The Lemonheads - 'Lovey' (30th Anniversary Edition)

The Lemonheads - 'Lovey' (30th Anniversary Edition)

Toegegeven, ‘Lovey’ is altijd in de schaduw blijven staan van het Lemonheads-doorbraakalbum ‘It’s A Shame About Ray’. Gekend verhaal: een hitplaat die de voorgangers doet vergeten. ‘Bleach’ (Nirvana), ‘Daydream Nation’ (Sonic Youth) en ja, natuurlijk ook ‘Gish’ van Smashing Pumpkins. Voorbeelden genoeg. En voor elk van deze voorbeelden geldt dat het album wel hits mist, maar tegelijkertijd ook rauwer, stoerder, jonger en meer uit het hart klinkt. Spreek ons nu maar eens tegen.

Enkel al daarom is het fijn om dertig jaar na datum ‘Lovey’ nog eens van onder het stof te halen. Want u weet natuurlijk goed genoeg dat Evan Dando nog altijd dé Indiegod numero uno is die de hormonen van elke rockbitch tussen dertig en vijftig verplettert. En u was het misschien vergeten, maar de manier waarop The Lemonheads leuke rocksongs weten te vervlechten met een ruige wall of sound, maar toch ook de tekstuele openhartigheid bieden, waar menig tienerhart van gaat bloeden, is en blijft uniek. En ja, natuurlijk vegen de guys from Boston ook de gepolijste voeten aan idiote strofe-refrein-dingen om een eigen muzikaal verhaal te vertellen, zoals Amerikaanse gitaarbands plegen te doen. En om de hormonenspiegel helemaal op te jagen, mocht dertig jaar geleden bij de openingstrack Juliana Hatfield nog hijgen en kreunen, terwijl Dando en co doorheen de latere jaren vele andere vrouwelijke krachten in wisten te schakelen. In de eigen woorden uit die bizarre, afsluitende radiostem parlando: “Gloria Estefan est un chiquita / Madonna est un senorita.”

We wijken af. Net als zijn nakomers wisselt ‘Lovey’ af tussen stoere rockers en softe ballads, punkrockers en kampvuurnummers, waarbij beide in feite naar elkaar toe groeien. Want lome songs durven plots ontvlammen en uptempo knallers plots uitdoven. Geen seconde verveling dus, maar ook met een fraaie eigenheid die bestaat uit de wat terneergeslagen, intieme zang van Evan Dando, die tegenover de quasi onophoudelijke wall of gitaarsound moet opboksen. Hard tegen zacht. Ruw tegen emotioneel breekbaar. En dan komen we uit bij de fantastische akoestische ballade Ride With Me, zonder twijfel in de top drie van de beste Lemonheads-songs ever.

En zo zijn er nog ongepolijste diamanten. Check de vertolking van Gram Parsons' Brass Buttons: sober en ontroerend, breekbaar op akoestische gitaar. Of dat fabuleuze The Door, dat met een minutenlange, zelfs ontdubbelde heavy gitaarsolo Guns ’n f***ing Roses naar de kroon steekt. Of die knallende hardrocksolo die Li’l Seed afsluit. Mannekes. Klasse. Klasse. Klasse.

Enkel delen we de opinie van fans en fetisjisten dat er blijkbaar toch iets misliep bij de remastering. Alsof de technici de oorspronkelijke plaat nooit beluisterden. Anno 2020 wordt dit album een soort van zweverige, hypermoderne plaat met breed uitwaaierende gitaren en moderne multisporenregisters die de ruige punk- en garagerock van destijds wanhopig proberen te updaten. Je zet toch ook geen glanzende wit-lederen zetels in een jarenzestig-VW beetle?

Maar kom, als gigantische troostprijs krijg je wel een fantastische live registratie van het Australische radiostation Triple J (in de “Live At The Wireless”-reeks) uit 1991. En dan bedoelen we terecht “fantastisch”. Met acht klassiekers die buiten de opnamestudio nog meer body en karakter krijgen, waaronder de Big Star-cover Nightime en een nog meer door de ziel snijdende versie van Ride With Me. Een rockend hart zou verdorie voor minder in overslag gaan.

20 december 2020
Johan Giglot