Oscar-special: concertfilms / rockumentaires.

Achtergrond

Hoewel de organisatoren van het festival te kampen hadden met zware verliezen (het overgrote deel van de toeschouwers betaalde de inkomprijs van $ 18 niet, gezien de hekken gesloopt waren), zorgde de film en het bijhorende driedubbele album er toch voor dat er nog winst werd gemaakt.

Oscar-special: concertfilms / rockumentaires.

 

Gimme Shelter – Albert & David Mayles, Charlotte Zwerin – 1970

 

Tegenover het goede gevoel dat werd uitgedragen met de Woodstock-film, stond de gruwel van het Altamont popfestival. Eigenlijk was "Gimme Shelter" een documentaire over de tournee van The Rolling Stones door de VS. Het optreden op het Altamont popfestival moest het hoogtepunt worden. Maar de Hell’s Angels die door de Stones waren ingehuurd om voor de security te zorgen, deden het festival ontaarden in een explosie van geweld met de verfilmde dood van een jongeman tot gevolg. Meest memorabele scène van de film is ongetwijfeld het moment waarop Mick Jagger wordt verteld dat er iemand is gestorven. Zijn reacties worden dan afgewisseld met scenes van het optreden. 



The Band – The Last Waltz – Martin Scorcese – 1978

 

The Last Waltz is de meesterlijke verfilming van het afscheidsgala van The Band met gastoptredens van onder andere Bob Dylan, Neil Diamond, Neil Young en Van Morrison. Vaak wordt deze film als dé referentie opgegeven voor concertdocumentaires. Scorcese zelf deed de interviews met de bandleden die tussen de muziek zijn gemonteerd evenals fragmenten van studio-opnames. Toch wordt de film nergens vervelend, al moet je uiteraard wel iets hebben met de muziek van The Band. Scorcese zou de film minutieus hebben voorbereid waarbij elk nummer zijn eigen belichting en camera-opstelling kreeg. Bovendien had Scorcese gekozen voor de beste cameramensen die op dat ogenblik beschikbaar waren. Het resultaat was dan ook al naargelang: een meesterlijke registratie van een fantastisch en zonder twijfel ook voor de aanwezigen memorabel optreden.

 

Talking Heads – Stop Making Sense – Jonathan Demme - 1984

 

De geniale gekte van David Byrne gecombineerd met het filmische meesterschap van Jonathan Demme zorgde ervoor dat dit één van de weinige films is waarin de energie van een concert door middel vanop het witte doek kon overgedragen worden op een publiek. Al van in het begin van het optreden, als David Byrne in zijn eentje met zijn akoestische gitaar en een ghettoblaster het nog compleet kale podium op komt, zit de toeschouwer op het puntje van zijn stoel. Waar gaat dit eindigen? Terwijl de bandleden hun voorman één voor één komen vervoegen, wordt op de achtergrond ook het podium opgebouwd tot uiteindelijk de volledige band vertegenwoordigd is. Demme verfilmt het geheel sober, zonder veel franjes maar desondanks heel erg efficiënt. Opvallend is ook het feit dat bijna geen shots van het publiek te zien zijn in de film, iets wat tot dan toe steeds gangbaar was geweest voor een concertfilm.


[pagebreak]

U2 - Rattle & Hum – Phil Joanou - 1988

 

Het was de bedoeling dat deze film een soort knipselboek zou worden van de tour van de Ierse band door de Verenigde Staten. Uiteindelijk zou er ook een album met dezelfde naam uitgebracht worden. Hoewel de groep met deze tour eer wou bewijzen aan hun grote voorbeelden, werd hen dat niet helemaal in dank afgenomen en was er veel kritiek te horen en te lezen. De groep zou te zelfbewust worden, te ernstig ook. Het grootste deel van de film bestaat uit zwart/wit concertopnames. Maar daarnaast werden ook een aantal nieuwe songs opgenomen waarvan enkele zelfs wereldwijde hits werden. Tenslotte werden ook een groot aantal covers in de film verwerkt, gecombineerd met samenwerkingen met een gospelkoor, B.B. King, Bob Dylan en The Memphis Horns. Hoewel de film niet echt een succes kan worden genoemd, blijft het een accurate weergave van een groep als U2 op haar hoogtepunt tussen twee wereldalbums (‘The Joshua Tree’ en ‘Achtung Baby!’) in.

 

The Year Punk Broke – Dave Markey - 1991

 

Een onschatbaar tijdsdocument. Gedraaid in 1991 door Dave Markey toont het de gezellige chaos die grunge toen nog was. We volgen de Sonic Youth-karavaan doorheen Europa terwijl in haar zog een wild om zich heen slaand Nirvana voor het eerst Europese podia staat te verbouwen - ja, ook dat van Pukkelpop. Eveneens van de partij: Dinosaur Jr., Babes In Toyland, Gumball en de toen nog iets completere The Ramones. De droge documentaire-stijl schetst treffend hoe heet van de naald het gegeven grunge toen nog was. Niks massahysterie, geen uitgebluste voormannen, het fatale einde in nog geen vertes te bekennen. Er hangt voelbare hoogspanning in de lucht, er staat vanalles te gebeuren en toch zit je naast stukjes concert vooral te kijken naar hoe Thurston Moore van Sonic Youth vanuit een hotel zit te brullen naar de straat onder hem of hoe Nirvana de dode uurtjes voor een concert vrolijk opluistert, door gewoon een bende jonge slungels te zijn. Schijnbaar banaal allemaal, maar tekenend voor een periode die na het opstaan van de rock tijdens de jaren zestig de wereld nog eens stevig wakker schudde.

 

Buena Vista Social Club – Wim Wenders - 1998

 

De nominatie voor een Oscar in 2000 heeft deze film geen windeieren gelegd. Het succes was wereldwijd. En terecht. Wenders wist in een sobere stijl, hem volkomen eigen, weer te geven hoe belangrijk muziek voor dit bejaardenclubje was en is en hoe belangrijk hun muziek voor de evolutie van de wereldmuziek is. De documentaire vertelt het verhaal van Ry Cooder die op zoek gaat naar een aantal legendarische Cubaanse muzikanten om hen samen te laten musiceren en een album op te laten nemen. Uiteindelijk brengt dat album hen zelfs tot in Carnegie Hall in New York. Het album zou uiteindelijk 8,7 miljoen keer over de toonbank gaan. Bovendien waren de wereldtournees die door de Club in aansluiting op de film werden gehouden steevast uitverkocht. Zelfs wie niet van wereldmuziek houdt, zal kunnen genieten van de film omdat er ook heel wat verhalen door de oude baasjes worden opgedist.

 

You See Me Laughin’ – Mandy Stein - 2002

 

Krasse knarren, daar draait het hier allemaal om. Wie wil weten waar muziek in essentie rond draait , moet dit gewoon gezien hebben. De muziek die R.L.Burnside, T-Model Ford, Junior Kimbrough en Asie Payton maken, komt recht uit de goot, is doodeerlijk en teert niet op valse pretenties. Dit is the real deal en dat weten de jongens van Fat Possum Records. Met deze documentaire wandelen ze het dagelijkse leven van deze rasechte bluesartiesten binnen. We stappen binnen in hun soms armtierige krochten, we leren hun geaccidenteerde levensweg kennen en ontdekken vanwaar hun drang tot het bespelen van al even armtierige gitaren vandaan komt. Hard, maar ook ergens ontroerend. Kanttekeningen bij de beelden zijn van de hand van de Fat Possumjongens, Iggy Pop, Bono en The Jon Spencer Blues Explosion. Een aangrijpende documentaire. 
8 november 2008
Patrick Van Gestel