Pere Ubu - 'Pennsylvania'

Pere Ubu - 'Pennsylvania'

Geef maar toe: werd je niet stiekem ook geprikkeld door de mysterieuze rockcapsones van het bijna sektarische Amerikaanse gezelschap Pere Ubu? Wij zagen zo’n twintig jaar geleden de bizarre hoes van het album 'Pennsylvania' in de rekken van de uitleendiscotheek liggen en we durfden hem niet meenemen. Nu het ding na een kwarteeuw nog eens opgepolijst wordt met remastering en heel het noodzakelijke circus, geven we schoorvoetend toe.

Als u een doorwinterd Pere Ubu-kenner bent: alle respect en lof. Maar dan hoeft u niet verder te lezen. Want u weet dat dit de plaat is waar oerlid en gitaarverkrachter Tom Herman opnieuw de band vervoegt. As if. Wij zetten even de teller op nul en ontdekken bij deze een album met dertien tracks. Of toestanden.

Dus ja, er valt wel wat te ontdekken op ‘Pennsylvania’, een album dat bestaat uit muzikale ideeën die de band “on the road” maakte. Er wordt ge-garagerockt, ge-postpunkt, ge-psychedelica’t, ge-darkpopt, ge-herriet en genoised. Maar dan telkens wel op een esthetisch verantwoorde manier. Soms met echte songs, maar soms ook gewoon met iets wat je kan betitelen als “klankcomposities”. Met een leuke afwisseling tussen traag slepende spoken word-momenten met jankende gitaar en tamboerijn als Urban Lifestyle en echte rocksongs met ballen en knallen als Drive, eighties synthtune inbegrepen.

Maar wat des te leuker is: Pere Ubu is vooral ook gekend om het experiment en de ongelimiteerde avantgarde stijl. Een ritme dat bestaat uit een penseel dat tegen een radiator tikt, samples van nieuwsspeeches, bas-drum-gitaar-triumviraten waar een jazzcombo even van zou moeten slikken, dissonanten en tegenritmes, teksten over horrorsituaties of psychologische drama’s van Mr Wheeler. Je hoeft niet te schrikken van enige diversiteit. Avontuurlijk? Het zal wel zijn. Overdaad? Het zal wel zijn.

In feite moeten we toegeven dat ‘Pennsylvania’ ook vandaag nog in de discotheek zou blijven liggen. De keren dat we ons hoofd meewiegen op enkele meer hip klinkende rockmomenten blijven beperkt. De keren dat we denken: “Dit klinkt wel cool”, of “Wie rondloopt met een T-shirt van deze band, pakt wel even uit”, zijn talrijk. De keren dat we stiekem moeten toegeven dat het toch niet echt ons ding is, zijn helaas even talrijk.

Het enige wat ons wel van het hart moet: deze “classic” van psychedelisch rockexperiment en extravaganza kreeg in 2005 al een “Directors Cut” met een opnieuw gemixt en gemastered geluid. Dus waarom dan nu een gelijkaardige move maken? Of waarom digifiles toesturen waarvan de titel totaal niet overeenkomen met de inhoud? Maar “waarom” is allicht de vraag die al meerdere decennia rond dit album hangt.

21 augustus 2021
Johan Giglot