Ozzy is dood, zeker?
Zo snel zijn wij nu ook weer niet onder de indruk. En al zeker niet onze (ku), die twijfels heeft bij al die geruchten.
Ozzy is dood, zeker? Yeah right. En ik ben de paus van Aalst.
Zondag nog zaten we op een terras in Blankenberge, met één poot tussen de duiven en de toeristen, die dachten dat hij een straatartiest was. Ozzy in zijn vertrouwde uniform: vale trainingsbroek, sneakers, die meer hebben meegemaakt dan de gemiddelde drugsdealer in Antwerpen, en een T-shirt dat ooit wit was.
Het leek wel of hij zin had in koffie. Drie espresso’s op een uur. En een brownie. Na twee happen staarde hij met een blik vol nostalgie naar de hemel. “Herinnert ge u nog die keer met Mötley Crüe in Rio?” vroeg hij, alsof dit gewoon een zondagse brunch was. We lachten ons krom. Over hoe hij ooit wakker werd op een paardenboerderij in Slovenië. Over een duet met een stripper, die dacht dat Black Sabbath de naam van een cocktail was.
Wat me nog meer op mijn systeem werkt: ik was bezig met de setlists voor zijn nieuwe tour. De man had plannen. 'The Return' ging die heten. Nog niks aangekondigd natuurlijk, want alles moest "een verrassing" zijn. “Ik kom binnen met Paranoid”, zei hij, “maar vertraagd, doomversie. Samen met die gasten van Sunn O))). Mensen gaan denken dat hun platenspeler kapot is.” We hebben het ook gehad over zijn afscheidsshow. “Misschien in Gent”, zei hij. “op de Vlasmarkt. Gratis pint voor iedereen die nog een orgaan mist.”
Dood. Ze zouden het eens moeten proberen. Hij zou rechtstaan, iets mompelen over Sharon en dan terug in slaap vallen. Als je Ozzy een kruisbeeld geeft, vraagt hij of het eetbaar is. Enfin, Ik geloof er niks van. En als het toch waar is, dan is hij gewoon even gaan liggen. Waarschijnlijk per ongeluk in een graf. Komt wel goed. De koffie staat klaar. Zwart. Drie scheppen suiker. En een klein snuifje herinnering.
Tot straks, ouwe zot.