

Hierna komen we bij het sterkste deel van de plaat met het op de heupen mikkende Trustworthy Rock, het meeslepende Lay Me Down dat reggae en soul verzoent en het tedere I’ll Always Be There (Trust Yourself) dat Rendle schreef voor zijn ongeboren zoon.

Van Pear Shaped, een song geschreven op een tweedehands Casio, zijn we niet zo wild en Penny Eyes heeft wel een heel leuk refrein, maar is verder om snel te vergeten. Gelukkig trekt het antikapitalistische Plasters de plaat terug recht. Deze song klinkt geloofwaardig omdat Rendle hier zijn eigen levensvisie, die hij al aanhoudt sinds zijn tienerjaren, als onderwerp neemt. Alleen het doowop-koortje had niet gehoeven.

Ook in het oudje Jekkyl & Hyde leren we iets over de jonge Rendle, die het ondanks zijn antikapitalistische houding wel echt wilde maken in de muziek. Dat is ondertussen gelukt, maar niet dankzij dit soort van songs waarin hij swingjazz aan rock probeert te koppelen terwijl hij over de asbak van een rasta zingt.

Dat het nog erger kan, bewijst Cry Baby waarin Rendle plots klinkt als Matthew Bellamy van Muse, inclusief barokke gitaren en ook Mother Nature Kicks is geen echte hoogvlieger, maar de strijkers tillen het wel hoger dan de voorbije nummers en de spatjes funk en disco maken dat de band weer compleet anders klinkt.

Met de slot- en titelsong komt de band weer thuis en deze ode aan de waarheid trekt de plaat terug helemaal recht. Dus ook al probeert Will And The People af en toe melk en sinaasappelsap te mengen, toch is dit een plaat waarvan je altijd goedgeluimd wordt.

25 september 2014
Marc Alenus