Music For Undays

Achtergrond

Tip voor liefhebbers van kwaliteitsvolle indiepop en -rock met weinig geld en een gezonde, nationalistische reflex: eigenlijk hoef je maar twee Belgische labels te volgen om aan je trekken te komen: Undays en Waste My Records. Van die twee kan je de uitgaven bijna blindelings kopen.

Music For Undays



Tot die gedurfde uitspraak worden wij verleid na het beluisteren van de compilatie ‘Music For Undays’ en het onder de loupe nemen van de catalogus van WMR. Over die tweede gaan we het nu even niet meer hebben; over de eerste des te meer.

Het in Gent gevestigde label Unday Records verzamelde immers alle raspaardjes uit zijn stal en gaf hen één opdracht: bezorg ons een onuitgegeven track voor op een verzamelaar zodat we het jaar goed kunnen inzetten.

Het resultaat is fantastisch. Meestal missen compilatiecd’s een ziel, een gevoel. Je vindt er altijd wel enkele nummers op die je kunnen behagen, maar meestal zit je vinger ook constant op de skipknop.

Niet in dit geval. De bands van Unday vormen op één of andere manier een eenheid. Allemaal ademen ze een zekere melancholie en tijdloosheid. Bovendien worden die aspecten gekoppeld aan virtuositeit van ofwel zang, ofwel instrumentbeheersing, vaak allebei.

De meeste songs werden opgenomen in Dive Studios (Kristof Denijs) en Studio Donderling (Ian Clement), allemaal werden ze gemixt door Jasper Maekelberg (o.a. Douglas Firs en Mintzkov). Ook dat draagt wellicht bij tot dat gevoel van eenheid.

Er zijn natuurlijk ook overlappingen. Bert Dockx speelt zowel in Dans Dans (wat een heerlijke liveversie van River Man!) als Flying Horseman, Kristof Deneijs heeft banden met Yuko en Imaginary Family en vier vijfde van Blackie & The Oohoos vinden we ook terug bij Flying Horseman of omgekeerd.

Bovendien wordt er ook al eens samengewerkt. Zo mag Ian Clement meedoen bij Under My Skin van Spidergoats en smelten Hydrogen Sea en Imaginary Family samen op All That Keeps Us.

De meeste van deze veelal nog jonge bands kozen voor een origineel, eigen nummer, maar er staan ook enkele covers op de plaat. Naast River Man, oorspronkelijk van Nick Drake, maakte Flying Horseman zich Highway Kind van Townes Van Zandt eigen en Blackie & The Oohoos doet iets zweverigs met Plain Gold Ring van souldiva Nina Simone. Des te straffer is het dan ook dat niemand uit de toon valt.

Dit is veel meer dan een visitekaartje geworden. Over een jaar wordt dit vast uitgeroepen tot nationaal erfgoed net zoals de ruïnes van de Anasazi Pueblo in de Canyon de Chelly op de coverfoto uit 1873 van Timothy O’Sullivan. Laat ons het koesteren.

24 februari 2014
Marc Alenus