Met Balthazar naar Beauregard

Achtergrond

“Ik denk de laatste tijd vaak aan ons allereerste optreden met Balthazar”, vertelt Patricia Vanneste. “Het was een complete ramp. Jinte speelde gitaar en viool, en we hadden toen nog een andere bassist. In een nummer speelde Maarten keyboards in een verkeerde toonaard. Het publiek merkte daar niets van, maar Jinte en ik waren de toon volledig kwijt met de violen. We speelden het nummer ook allemaal in een andere maat, als ik me niet vergis. We hebben het nummer in elk geval allemaal op een andere moment geëindigd”.

Met Balthazar naar Beauregard



Dat is intussen acht of negen jaar geleden. “Dat is ongeveer een derde van m’n leven”, zegt de violiste en keyboardspeelster. “Balthazar beslaat een derde van m’n leven, dat is een vreemde gedachte."

Intussen krijgt Balthazar loon naar werken. Mooie, waardige plaatsen op de affiches van grote festivals, een Europese tour met Editors en sponsordeals met Café Costume en Ray Ban – Patricia: “Toen wij bij Ray Ban arriveerden kwam Natalia net buiten met zò’n tas vol zonnenbrillen”.

Hier in Beauregard – het mooiste en gezelligste festival dat we ooit bijwoonden – is de sfeer ontspannen. Patricia poseert met Maarten voor de fotograaf. Een andere fotograaf komt langs voor een zomerspecial in Rolling Stone. PIAS heeft Spaanse schone Laetitia gestuurd om zich over de groep te ontfermen. Backstage bereidt de organisatie Mojito’s voor de Belgische gasten. Jinte staat op het punt naar de Hives te gaan kijken, maar bedenkt zich wanneer hij de Mojito’s ziet: “Het zijn Mojito Royale’s”, stelt hij tevreden vast. (Met champagne in plaats van spuitwater – pl). “Dan blijf ik nog even”. Even later gaat hij toch een kijkje nemen. Maar niet te lang: “Het eerste nummer dat ik ooit leerde spelen op gitaar was I Hate To Say I Told You So, van The Hives”, zegt hij, dus ik wou toch nog eens gaan zien. Die eerste plaats was ook echt heel goed. Ik vind het nog altijd plezant om ze bezig te zien, maar het moet ook niet té lang duren." Na het concert hangen The Hives hun vuile was buiten. Letterlijk: de Mariachi pakken, sokken én de zwarte onderbroeken hangen te drogen op de scheidingsmuur tussen hun backstage terras en dat van Balthazar.

De sympathie tussen beide bands is wederzijds: na het concert komt zanger Pelle van The Hives in eigen persoon naar Patricia toe om haar en de band te feliciteren voor de geweldige show. Hij heeft het concert van Balthzar wél volledig bekeken en heeft zich uitstekend geamuseerd. Balthazar speelde hier vandaag een buitengewoon frisse en verrassende set. Lion’s Mouth beet de spits af,  Blood Like Wine zat verrassend ver vooraan in de set, de finale wordt ingezet met het keer op keer wonderlijke Sinking Ships. Een hoffelijke en voorkomende set: een die het zomernamiddagpubliek niet bruskeert maar bij de hand neemt voor een mooie, melancholische zomerwandeling vol ontdekkingen. ‘Noblesse Oblige’. ‘Charmant als zomersproetjes’, schreven wij ook nog.

Het is trouwens opvallend hoe moeiteloos deze – nog altijd – jonge band zich staande houdt tussen al dit zomerse geweld. Tijdens geen enkele van de Franse festivals zagen wij meer dan één groep die het niveau van Balthazar evenaarde of oversteeg. Hier, vandaag, waren dat The Bad Seeds. Meteen ook het enige concert dat door de voltallige band helemaal is bekeken. ‘Ongelofelijk straf’ is de bijna unanieme mening. Maarten duizelt: ‘Hij heeft écht àlles gespeeld dat ik wou horen’.

Ook voor ons was Nick Cave memorabel. En niet alleen door het concert zélf…

Eerder die dag gingen wilden we goeiedag zeggen aan tourmanager/legende Ton Maessen. Vroeger ook vaak bij dEUS aan de slag, nu vrijwel uitsluitend bezig met The Bad Seeds en met Grinderman. Een van de bebaarde roadies (Cave’s rodies zien er zonder uitzondering uit als bebaarde Hell’s Angels) verwijst ons naar de backstage van Cave: een kasteel in het midden van het park. ‘Ton?’, probeer ook daar nog eens. “Walk all the way through to the office mate”. Ik wandel naar binnen en probeer er onopvallend de pas in te zetten, richting de aangewezen deur.

Plotseling sta ik in het midden van een soort van balzaaltje. In elk van de hoeken van de kamer zit een Bad Seed. Cave zélf leest een boek op een stoel, nog geen meter bij me vandaan, Jim Sclavunas zit en de fauteuil links. Rechts zitten Jim Sclavunas en een kaalgeschoren Barry Adamson. Niemand kijkt op. Vanuit m’n ooghoek ontwaar ik linksachter de impressionante ragebol van Warren Ellis. En ik heb een een persbandje om de pols! (Gelukkig ook een badge waar ‘Artist’ op staat). Ik probeer meteen weer achterwaarts richting utgang te schuifelen, wanneer de ragebol zich opricht. Net wanneer we verwachten dat de hel gaat losbarsten, zien we Ellis z’n magazine oprollen, en richting toilet stappen. Op het moment dat de balzaal verlaten horen we hem de deur op slaat draaien en het boekje op de grond vallen. Even Bad Seeds are human…

De beelden die werden gemaakt mogen we jammer genoeg momenteel niet publiceren.

Een volledige fotoreportage van deze trip vind je hier.

26 juli 2013
Peter Lissens