Pro/Contra: Paul McCartney

Pro/Contra: Paul McCartney

Een contra verdient een pro. Dus zetten wij die toch gewoon naast elkaar. En de eerste in die reeks is al geen kleintje. Paul McCartney heeft zo zijn voor- en tegenstanders, zo blijkt.

PRO

Popgenie op eenzame hoogte

De vraag alleen al: of ik een positieve column over Paul McCartney kon schrijven. Hoezo? Waarom zou iemand iets negatiefs willen pennen over zulk een monument? Ik weet natuurlijk ook dat de kritiek op Macca veelvuldig is, maar die is doorgaans gratuit. Ja, de man heeft zeemzoete liedjes op zijn conto. Ja, het is onmogelijk om The Beatles te overtreffen, ook als je er deel van hebt uitgemaakt. En ja, in sommige kringen is het bon ton om schamper te doen over commerciële klappers, maar niet in de mijne.

Wat Macca sinds 1970 gepresteerd heeft, doen maar weinig artiesten hem na. Over commercieel succes wil ik het zelfs niet hebben, dat spreekt namelijk voor zich. Op muzikaal vlak laat hij de andere Beatles niet alleen ver achter zich qua productiviteit, maar op enkele uitzonderingen na ('All Things Must Pass' schiet meteen te binnen) ook wat kwaliteit betreft. John Lennon zingt in How Do You Sleep? dat McCartneys muziek na The Beatles als muzak in zijn oren klinkt, maar heeft met Imagine misschien wel zelf de klefste sof uit de muziekgeschiedenis ter wereld gebracht.

Heeft Macca ooit nog iets gepend dat kan tippen aan Lady Madonna, Blackbird, of Yesterday, vraagt men mij dan. Natuurlijk! Op zijn eerste soloplaat komt hij al op de proppen met Maybe I’m Amazed, een nummer dat mijns inziens absoluut tot zijn allerbeste ballades behoort. Jenny Wren van op ‘Chaos And Creation In The Backyard’ uit 2005 en Calico Skies uit ‘Flaming Pie’ (1997) zijn net zo intiem en lieflijk als Blackbird.

Een paar toevalstreffers, hoor ik je denken, en dan nog enkel van het melige soort waarin McCartney grossiert. Nou! Leg Let Me Roll It dan eens op of Coming Up. En het zijn heus niet enkel de singles die uitblinken. ‘Band On The Run’ (1973), ‘McCartney’ (1970), ‘Ram’ (1971), ‘Flowers In The Dirt’ (1989), ‘Flaming Pie’ (1997), ‘Chaos And Creation In The Backyard’ (2005) en ‘New’ (2013) zijn stuk voor stuk solide albums: menig muzikant zou een arm en een been veil hebben om er in hun carrière eentje van dat kaliber bij elkaar te pennen.

Wanneer je zoveel schrijft als Macca, zit er af en toe wel eens een stinker tussen. Van Ebony And Ivory of Mull Of Kintyre keert ook mijn maag, maar voor elke misser heeft Macca minstens vijf knallers op zijn naam. En dat zijn heus niet enkel de hits uit de jaren zeventig. Temporary Secretary, Sing The Changes en, recent nog, Home Tonight bewijzen dat hij nog steeds een van de strafste songschrijvers ooit is.

Iemand verwijten dat zijn muziek niet zo sterk is als die van zijn eerste groep is intellectueel oneerlijk wanneer die groep de populairste, invloedrijkste en misschien wel beste popgroep uit de muziekgeschiedenis was. Ook al ben je dan geen fan, je kunt niet ontkennen dat Paul McCartney terecht tot de groten der aarde wordt gerekend. En ik poneer hier dat dat zelfs het geval zou zijn, indien hij nooit een Beatle was geweest. Zijn geniale gevoel voor melodie is onmiskenbaar, zijn vakmanschap als muzikant en entertainer evenmin. Wie daaraan twijfelt, moet maar eens een live show gaan zien.

Andreas Hooftman

CONTRA

Overroepen groepen: McCartney (en ook een beetje Lennon)

Ja, goed, ja. Paul McCartney is geen groep. Maar Wings is ook geen groep, dat is McCartney, mevrouw McCartney en de rest. En The Beatles kan je absoluut geen overroepen groep noemen. Hun kleine oeuvre is bij vlagen gedateerd, maar In My Life, A Day In The Life, Tomorrow Never Knows, Strawberry Fields Forever, I Am The Walrus en nog een handvol van die parels zijn de cuvée prestige van de pop- en rockmuziek. En 1965, 1966 en 1967 waren blijkbaar millésime-jaren. Raar toch, dat er na 1970 alleen nog azijn en siroop uit diezelfde wijngaard gekomen is.

‘Plastic Ono Band’ toonde een heel emotionele Lennon die zijn innerlijke duivels wou uitschreeuwen en daar nog vinnige arrangementen voor vond. George Harrison liet jaren van opgekropt songschrijverschap los in één gulp onderschatte kwaliteit op ‘All Things Must Pass’ en bijna twintig jaar later prutste Jeff Lynne nog wat fijne pop onder Sjors’ nagels vandaan. Van Ringo Starr moet je vooral onthouden dat hij hard kon slaan op een snare. Photograph en It Don’t Come Easy zijn nog leuk, maar verder is het toch een beetje zoals gaan kijken naar de gebalsemde Lenin om iets te aanschouwen van een tijdperk dat niet te bevatten is en nooit meer terugkomt.

En wat deed Macca? ‘Ram’ wordt nu zo'n beetje gerehabiliteerd, maar het is toch gewoon een kampvuur dat vraagt om gevoed te worden met de gitaar van leider Polleke Geitewolleke? En denk nu niet dat ik zomaar wat ongedocumenteerd zit te zwetsen. We hebben ze allemaal staan: ‘Wings Over America’, ‘London Town’, ‘Wings At The Speed Of Sound’, ‘Red Rose Speedway’, ‘Flowers in the Dirt’, ‘II’, ‘Off The Ground’, ‘Flaming Pie’, ‘Run Devil Run’, een handvol live platen, en natuurlijk ‘Band On The Run’. Als er van die laatste al iets treffelijk is, is het Jet, maar hoger dan pakweg de gemiddelde single van Peter Frampton schat ik dat toch niet in. Of de titeltrack van die plaat: vindt u nu echt dat dat onuitwisbare muzikale geschiedenis is van het niveau van Yesterday? Nee toch…

Wie wil weten wat McCartney post-Beatles waard is, hoeft toch maar naar Ebony And Ivory en The Girl Is Mine te luisteren om te besluiten dat Helter Skelter echt wel een toevalstreffer was, vermoedelijk geschreven onder invloed van de juiste marchandise, die niet meer groeide in zijn veganistische hofje op de buiten? Rick Astley heeft meer ballen, om zomaar de eerste zeperd te noemen die in me opkomt.

Nu, Lennon wist met ‘Imagine’ nog één redelijk geweldige plaat af te leveren. En ook Woman Is The Nigger Of The World kan tellen, zowel muzikaal als als statement, maar daarna verviel hij met het plakkerige ‘Mind Games’ in eenzelfde klefheid – zij het beter gearrangeerd – als zijn voormalige schrijfpartner. Lennon vond het in 1975 al nodig om een langspeler te vullen met makkelijke covertjes van rock-‘n-roll-nummers uit de vroege jaren, onder de vergezochte titel ‘Rock ‘n’ Roll’. Zijn Stand By Me is een goede update van de Leiber/Stoller/Ben E. King-klassieker, maar voor de rest hebben we net zo graag de originelen. Dat Lennon rond die periode Elton John de meest fantastische muzikant ter wereld vond, spreekt boekdelen. Het geslijm dat daarna zijn weg nog vond naar zijn platen smeekt om een Phil Spector met een geladen revolver, al is dat in deze context een ietwat onkies standpunt. Neem het me maar kwalijk.

Macca wou vele jaren later beter doen en haalde er op ‘Run Devil Run’ een keur aan grote namen bij. Het live concert in The Cavern – wellicht nog te vinden in een bak occasie-dvd’s - klonk eerlijk gezegd heel tof, maar waarom de bijhorende cd door zo ’n gruwelijke klank en productie verneukt wordt, is ons een raadsel. En als je hem op de concert-dvd ziet aankomen in zijn limousine: het blijft toch een knulleke, hé. De enige keer dat hij me positief verrast heeft, is met FourFive Seconds. Kanye en RiRi zijn wat ons betreft Disneyfiguren die niks met muziek te maken hebben, maar dat is nu wel eens een leuk liedje.

Oh nee, ik vergeet iets. We All Stand Together is ook dikke fun. Zeker met het clipje erbij en een bidon gekoelde rosé en/of een toep ter grootte van een blokfluit. Ah, en de leukste Beatlesmop in het Nederlands heb ik ook aan Macca te danken: waarom konden de Beatles niet kleurenwiezen? Paul Mc Kaart nie. Flauw? Ja, maar daar zou u als McCartney-fan al een halve eeuw aan gewend moeten zijn.

Stefaan Van Slycken

 

12 mei 2020
Patrick Van Gestel