Les Nuits 2013
Achtergrond
In onze platenbak zitten nog recente platen (drie albums en één ep) van bands die de komende tijd op Les Nuits spelen. We onderwierpen ze aan een aantal luisterbeurten en kwamen tot conclusies.
Pale Grey – Best Friends
Deze landgenoten worden door hun label verkocht als een DIY- band, die indie, elektronica en hiphop combineert en herinneringen oproept aan zwoele, zonnige stranden en tegelijk zweterige, Berlijnse nachtclubs en, guess what, het klopt nog ook. Maar tegelijk is dit gewoon een degelijke popplaat.
Single Seaside is al een tijdje uit, maar klinkt zo zomers dat het vanzelfsprekend nog geen hit werd met de koude van het voorjaar. De clip is alvast heel smaakvol. Mits de nodige airplay, kan dit echt wel wat worden.
Het Engels van zanger Gilles Dewalque is goed en zijn zang doet sterk denken aan die van Thomas Mars van Phoenix. Songs als Spiral en Shame hebben bovendien een onweerstaanbaar refrein. Het enige wat we missen is echte diepgang. Het poppy karakter wint het iets te vaak van de vernieuwing.
Als de groove goed is, zoals in Wolf (mooie backings van Elise Dutrieux!) vergeven we hen dat graag, maar Confession weegt toch echt wel vederlicht. Iets meer nachtclub, iets minder strandfuif graag.
Cave Painting – Rio (ep)
Bandje uit Brighton dat vorig jaar in september met een eerste album (‘Voltive Life’) en een redelijk succesvolle single kwam en nu, net voor Les Nuits, deze ep uitbracht met vier nummers die er zeker mogen zijn.
Ondanks de naam schijnt de zon niet al te fel op deze ep. De sfeer is eerder die als van een februarihemel waarin donkere wolken snel voorbij schieten: energiek, maar niet euforisch, dreigend af en toe, maar toch ook luchtig. The National en Arcade Fire worden niet ten onrechte als twee van hun favoriete bands genoemd.
Young Rival – Stay Young
Aandacht trekken met een speciale clip, het is een beproefde methode. En in het geval van Young Rival werkt het nog ook. De clip bij Two Reasons is echter zo goed dat je de muziek bijna vergeet.
En dat zou jammer zijn, want ook al doet deze band van alles (maar niets nieuws) met invloeden uit zestig jaar rock-‘n-roll, stilzitten is er bij deze muziek niet bij.
De riffs zijn catchy, de (harmonie-)zang verfrissend en zelfs de handclaps zijn terecht, want de heren schudden goede melodieën uit hun instrumenten en komen af en toe ook verrassend stevig uit de hoek zoals op Let It Go.
Zuurpruimen zullen hen natuurlijk weer afdoen als – afhankelijk van het nummer – copycats van groepen als The Beach Boys en The Strokes, maar wij beleefden heel veel plezier aan de zomerse powerpop van dit Canadese trio. Jong blijven is voor deze gasten duidelijk geen probleem en voor ons dankzij dit topschijfje nu ook niet meer.
Sexy Sushi - Vous n'allez pas repartir les main vides?
Het hoeveelste album dit precies is van dit Frans elektroclash-punkduo is niet meteen duidelijk aangezien ze de eerste jaren hun platen zelf op cd-r-schijfjes brandden en verdeelden, maar het is met voorsprong het meest van de pot gerukte album dat we dit jaar hoorden.
De sound ligt nog het meest in de buurt bij Vive La Fête, maar naast Rebekka Warrior en Mitch Silver zijn Els Pynoo en Danny Mommens respectievelijk misdienaar en vrome priester. Sexy Sushi koppelt de intensiteit van Sapho aan vrolijke gekte, met dit verschil dat dit duo zich niet echt au sèrieux lijkt te nemen en tegelijk kinderlijke onnozelheid tot kunst verheffen.
Met nonsensteksten, experimentele elektroklanken en onweerstaanbare beats creëren ze een compleet eigen sprookjeswereld waarin je met grote ogen ronddwaalt en je benen amper stil kan houden. De clip van eerste single Le Mystère Des Pommes Volantes toont wat wij proberen te verwoorden en ook J'Aime Mon Pays kreeg zowaar een clip mee, nu ja... kijk zelf.