#RickenbackerRules - The Jam - Funeral Pyre (1981)

#RickenbackerRules - The Jam - Funeral Pyre (1981)

De Rickenbacker, die prachtige, Amerikaanse semi-akoestische gitaar met de ronde vorm in vintage kleuren die zowel in zessnarige als in twaalfsnarige vorm menige rock-'n-rollklassieker zo typische inkleurde. Er zijn er zoveel dat het niet bij één week kon blijven. En dus gaan we twee weken lang de hort op met songs, ingespeeld met die fantastische gitaar.

Mods en Rickenbackers, altijd al een goede match geweest en van de tweede generatie mods was vooral Paul Weller een Rickenbacker-promotor eerste rang, want van het eerste voorschot van de platenfirma in de late jaren zeventig kocht hij zoveel Rickenbacker als hij zich kon veroorloven. En hij is ze blijven koesteren.

Maar Weller zou Weller niet zijn als hij er niet een uitgesproken opinie op na zou houden: “They’re great guitars, man, but they’re also sort of one-dimensional. They’re great for certain things, but they’ve really only got one sound to them. Yes, it’s a great sound, but probably the reason I stopped using them is because I wanted something with extra tones and dimensions to it. But I originally got into Rickenbackers for the same reason as a lot of people -- all my heroes used them. From Pete Townshend to The Beatles. And they look amazing, don’t they?”

Intussen heeft hij het grootste deel van zijn collectie verkocht en resten er nog een tweetal: “Some I gave away, some got smashed, maybe some got stolen somewhere along the line. But I’ve kept a couple. I kept the first Rickenbacker I ever got, a little short-scale John Lennon-type model. And I’ve got a couple of twelve-string models, which are really nice, and I’ve got a Pete Townshend model, which Pete gave me a few years ago. But that’s about it.”

Altijd lastig kiezen voor een nummer van The Jam, maar we gaan vandaag voor een iets minder voor de hand liggend exemplaar. Funeral Pyre was de dertiende single van The Jam, uitgebracht in mei 1981, met op de B-kant een cover van The Who, Disguises. De song haalde een vierde plaats in de Britse hitlijst, maar overzee kwam hij amper van de grond. Onterecht overigens.

Het is ook één van de zeer zeldzame co-writes van de groep, waarbij alle drie de leden auteursrecht konden claimen. Gestart als een studiojam van drummer Rick Buckler en bassist Bruce Foxton, waarbij Paul Weller, zeer atypisch, pas later volgde. Niet op een lp geraakt, maar uiteraard wel op de sublieme singlecompilatie ‘Snap’ uit 1983.

9 februari 2021
Laurens Leurs