Schemerzone #4

Schemerzone #4

Schemerzone #4 selecteert vrij uit kwalitatief alternatiefs van de afgelopen maand september. 

Maus Cats Alert: John Maus heeft een nieuwe plaat, en ze klinkt zowel vertrouwd als op punten vernieuwend. De altpop-cultmuzikant was afgelopen jaren voorwerp van oplopende discussies, als zou hij het Capitool mee hebben willen inpalmen (fake news: hij was in de buurt met een bevriend documaakster, zich richtend op een complotdenker en wilde zich een beeld vormen van de protesterende groep, maar vertrok voor het tot bestorming zou komen; Maus houdt ook niet van geweld) of pro-Trump zou zijn, wat niet helemaal klopt. Hij steunde diens campagne wel nog in 2020, maar evengoed die van Bernie Sanders en de Democraten, vooral betreurend hoe de Democraten Bernie bekampten. Het illustreert een invloed die Alain Badiou, post-Marxistisch docent-filosoof op Maus had als latere doctor in politieke wetenschappen: misschien kunnen sommige waarheden wel naast elkaar bestaan - los van leugens en feitelijk tegensprekelijks, natuurlijk. Op de dag van de bestorming van het Capitool postte hij ook een quote van paus Pius XI: “Wie natie, bloed of bodem verafgoodt, staat haaks op het ware goede”. Op eerder werk was er al wel plaats voor, maar na het verlies van zijn broer en een huwelijkscrisis werd religie een stuk belangrijker voor Maus. Niet als een bron van sluitende antwoorden, maar als kanaal voor connectie met het mysterieuze. Als links, tegelijk religieus gevoelig denker, gelooft Maus als voormalig punker verder ook niet dat neoliberale instituties nog lang zullen overleven.

Vreest echter niet, gij allen. Hoe filosofisch en maatschappijkritisch Maus ook is, zijn teksten blijven kernachtig en daardoor niet zelden enigszins mystiek en invulbaar. Ze blijven ook gedragen door goeddeels rudimentaire instrumentatie: een basic drumcomputer tikt de maat, de bas (g)rolt meer dan tevoren en glimmende eightiessynthlijnen kronkelen doorheen de teksten. Alleen is de grondtoon ietwat lager en neigt de valiumelektropop van vroeger iets vaker naar darkwave met een vaker ook trager ritme. Maus is geen tafelspringer meer en schudt het hoofd eerder zijwaarts dan op en neer. ‘Later Than You Think’ draait dan ook rond thema’s als rouw, persoonlijke transformatie, (on)gerechtigheid, natiepolitiek en religie. Met als nieuwigheid ook de instrumentale interrupties doorheen een paar nummers. Doorheen het sloganeske I Hate Antichrist (staand voor alle buitensporige machtsfiguren) flitst een streep metal en een elektroshock scheurt Losing Your Mind doormidden. Adorabo is expliciet op Gregoriaanse zang geïnspireerd en het al even kerkelijke Theotokos herinnert aan een tijd waarin de kernvraag was of Maria ook moeder kon zijn van God. Let The Time Fly klinkt nog meer als een psalm van een duister kerkgenootschap. Ceux Qui Sont Ici Sont d’Ici – een quote van Alain Badiou, later creatief gekaapt door Walter Swennen - is ook een uithaal naar etnisch gerichte politiek.

Deze tiende is geen vrolijke plaat. In het consistent donkere wavey sfeertje vindt wie vatbaar is voor een moeilijk tastbaar, soms wat dreigend-aanwezige het-slechtste-moet-nog-komen-gevoel een muzikale geestesgenoot, terwijl er vanuit de eenvoud in aanpak, badend in galm, ook een typerend gevoel voor ironie in doorloopt. Die culmineert in het afsluitende Hallelujah: wie al zag hoe sommige fans Maus adoreren, zal een lichte glimlach niet kunnen onderdrukken bij komende live uitvoeringen ervan.  

Met ‘Polygon’ evoceerde de Kazachstaanse Galya Bisengalieva persoonlijke indrukken in en rond de verlaten nucleaire testsite Semipalatinsk, erfenis van een grauw Sovjetverleden. Grauw, ook in die zin dat bijvoorbeeld omwonenden actief werden gepord de paddenstoelwolken te bekijken na inslag van kernbommen of dat men wachtte voor een zware kernproef tot men zeker wist dat de wind over een grote stad en over graasgronden van nomaden en hun vee zou waaien. Ook een ruim regiment soldaten werd er eens heen geloodst om dan stiekem medische data te verzamelen. De thematische aanpak op zich was niet nieuw voor Bisengalieva als innovatieve componiste-violiste. Eerder al maakte ze een plaat over de historische krimp van het Aralmeer en eromheen levende gemeenschappen. Net zoals die plaat een remix kreeg, volgt nu ook ‘Polygon Reflections’, waarvoor een keur aan inventieve elektronische artiesten werd uitgenodigd. The Bug bijvoorbeeld plaatst Alash-Kala onder hoogspanning en toont zich even de John Zorn van de elektronica, Hatis Noits geeft als vertrouwd een aparte vocale invulling aan Saryzhai en KMRU drenkt Galya’s viool in een reflectief dronebad. Een Kazaks remixer verslaat het leven van een eenzaam streekbewoner, Lucy Lyiou gaat zacht-orkestraal aan de slag met Sary-Uzen, Hinako Omori trekt die lijn treffend door met Balapan en Alva Noto versmelt Sary-Uzen en Degelen in een innovatief-neoklassieke, dramatische matrix. Niet alleen de originele, maar ook de remixplaat weet daarmee een passende "sense of place" uit te drukken.

Explicieter nog als geluidsdocumentaire is Lawrence English' ‘WhiteOut’, dat steunt op eigen opnamen op Antarctica uit 2010. Hij spendeerde, op uitnodiging, een tijdje op en nabij het Antarctisch schiereiland, waar een paar Argentijnse onderzoeksbases zijn gevestigd, zoals op Seymour Island, als eerste tussenstop, en noordwestelijker, bij Hope Bay. De gevolgen van klimaatverandering zijn erg zichtbaar in die regio, met het deels smelten van intussen zevenentachtig procent van de gletsjers. Sommige kustzones worden er geleidelijk groen, terwijl de grootste ijskap ter wereld zich in het binnenland nog opbouwt: ook klimaatverandering is een complex verhaal. De plaat is opgedeeld in drie delen volgens omgevingstype: het genoemde "bevolkte" deel van het continent (met allemaal tijdelijke bewoners, veelal onderzoekers), het open hinterland ervan, en de door rijke fauna bewoonde kustwateren. Dat versterkt bij iedere luisterbeurt natuurlijk de indruk van een tocht richting pure natuur, al vreet de mens ook in fysieke afwezigheid aan die schoonheid, tastbaar wanneer een stuk gletsjer krakend in de baai zinkt in The Collapse, onder trillende roep van zeeluipaarden (volgens recent onderzoek zou hun communicatie naar patronen en timing erg vergelijkbaar zijn met kinderliedjes).

Er is hoorbaar veel zorg besteed aan de klankkwaliteit met zowel inzet van hoogwaardig opnamemateriaal als goed gekozen lokaties. De veldopnamen vingen er sprekend de weidse dimensies van het landschap, met geluiden veraf en dichtbij, aanvankelijk nog onder een cirkelende Hercules, waarmee English werd overgevlogen. Na verlaten van de onderzoeksstations volgen ruiswinden langs smeltstromen en eens de kustwateren verkennend, voorbij groepjes piepende pinguïnkuikens, beginnen orca’s onderlinge gesprekken en Kerguelenzeeberen vocale gevechten om territoria en harems. Ook allerlei vogels voegen vrije noten toe, net zo terughoudend geregistreerd en vloeiend opgaand in een boeiend document rond het Stille Continent, dat in beperkte oplage nog wordt begeleid met een klein fotoboek.  

Nog op het overigens hyperactieve Room40, een tweede heruitgave van Ben Frosts tweeëntwintig jaar oude ‘Steel Wound’. Opgenomen bij een uitkijkpunt bij het Australische Victoria, vibreert de Fender Twin aanvankelijk dronend als trillende lucht boven een zomers verhitte horizon, om halfweg - …I Lay My Ear To Furious Latin - bijna onmerkbaar, over te gaan in een chilling soundscape, waarna indiezangeres Sarah-Jane Wentzki met mooi timbre een snedige gitaar aanvult in het samen geschreven You, Me And The End Of Everything. De plaat staat in die zin een beetje op zichzelf in Frosts werk, dat ze met een panoramische blik afstand nam van zijn tot dan door veel cut-ups en gesamplede strijkers en piano getypeerde werk. ‘Steel Wound‘ biedt zo vooral plaats voor verkenning van densiteit, intensiteit, distortie en harmonie doorheen gelaagde reverbed gitaarlijnen, ook in een open compositie als in het titelnummer of veel rustiger in het meer dramatische Last Exit To Brooklyn. Labelbaas Lawrence English kleurt geregeld bij met field recordings.  

Igor Yalivec en Sergio Berry zijn twee Oekraïeners, uit Dnipropetrovsk, een regio die sinds afgelopen voorjaar ook al niet meer veilig is voor Poetins retro-imperialistische klauwen en raketten. Samen vormen ze Gamardah Fungus, en leveren ze een mooi ambient album voor WhiteLabRecs. Je zou denken: bij oorlog is ambient maken wel een laatste optie, maar de mannen dreven op een gevoel van innerlijke nood, creatief en spiritueel, in omgang met de langdurige dreiging rondom. ‘Trees and Roots’ richt zich ten volle op wat vrijwel een constant element was in hun werk tot dusver: liefde voor natuur, de natuurlijke omgeving, en mystiek. Zo integreerden ze in vrijwel elke plaat totnogtoe field recordings uit allerlei streken in Oekraïne, en gaven ze hun samenwerking welbewust de gekozen naam. Schimmels reiken ver en diep, spelen vaak een rol in alchemie en mystiek, zoals ook Gamardah een begrip is uit de alchemie, als term voor een mystieke stof. Voor ‘Roots and Trees’, dat ze als een vervolg op ‘Herbs and Potion’ (uit 2016) zien, stelden ze bomen en struiken centraal die behalve in natuurlijke zin ook betekenis hebben in heidense en mystieke zin. Het heidendom is trouwens al heel lang aanwezig in Oekraïne: nog altijd zijn er groepen die het centraal stellen, ondanks de brede kerstening in 988. De gegeven tracktitels zijn vooral symbolisch, als doordruk van het belang dat bomen hadden voor de historische bevolking, zonder daarom muzikale vertolking te geven aan iedere soortspecifieke mystieke betekenis, gebruik of vorm ervan. Wel voegden ze er bewust field recordings aan toe, gedurende vele jaren opgenomen in de West-Oekraïense Karpaten, waarbij cicaden, kevers en algemene bosgeluiden korrel en kleur toevoegen aan de flow. Ook het geluid van dooreengeschudde bladeren, takjes en sparrentoppen, of van getik met stenen of schelpen werd met speciale sensoren opgenomen, en er al dan niet na delay of reverb occasioneel aan toegevoegd, zoals ook fysieke manipulaties van gitaren in combi met pedals werden gesampled als vorm van experiment. Voor later denken ze nog aan een dark jazz-plaat, waarin ze vast ook nog wel invloeden van Stockhausen zullen verwerken als één van hun inspiratoren, naast bijvoorbeeld Fennesz en Bohren & der Club of Gore. Verder beperkte het duo zich studiogewijs tot gebruik van de OP-1 en een modulaire Eurorack, zonder softwarematige postproductie of plugins. Wie wil kan overigens Yalivecs aparte Youtube- en Bandcamp-kanaal met exploraties van de Eurorack volgen, waarbij een aantal tracks ook rond planten of sterrenbeelden draaien. ‘Roots and Trees’ is een mooie introductie tot licht melancholische ambient met gevoel voor mystiek, zonder slap new age-gevoel.

The Guardian benoemde haar eerder als radicale neo-middeleeuwse muzikante, maar op haar nieuwste richt Laura Cannell zich op een geluid tussen Britse renaissancemuziek, neoklassiek en ambient in. Tot nu onbekend terrein dus, dat ze voor ‘The Visible Light Of Other Worlds’ vooral met een baritonviool exploreert, één octaaf lager gestemd dan klassieke violen en daarom weleens als een cello light klinkend. Waar ze een overstrijkviool of basblokfluit toevoegt komt experimentele folk in het vizier, ook al met enig gevoel voor mysterie, en de gevleugelde zang in Dark Dune Fields als hoogtepunt daarin.

Ø is het bekendste alias van Mika Vainio, die eerder met Ilpo Väisänen het Pan Sonic-duo vormde, een referentie in elektronica voor stofvrije laboratoria. Daarnaast ging hij ook samenwerkingen aan met ondermeer Carsten Nikolai, Michael Gira en Alan Vega, een stapje dichter bij zijn eerste jaren in industrial noise, al hield hij ook van de Jamaicaanse reggae van nu zo’n zeventig jaar geleden. Wie hem beter kende wist dat hij langere tijd leed aan een drankprobleem en depressies. ‘Sysivalo’ –‘sinister licht’ in het Fins- is een door Vainio’s laatste partner Rikke Lundgreen afgewerkte versie van zijn laatste plaat, waaraan al drie jaar was gewerkt toen Vainio in 2017 van een Franse klif stortte. Het werk ademt een doorlopend sinistere sfeer, met niettemin veel ruimte, alsof je in brede onderaardse gangen wandelt: geen claustrofobische kruiptocht dus, maar met twintig korte tracks zoeklichten werpend op ondergrondse sporen van minimalistische drones, expansieve dark ambient en broeierige musique concrète. Beats zijn er zelden, sfeer volop. Naar verluidt zou hij het slotnummer zijn beste compositie hebben gevonden.

Gab_i (Kopenhagen) en GATELESS (Amsterdam) dopen het Amsterdamse glinted-label met ‘Glinted 01’. Elk tekenen ze voor de helft van drie kwartier alternatieve elektronica, waarbij Gab_i zich ietsje meer op exploratie van diepere texturen richt, en GATELESS wat meer op abstracte ritmes focust. Leidend tot ondermeer lo-fied spacescapes (June (Unvoiced), Missing Are My Two Hands en In Light), late night elektroakoestiek (GtoX) en dub ambient met flou artistique (Outer Rail).

Na 25 jaar kronkelwegen doorheen de dance, komt Domu met ‘Them Things’ weer een beetje thuis bij 2000BLACK, waar het allemaal begon voor hem. Speelse beats met sfeervolle keys in het titelnummer ruimen plaats voor afro met losse swing in A Madness, afgerond met een slomere 100 bpm onder diepere jazzy toetsen (Not Him Again).

Circus Company France pakt uit met Flabbergasts ‘Weirdo Active’, een tweetracks-ep waar Guillaume Coutu-Dumont en Vincent Lemieux intussen tien jaar samenwerking vieren. Als duo gelanceerd via het MUTEK-label, sluiten ze vrijwel geen enkel genre uit. Op hun meest recente lp werden jazz, deviante world-invloeden, IDM en ambient samengebracht, maar ditmaal sluiten ze vooral minimal en deep house in de armen voor Timecrowave en het door filters, minimale bas en vervolgens silly vocal sample gedragen Serpentoute. Digitale extra Meat On Bone heeft met cosmic funky en tribal elementen ietwat meer vlees rond de botten; verderlichte tribal kleurt de ook al anorectische house van Tiou de Checheu verder bij.

16 oktober 2025
Mario De Block