The Chills - 'Submarine Bells' / 'Soft Bomb'
De vele dagen thuis inviteerden ons de voorbije zes maanden om eens in de eigen platenkast te grasduinen. Zo herontdekten we ook The Chills. Toeval of niet, maar deze zomer werden ook twee van hun belangrijkste platen heruitgegeven.
Geen enkele stad ter wereld ligt verder van onze contreien dan Dunedin, Nieuw-Zeeland. Toch sijpelden hemelse popsongs als Pink Frost of Kaleidoscope in de pre-internet jaren tachtig tot hier door. Na het debuut op het lokale en legendarische Flying Nun Records label, werden The Chills in 1990 door een major opgepikt. De eerste twee releases uit die periode, ‘Submarine Bells’ en ‘Soft Bomb’ zijn nu dus opnieuw beschikbaar (via Fire Records).
Met ‘Submarine Bells’ leverden ze meteen ook het visitekaartje af bij MTV: opener Heavenly Pophit is een indie wereldhit die ons ook dertig jaar later nog steeds instant blij maakt, als die (heel zelden) eens op de radio voorbijkomt. Het probleem met zo’n hits is dat de rest van een plaat in de schaduw dreigt te blijven. Een beetje onterecht. Natuurlijk staan er op beide platen een aantal songs die intussen vervaarlijk de houdbaarheidsdatum dreigen te overschrijden, maar voor een song als Part Past Part Fiction zou de vroege R.E.M. ongetwijfeld een halve ledemaat veil gehad hebben. De aan Velvet Underground schatplichtige vibe in Singing In My Sleep staat ook nog altijd overeind in ons indiepopuniversum.
Twee jaar later opende Martin Philipps (feitelijk het enige constante bandlid van The Chills) opvolger ‘Soft Bomb’ alweer met een oorworm van een popsong, The Male Monster From The Id. Ook 'Soft Bomb' (1992) klinkt anno 2020 een beetje als een verzameling machtige tijdsdocumentjes, vermengd met gedateerde nummertjes uit tijden toen alles nog rustiger vooruit mocht gaan.
We verwachten niet dat deze re-issues in de eindejaarslijstjes gaan opduiken, maar laat het een goeie reden zijn om die oude platen of cd’s van The Chills nog eens van onder het stof te halen. Of om je platenkast aan te vullen met vergeten doch (h)eerlijke indierock uit de periode net voor de grunge losbrak en alle gitaren plots harder, sneller en sterker (maar niet noodzakelijk beter) moesten gieren.