SPOT op de meest beloftevolle, Scandinavische bands

Achtergrond

Deze week week verplaatst daMusic zich voor een paar dagen naar Aarhus, Denemarken voor het showcasefestival SPOT. The Bear That Wasn't rijdt er met zijn fiets heen, maar ook 2 andere Belgische bands, Dez Mona en Madensuyu, komen er hun ding doen en moeten mee zorgen voor de internationale kruisbestuiving. De internationale bands die INTERSPOT mee kleur geven zijn eigenlijk echter niet meer dan een kanttekening tijdens deze 3-daagse. SPOT is vooral een klankbord voor beloftevolle Scandinavische bands en daarom grasduinden wij op voorhand al even snel in het uitpuilende programma. Kwestie van door het bos de bomen te zien.

SPOT op de meest beloftevolle, Scandinavische bands



Op zaterdag staat het Deense Striving Vines geprogrammeerd. Door de stevige, up-tempo pop en de rijke en verfijnde stem vormt het viertal zowat het Scandinavische antwoord op Travis, Keane of Athlete. Op hun debuutalbum 'Can't win them all' staan alvast enkele bijzonder mooie songs zoals Circles en Somewhere I Used To Fly, en de toonvastheid en muzikale afwerking doen ons vermoeden dat dit live wel eens zeer smakelijk zou kunnen zijn. Uit Denemarken noteerden we ook Surf in Stereo. De jongens hadden hun plaatje eigenhandig onze brievenbus ingegooid en daarop staat een pittige combinatie van rock, tropical en jazz. Dat de band lak heeft aan enig respect voor genres is niet zo uniek, maar dat ze erin slagen uit te monden in een mooi uitgebalanceerd geheel is niet zo alledaags. In 2009 won het trio de prijs voor "Young Jazz" en ook hun debuutalbum met liveopnames en plaats voor improvisatie overtuigden ons om te stellen dat de band live heel wat in haar bounty heeft.

Zijn er ook vrouwelijke stembanden te horen op SPOT? Jazeker. Betting On The Mouse, alweer uit Denemarken, is de band rond de nobele onbekende Martha Marie Skou. Stemgeluid en muziekstijl zullen fans van Cat Power zeker kunnen bekoren. Pirates On The Phone is een slepende song met dramatische pianoakkoorden en een stem die heel wat koude rillingen naar boven laat komen. Af en toe krijgt haar muziek zelfs een episch randje, getuige het gitaarwerk in Desert Of Wasted Plans. De gelijkaardige stem in gedachten is Betting On The Mouse de dramatische, eigenzinnige en volwassen versie van datgene wat Intergalactic Lovers in België probeert te doen. Het lijkt ons een kwestie van tijd vooraleer de contactgegevens van de band (bettingonthemouse@gmail.com) iets professioneler worden.

In hetzelfde rijtje slepende, melancholische pop, noteerden we ook Chimes & Bells uit Kopenhagen. De sound ligt ook stilletjes te knuffelen met Sinead O'Connor en de sfeer ademt een langgerekte, wat mysterieuze en minimale spanning uit die bijvoorbeeld ook The Doors uitspeelden.

Dat er in Denemarken heel wat moois gebeurt in de indiemarge, bewijst ook CODY. Hun eerste langspeler 'Songs' is het alvast waard tussen platen van Devastations, The National (waarmee ze trouwens tourden), Sophia of de Belgische slowcore van Krakow te staan. De plaat vindt een perfect evenwicht tussen eenvoud en melodieuze harmonie en stevige uitbarstingen. Het resultaat is een straf debuut. Cody? Onthouden die naam.

Nog meer Deens geweld horen we bij When Saints Go Machine. De muziek hangt ergens tussen Faithless (Fail Forever) en Massive Attack (You Are The Gang) en de wat nasale stem doet denken aan Anthony van Anthony en zijn Johnsons. U begrijpt, deze band is lang niet zo goed als haar referenties, maar wel aardig op weg om er iets van te maken.

Elektronische knutselwerkjes vinden we dan weer terug bij Tone. Een nummer als My Mind Exploded doet ons een beetje denken aan wat we tUnE-YarDs hoorden doen op haar debuutplaat, maar het Afrikaanse randje hebben de Denen er vanaf geschraapt. De lo-fi klinkende geluiden, rhodespianootjes, drumsamples en de knisperende stemmetjes (CocoRosie is niet gek ver weg) creëren zo een noordelijk sfeertje dat aansluit bij het Ijslandse Múm.

Van hetzelfde laken krijgen we een pak bij het Zweedse The Tiny, dat ondertussen al enige bekendheid verwierf. Ook al is hun muziek iets minder experimenteel, ze is daarom niet minder verstild. Wie Ane Brun een hart toedraagt, zal hiervan zeker ook kunnen genieten.

Voor indiepop zullen we ons ten slotte op vrijdag naar The Rumour Said Fire moeten begeven. Vocale harmonieën en akoestische gitaren maken het tot een up-to-date geluid (samenzang lijkt tegenwoordig een conditio sine qua non voor al wie wat pop in de marge wil maken (Fleet Foxes, Isbells, Clap Your Hands Say Yeah, Mumford & Sons)) en de nummers zelf blijven ook snel in het hoofd plakken.

Niets dan goed nieuws dus. SPOT belooft alvast een avontuurlijke ontdekkingstocht te worden. Wij houden u op de hoogte en zijn alvast blij terug wat bomen te zien.

22 mei 2010
Mattias Devriendt