Stevie Ray Vaughan - Vallende ster

Achtergrond

Optreden in de Alpine Valley Music Theatre naast Eric Clapton en vervolgens per helikopter naar Chicago. Zo stond het wellicht ongeveer onder 26 en 27 augustus 1990 in de agenda van Stevie Ray Vaughan. Het Texaanse gitaarwonder, ontdekt door David Bowie en sindsdien verantwoordelijk voor de heropflakkerende bluesbusiness, zou echter The Windy City nooit bereiken. Zijn helikopter stortte neer en Vaughan overleed, net als de piloot en drie medepassagiers, ter plekke.

Stevie Ray Vaughan - Vallende ster



Op een zekere zaterdag kwam mijn vader thuis met de film 'From Dusk Till Dawn'. Niet dat de man een groot fan is van Robert Rodriguez of vampierenfilms. Au contraire. Zijn fascinatie had alles te maken met de soundtrack: Wanneer George Clooney samen met zijn virtuele broer Quentin Tarantino in de Titty Twister binnenmarcheert, een Mexicaanse tettenbar, zet Mexicaanse zanger/gitarist/acteur Tito Larriva net Mary Had A little Lamb in. Oorspronkelijk geschreven door Buddy Guy, maar vooral ook één van de grootste hits van Stevie Ray Vaughan, 's man's allergrootste muzikale held.

Het is meer een voorbeeld van hoe hard de Texaan met de eeuwige hoed zijn fan tijdens zijn veel te korte loopbaan wist te begeesteren. In tegenstelling tot de meeste iconen had hij zelfs de muzikale trends tegen. Toen Jimi Hendrix opkwam, had hij meteen een hele hippiegeneratie achter zich, Kurt Cobain profiteerde dan weer van het gunstige klimaat voor grunge begin jaren negentig. Vaughan daarentegen bracht klassieke blues à la BB King, Buddy Guy en Eric Clapton terug in een tijdperk waarin de synthesizers hoogtij vierden en zelfs de rockers zich vooral bezighielden met zuipen en grieten versieren, liefst in opzichtige make-up en stretchbroek met luipaardprint.

Dat de jonge Vaughan nota bene een carrière wist uit te bouwen, had hij voornamelijk te danken aan David Bowie. Die hoorde op het Montreux festival in 1982 de band Double Trouble en vroeg prompt de jongste van de Vaughanbroers om mee te werken aan zijn nieuwe album ‘Let’s Dance’. Een jaar later volgde dan ook zijn eerste solo-album ‘Texas Flood’ met, naast de titeltrack (een cover van Larry Davis), andere hits zoals Pride & Joy en het eerder genoemde Mary Had A Little Lamb.

De ster was gelanceerd en op 20 september 1986 hield Vaughan met Double Trouble, dat intussen hervormd was tot zijn begeleidingsband, halt in de Brielpoort in Deinze. "I feel like shit", wist de Texaan in het begin van het concert te melden. Als grote fan was mijn vader uiteraard ter plekke. Hij zag zijn idool gaandeweg helemaal ontbolsteren tot die naar het einde toe een "I feel much better already. Thank you", liet horen. Het bleek een teken aan de wand. Enkele weken later werd de rest van de tour geannuleerd en Vaughan liet zich opnemen omwille van zijn drank- en cocaïneverslaving.

Het dieptepunt in het leven van de jonge gitarist zou te maken hebben gehad met zijn toenmalige echtgenote Lenora Bailey, met wie hij eind '79 tussen twee concerten in spontaan was getrouwd. Terwijl Vaughan toerde, zou Bailey regelmatig minnaars en drugs hebben laten aanrukken. Vrouwlief zou daarna systematisch weigeren haar echtgenoot te bezoeken in het afkickcentrum. Wie wel regelmatig op bezoek kwam in de London Clinic for substance abuse was Janna Lapidus, een in Rusland geboren vriendin die hij tijdens een tour in Nieuw-Zeeland had leren kennen. Vaughan zou in de jaren daarop naar het model verwijzen als zijn verloofde. Een herboren Stevie Ray Vaughan zou in de zomer van 1988 opnieuw Europa doorkruisen en deed ook het bluesfestival in Peer aan.

De jaren tachtig passeerden en rock werd door enkele cultbands uit de omgeving van Seattle terug met beide pootjes op de grond gezet. Vaughan bleef naar aloude gewoonte de blues prediken en bleef regelmatig optreden met genregenoten zoals Buddy Guy en Eric Clapton de dagen vlak voor die noodlottige 27 augustus. Hij bracht niet alleen grote namen zoals BB, Albert en Freddie King onder de aandacht, maar ontwikkelde zichzelf ook tot grote inspiratiebron voor een heel nieuwe generatie van gitaristen. Onder zijn vele die hardfans tel je namen als John Mayer, Mike McCready, Joe Bonamassa, mijn vader en mezelf. Zeker weten!

27 augustus 2015
Nic De Schepper