Of ik het mis?

Of ik het mis?

Hij is zot van kiekjes maken en van concerten. En als Karel Uyttendaele de twee combineert (maar ook anders al), heb je goud in je handen. 

“Of ik het mis?”, kreeg ik onlangs de vraag. “Wat missen?”, vroeg ik. “De concerten? De concertenfotografie?” Het heeft een tijdje geduurd voor het doordrong en de vraag moet onbewust blijven hangen zijn: “Of ik het mis?”

Sinds de relatiebreuk met de mama van mijn dochtertje, nu vier jaar geleden, zijn concerten en concertshoots een houvast - of een vlucht? - geweest, wanneer mijn dochtertje er niet was. Een in- en opvulling van een gigantisch zwart gat. Sindsdien zijn er bijna vijfhonderd concerten en artiesten voor mijn lens gepasseerd. Van gigantische producties in het Koning Boudewijnstadion met vijfenveertigduizend toeschouwers tot het “Muzieklokaal” bij Orpha (RIP) in Erondegem met dertig toeschouwers.

Of ik het mis? Wel ja, ik mis het! Enorm! De zotte fans, het pintje ervoor en (obligatoir) erna, de knik van de tourmanager naar zijn artiest toe om te zeggen: “Pak ze in”, de kick wanneer de lichten van de zaal uitgaan en het publiek uit zijn dak gaat als de artiest opkomt. De blik in de ogen van de artiest als hij merkt dat hij vanaf de eerste noten het publiek mee heeft. Ik mis de zenuwachtigheid van de artiest in de backstage voor hij het podium opstapt, de confirmatiemail van de platenfirma in de namiddag met de goedkeuring en de obligatoire “First 3 songs, no flash”, of het wachten tussen de soundcheck en het uiteindelijke concert, de muzikanten die de instrumenten stemmen tijdens de soundcheck, soms een beetje voyeur. Zeer mooie zeldzame momenten die je dan fotografisch mag vastleggen.

Ik mis de gezonde zenuwachtigheid in de frontstage tussen de andere fotografen. Welk licht gaat de lichtman uit de toverdoos halen? Purper? Groen? Rood? Laat er alstublieft ook wat wit licht tussen zitten! Ik mis de sound van een live optreden, de bas die je door lichaam voelt gaan, de artiest die een fractie van een seconde lang recht je lens in kijkt waarbij je quasi-instinctief afdrukt. Heb ik het shot? Was de focus correct?

Of de festivals waarbij je aan het einde van de dag vijfentwintigduizend stappen op je stappenteller staan hebt en dan van het ene naar het andere podium moet rennen om toch maar de eerste drie nummers te halen om dan terug naar het mediadorp te spurten en je foto’s te selecteren, bij te werken en door te sturen naar de redactie.

Of ik het mis? Ja! Enorm! Ook de collega-fotografen. De copains waarmee je menige avond hebt doorgebracht. Ik mis de AB, de Botanique, Het Depot, De Handelsbeurs, Vorst, het Sportpaleis, de weide van Pukkelpop, het strand van Best Kept Secret, de mensen van de platenlabels, heel de Ancienne Belgique-ploeg; de ladies van GreenhouseTalent,...

Ik mis die eerste momenten thuis na een concertshoot, als de foto’s ingeladen zijn op m’n iMac en een eerste selectie gemaakt is. Het yesssssss-moment, als blijkt dat dat ene shot er knal op zit. Als je uiteindelijke tien foto’s afgewerkt hebt en je ze allemaal nog eens overloopt en je ondertussen die momenten nog eens voor ogen haalt.

Of ik het mis? Ja! Ik mis de mentale escape from reality, maar de hoop is er dat ook deze bizarre situatie voorbij zal gaan. En dat er een moment komt dat we terug in een frontstage kunnen staan en terug crazy stuff kunnen fotograferen zoals voorheen. Een opvulling voor het gemis is er nog niet. Landschaps- en portretfotografie hebben een deel opgevuld, maar de kick van frontrow een artiest te fotograferen, die is tot nu toe nog niet te vervangen.

En dan tegelijk is er het besef dat het in mijn geval maar gaat om een uit de kluiten gewassen hobby. Dat heel de evenementsector knock-out in de touwen hangt, met op dit ogenblik geen enkel zicht op beterschap.

Take care of each other.

29 juli 2020
Karel Uyttendaele