#ToppopsWondereWereld - The Flying Lizards - Money (1979)
Op de Nederlandse kleuren-tv werden de toppers in “de hitpereet” en de vijf tips in de tipparade op wekelijkse basis door de excentrieke Ad Visser luidkeels bejubeld, terwijl ze door ons vanuit de woonkamer werden weggehoond. De liedjes waar wij warm van werden, waren altijd dat tikje "left of center". En eind jaren zeventig, begin jaren tachtig was daar de zogenaamde new wave, toen nog een heel breed amalgaam van "andere" artiesten, die plots op de buis kwamen en die een wonderlijke aantrekkingskracht hadden op ons, de zoekende snaken die intussen de vijftig zijn gepasseerd. Maar het was voor ons een belangrijke bron van muziekjes, dat Avro’s Toppop.
Zo minimalistisch als het klonk, zo zag het er ook uit. Experimentele deadpan-elektronica van The Flying Lizards, een Engels collectief onder leiding van Iers producer David Cunningham, die tussen 1976 en 1984 de wereld verraste met een onderkoelde mix van eigen nummers en covers, onstaan uit improvisatie met wisselende avant-garde muzikanten.
De eerste keer dat ze ons netvlies en oorschelp bereikten was in Avro’s Toppop, waar deze bijzonder weirde cover van de Barrett Strong-klassieker Money de revue passeerde en nog een behoorlijke hit werd ook. En waar velen vermoedden dat het om een eendagsvlieg of een alleenstaand project zou gaan, bleken de lp’s van Flying Lizards, die volgden, best de moeite van het aanschaffen waard, als je van dit soort gestoorde studiowave houdt. Vooral de twee eerste ('Flying Lizards' uit 1979 en 'Fourth Wall' uit 1984) zijn hebbedingen. Wij herinneren ons dat ook Marc Moulin op Radio Cité gecharmeerd was en het regelmatig in de playlist opnam.
Money bleef bijzonder populair en was doorheen de jaren ook gewild voor menige soundtrack ('The Wedding Singer', 'Empire Records', 'Charlie’s Angels', 'Lord Of War', 'Nip/Tuck', 'Life On Mars').