Miles Davis 'Live In Europe 1969' - Relaas van een revolutie

Achtergrond

Voor de big bang van de elektrische jazz was één man verantwoordelijk: Miles Davis. In 1969, het jaar van 'In A Silent Way', trok hij de wereld rond om zijn nieuwe sensatie op te voeren met een fabuleus kwintet. Een band om nooit te vergeten was het, maar de geschiedenis besliste daar anders over. En dat zet 'Live In Europe 1969', het tweede luik in Miles' 'Bootleg Series', nu recht.

Miles Davis 'Live In Europe 1969' - Relaas van een revolutie



1968. Miles' zogenaamde "Second Great Quintet" (met onder anderen Wayne Shorter, Herbie Hancock en Tony Williams) maakt de ene briljante plaat na de andere, stuk voor stuk blauwdrukken voor de moderne jazz. Ondertussen raakt Davis geïnspireerd door Hendrix, James Brown en Sly Stone en sleept hij een elektrische piano binnen in zijn studio. "He wants me to play that toy!?" is Hancocks reactie. In 1973 kroont die laatste zich met 'Headhunters' tot keizer van de jazzfunk.

Het Fender Rhodes-klavier zal Miles' sound dra gaan bepalen. In februari '69 blikt hij 'In A Silent Way' in. Al in augustus volgen de opnames van 'Bitches Brew'. Op beide albums spelen in totaal wel veertien muzikanten, maar Davis toert dat jaar - voor en na de opnames van  'Bitches Brew' - met Chick Corea (toetsen), Wayne Shorter (sax), Dave Holland (bas) en Jack DeJohnette (drums), ofte zijn officieuze Third Great Quintet. De "lost band" laat geen studioplaten na...

Storm op komst

'Live In Europe' is dan ook een onvervalst historisch document. Het mysterie in Miles' muziek bereikt in '69 een hoogtepunt. De twee sets in Antibes (juli '69) en de sets in Stockholm en Berlijn (november '69) laten een band horen die speelt met een bezwerende urgentie, als een strijdbaar team revolutionairen. De setlists zijn opgebouwd uit de vernieuwende, los gestructureerde stukken van de tijd, maar bevatten ook nog oudere standards, zoals Round About MidnightMilestones en No Blues. Miles is de veertig gepasseerd en bevindt zich kennelijk al in de overgang.

Het trio Corea-Holland-DeJohnette vormt de ruggengraat van de nieuwe sound. Het tekent de krijtlijnen uit van een avontuur vol hachelijke ritmes en een niet aflatende bui van baspatronen, drumhagel en een fikse Fender Rhodes-wind. Een stevige storm, die enkel Shorter en Davis kunnen bedwingen. De traditionele beurtrol van thema, solo's en applaus wordt opgeofferd ten voordele van een constante interactie tussen vijf gelijkwaardige geluidskunstenaars en een doorlopende set zonder geleuter: "I'll play it first and tell you what it is later."

De geluidskwaliteit verschilt wel van concert tot concert. De Antibes-sets hebben te lijden onder een vorm van distortion die de blazers als plastic speelgoed doet klinken. Het Stockholm-geluid doet het zonder die scherpe kanten - vergelijk de twee versies van de gracieuze Shorter-compositie Nefertiti - maar ook zonder Corea's elektrische piano (als gevolg van een defect speelde Corea klassieke piano). De beelden van het concert in Berlijn vormen dan ook het brandpunt van deze boxset.

En ze zijn een lust voor het oog. We zien een band in volle actie en een vurig solerende Miles, die een en al concentratie is. Speelt hij niet, dan luistert hij in de coulissen naar zijn band, om daarna in te pikken op een van de terloops opgeworpen melodieën. Als DeJohnette hem voor de set een grapje vertelt, geeft hij geen krimp.

Miles blijft groeien

En te zeggen dat Miles' carriere op dat moment - eind jaren zestig - al compleet was. Hij speelde bebop met Charlie Parker, stond aan de wieg van “The Cool” en schudde de jazz in 1959 grondig dooreen met 'Kind Of Blue'.

Op de vooravond van de jaren zeventig dreef hij de jazzcritici met zijn hybride jazz tot wanhoop, en opende hij een leerschool waar alle belangrijke jazzrockbands zouden kiemen - van Return To Forever (Chick Corea) tot Weather Report (Wayne Shorter en Joe Zawinul) en Mahavishnu Orchestra (met John McLaughlin, de gitarist naar wie Miles een compositie op 'Bitches Brew' noemde).

Miles' liveband van '69 leverde zelfs uitsluitend lopende legendes. Zonder het zelf te beseffen bracht hij met Holland, Corea, DeJohnette en Shorter vier bepalende jazzstemmen van de volgende generatie samen. Het is enkel de echt groten gegeven. En dat was hij. Sterker nog, aldus DeJohnette: "Miles just keeps growing and growing and growing."

Ontdek Miles' elektrische (r)evolutie:

  • 'Filles De Kilimanjaro' (1968): Een van Miles eerste platen met rockritmes, elektrische piano en basgitaar en ook de eerste opnamen met Holland en Corea
  • 'In A Silent Way' (1969): Revolutionair album rond de titelcompositie van Joe Zawinul (die met Wayne Shorter Weather Report zou oprichten)
  • 'Bitches Brew' (1970): Magistraal dubbelalbum met iconische hoes. Nog ambitieuzer dan 'In A  Silent Way'.
  • 'Dark Magus' - Live at Carnegie Hall, NY, 1974 (1977): Heftige funkplaat die de elektrische Miles laat horen op zijn extreemst.
  • 'Miles Beyond - Electric Explorations of Miles Davis 1967-1991' (2001): Een boek over de laatste grote fase in Miles carriere voor verdere verdieping.
  • 'Miles Electric: A Different Kind Of Blue' (2004): een complete liveregistratie op DVD van Miles' spraakmakende concert op het Isle Of Wight Festival in 1970, omzoomd met een documentaire over Davis' metamorfose.
24 februari 2013
Fabian Desmicht