Prog Britannia deel 1: Captain Frost* leidt de troepen
Achtergrond
Een parodie op de vaderlandse hymnen uit WOII. Britse humor met de stiff upper lip. Het eerste concert van Frost* op Amerikaanse bodem gaat van start met de nodige 'Pomp and Circumstance'. Ja, ceremoniemeester Jem Godfrey weet het publiek van Philadelphia meteen in te pakken. De boodschap is helder: Prog Britannia rules the waves.

Maar dit keer kwamen ze met het vliegtuig. John, John, Jem, Dec en Nick, voor het tekstboekje poserend in het uniform van de Royal Air Force. Drummer Nick D'Virgilio (Spock's Beard) is weliswaar van Los Angeles en valt in voor Andy Edwards. Voor de rest is dit de vaste band, met kleppers John Mitchell (It Bites, Arena), John Jowitt (IQ, ark), Dec Burke (Darwin's Radio en nu solo) en natuurlijk toetsentovenaar Godfrey. Vroeger bekend als popproducer, weet Godfrey hoe je een pakkende song moet schrijven. Frost* laat sinds 2006 (het debuut Milliontown) een frisse wind door Progland waaien, met hun knappe arrangementen.
Zonder overdrijving kun je stellen dat Frost* symbool staat voor een nieuwe lichting die van de Britse eilanden komt overwaaien. Ondanks het eigen geluid staat de band in een veel langere traditie, die startte in 1969 met 'In The Court of the Crimson King', het revolutionaire debuut van Koning Karmozijn. In de eerste helft van de seventies kon men naar hartelust experimenteren in albumformaat. Yes, Genesis, ELP en Pink Floyd verkochten miljoenen elpees zodat men nu spreekt van een "Golden Age of Prog". Groepen als Marillion en IQ hielden het vuur brandend en met succes: de "Silver Age" of Neo-Prog betekende in de jaren tachtig en negentig een doorstart voor het genre. Zonder Marillion was er vandaag vermoedelijk geen renaissance, en geen Frost*.
Het triple live album 'The Philadelphia Experiment' (Cube Records, 2010) brengt een verzameling klasbakken uit het debuut en de nog sterkere tweede schijf 'Experiments in Mass Appeal' (2008). Knap hoe men van bij de start de zaal inpakt. Maar het instrumentale Hyperventilate is dan ook de signatuurmuziek van de band geworden. Een wervelwind van toetsen en gitaarsolo's. De hoogtepunten volgen elkaar op cd 1 in een vliegende vaart op, met eretekens van Hare Majesteit voor Falling Down, een melodie die langzaam open bloeit en een afwisselend slepend en modern ritme, en het energieke Dear Dead Days; met zijn pompende klavieren steekt Godfrey zelfs Rick Wakeman naar de kroon.
De tweede cd lijkt wel bedoeld voor de gevorderde fans. Eerst het ruim 26 minuten durende Milliontown, en afsluiten doet dit schijfje met de gloednieuwe studiotrack The Dividing Line. Meteen valt het broeierige ritme op. De band pakte hier al mee uit op 'Experiments'. De vele tumultueuze wendingen doen de aandacht nergens verslappen. De dvd met ondermeer een persoonlijk dagboek voegt ten slotte weinig toe; Godfrey is een grapjas, maar op dit domein blijft Wakeman wél zijn meerdere.
Het contrast tussen het moderne geweld van Godfrey c.s. en Mother Black Cap is groot. Dit kwintet uit Norfolk brengt semi-akoestische Prog-folk; de 21ste eeuw wijkt hier voor een traditioneler, haast pastorale inkleuring. Al is de overdracht naar de luisteraar geen onverdeeld succes. Het debuut 'The English Way' (Cyclops Records, 2010) bevestigt eerder de clichés van het genre: dit smaakt naar lauw bier bij een cricketwedstrijd. Zelfs de eclectische aanpak in songs als Child of Our Time overtuigt niet. Soms geraakt de lont in het kruitvat, als in het afsluitende titelnummer het tempo wordt opgedreven.
Maar toch, dan liever de stemmige luisterliedjes van Also Eden. Na twee studioplaten schuift de 25 minuten lange EP 'Differences As Light' (eigen beheer, 2010) de opvolger van Huw Lloyd-Jones naar voren. De drie tracks lijken speciaal geschreven om nieuwe zanger Rich Harding te introduceren want ze laten veel ruimte voor zijn knappe verhalende stem. Seeing Red is typische Neo-Prog maar vermijdt de op de loer liggende clichés. In Oud en Nieuw brengt de band een sfeervol eerbetoon aan het Utrechtse café 't Heen en Weer. Reality Cheque sluit meer aan bij het moderne geluid van Marillion en bewijst dat men klaar is om hogerop te klimmen, waar gesofistikeerdheid en melodie samengaan. Voor 2011 is een fulltime studioalbum aangekondigd. 'Differences As Light' is alvast een beloftevolle prelude.
Sommige Neoproggers lijken al tweehonderd jaar kwaliteitswerk uit te brengen, de laatste tijd echter "regent" het in Engeland nieuwe progbands. Maar in het geval van Solstice - in de jaren tachtig een smaldeel van de "Silver Age" - moet je wel spreken van een heuse wedergeboorte. In 'Spirit' (F2 Music, 2010), het eerste studioalbum in vijftien jaar, staan wederom de talenten van gitarist Andy Glass centraal. Het zijn vooral zijn door David Gilmour beïnvloede spel en de vocale inbreng van Emma Brown die je naar spirituele hoogten voeren. De strijkstok van Jenny Newman voegt folky accenten toe. Etnische motieven worden subtiel in de arrangementen verwerkt.
Zoals de bandnaam suggereert, is dit muziek die de luisteraar zijn transcendente vermogens wil aanspreken. Sky Path West drukt het geloof van de Hopi Indianen uit dat onze ziel na de dood westwaarts reist langs een hemelpad. Maar ook aardse thema's - de sociale kritiek in Freedom - worden aangeraakt. En toch, welke de boodschapperige invalshoek ook mag zijn, is 'Spirit' vooral knap uitgebalanceerde Progrock: het is de instrumentale klasse (Flight en Oberon's Folly) die je tot je meest verheven gedachten brengt. De bijgevoegde dvd bevat een gans concert uit 2009 en interviews.
We sluiten de cirkel met een ander livedebuut op Amerikaanse bodem. Ontdekt door Neo-Progicoon John Mitchell (It Bites, Arena) leverde Touchstone met 'Discordant Dreams' en 'Wintercoast' visitekaartjes af van een professionele formatie met tonnen zelfvertrouwen. De geëlaboreerde composities zijn progressief en ambitieus van opzet. Leadzangeres Kim Seviour is een frêle verschijning, maar wat een stem. Eindelijk schuift een groep met frontvrouw (en met ballen) naar de voorste bank van de klas om zijn rechtmatige plaats onder de toppers op te eisen. Deze mix van epische Progrock en zeer aansprekende melodieuze rock moet een groter publiek kunnen aanboren. Op 'Live in the USA' (Heavy Right Foot/Bertus, 2010) klinkt alvast een band met een grootse sound en grootse verwachtingen.
Liefhebbers van het betere Progwerk hebben dus boeiende luistertijden voor de boeg.