Tien jaar Editors' 'An End Has A Start'

RE:introducing

Met ‘The Back Room’ hadden Editors naam gemaakt. Tijd om dat te bevestigen met de opvolger. ‘An End Has A Start’ verscheen officieel zowat tien jaar geleden. Lees hier wat onze toenmalige recensent ervan vond.

Tien jaar Editors' 'An End Has A Start'

Het uitstekende debuut van Editors, ‘The Back Room’ uit 2005, werd uitgebracht onder een twijfelachtig gesternte. Enerzijds konden ze profiteren van de postpunkrevival die een jaar eerder onder impuls van vooral Franz Ferdinand en The Rapture op gang was gebracht. Anderzijds werd de groep, telkens Tom Smith zijn keelgat open sperde, afgeschilderd als een Interpol-spin-off. Een spin-off van een spin-off als het ware, want klinken de New Yorkers niet zelf als een kloon van Joy Division? Tijdens de uitgebreide wereldtournee die volgde op de release van het debuut, bewees Editors evenwel genoeg kwaliteit in huis te hebben om de postpunkhype te kunnen overleven.

Voor de opvolger van ‘The Back Room’, ging de band uit Birmingham in zee met producer Jackknife Lee, die eerder ook schoon volk als Bloc Party en Snow Patrol van een kamerbreed geluid voorzag. Bij het beluisteren van ‘An End has a Start’ wordt meteen duidelijk dat Editors onder impuls van Lee vooral aandacht heeft besteed aan het perfectioneren van zijn sound. De groep is ergens onderweg echter uit het oog verloren dat een uitgekiend groepsgeluid pas rendeert als het is gebouwd op een fundament van sterke nummers. Hierdoor is ‘An End has a Start’ een eenvormige, zelfs ietwat saaie plaat geworden, die teveel onderling inwisselbare nummers bevat.

Het gros van de songs drijft op dezelfde energiegolf die ook de prima single Smokers Outside the Hospital Doors voortstuwt. Nummers als Bones, An End has a Start en The Racing Rats bevatten alle kenmerkende elementen van de Editors-sound: plechtstatige, onderkoelde vocalen en loeiende gitaren die een één-tweetje opzetten met de opgefokte bombast van de ritmesectie. Elk van deze songs is met een Duits aandoende Gründlichkeit in elkaar gezet, maar we worden er eigenlijk koud noch warm van: te veel rede, te weinig passie. When Anger Shows laat nochtans horen dat de groep er, wanneer hij op zijn best is, wél in slaagt vorm en inhoud op elkaar af te stemmen. De zenuwachtig voortijlende drumbeat zit de sferische pianoklanken kort op de hielen, terwijl Tom Smith met een diepe doodgraversstem zijn persoonlijke demonen uitdrijft. Een ander hoogtepunt is het dynamische The Weight of the World, waarin dromerige passages worden afgewisseld met oorverdovende gitaarbombardementen.

Uit de onderwerpen die werden bezongen op ‘The Back Room’ (dood, sterven, heengaan en, euh … overlijden) viel op te maken, dat de jongens van Editors niet meteen vrolijke Fransen zijn. Zanger Tom Smith heeft in de tussentijd echter de liefde ontdekt en hij voelt blijkbaar de behoefte om de luisteraar deelgenoot te maken van zijn liefdesgeluk. Resultaat? Put your Head towards the Air, een larmoyante pianoballad die tekstueel het niveau van het gemiddeld tienergedicht niet overstijgt. Wat dacht u bijvoorbeeld van de volgende pakkende verzen: “Now don't drown in your tears babe / I will always be there / When you fall and you can't find your way / Push your hand up to the sky / I will run just to, to be by your side.” Nee, als Smith dan toch de aandrang voelt om de sentimentele toer op te gaan, dan vinden wij afsluiter Well Worn Hand beter geslaagd. We horen hoe Smith na de dood van een vriend, die omkwam bij een steekpartij, mijmerend over de desolate vlakte van zijn gedachten staart, terwijl een diepdroeve piano op de achtergrond met hem mee treurt.

De nieuwe alinea die Editors met ‘An end has a start’ aan zijn verhaal schrijft, is een degelijke herhalingsoefening geworden, zonder verrassende plotwendingen. De fans krijgen wat ze willen, maar wij hadden graag iets meer durf gehoord. Revanche op de zomerfestivals dan maar?

De originele recensie vind je hier terug.

15 juli 2017
Reinout De Pauw