Lawaaibak 5

Lawaaibak 5

Er is te veel muziek voor ons krappe geheugen. Gelukkig zijn woorden voor altijd en is gedeeld plezier dubbel plezier. Daarom gooit (kv) - ongeveer - op regelmatige tijdstippen zijn muziektocht, the wonderful, maar vooral ook the weird in de Lawaaibak. Hopelijk heeft u er ook iets aan.

Weinig vraagstellend materiaal uit de lawaailoze regionen deze week. Carla Bruni en Linkin Park hebben een nieuwe plaat uit, maar dan is de re*geeuw*verklaring van Vivaldi spannender. Gelukkig valt er in lawaailand altijd iets te beleven. Avanti!

Album - Briqueville - 'Quelle'

Drony sludge? Sludgy drone? Symfonische doom? De labelmachine liep even vast op 'Quelle'. De afvalbak voor puberale muziekjournalisten - Humo - pikt hen nu zelfs op, maar wij waren fanboys van toen de maskermannen de platen nog in de grond staken. Briqueville zet de dronekant in de verf tijdens de derde etappe van haar epos. Een haast ondoordringbare muur lage tonen dendert heel het album door. Saai? Niets van! De capes trokken de muur op uit een heel arsenaal tonen en texturen. Het resultaat is genuanceerd, slim en interessant. Boven die muur torenen eerst en vooral hypnotische stonerbassen, recht uit het OM-playbook, maar dan met af en toe een beet of diepe grol. Wanneer de gitaren de geluidsmuur niet ondersteunen, meanderen ze door obscure toonladders met een ietwat - excuseer de erg brede term - oosterse feel. Eerder dan echt uithalen (zoals naar ons gevoel op één en twee meer gebeurde) besluit Briqueville de trance dreigender te maken. Enkel op het laatste nummer Akte XV wordt het pedaal dieper ingeduwd. 

'Quelle' is alweer een fantastische plaat. De reden waarom ze een editie te laat in onze bak belandde waren de singles. Het leken uit de context gerukte snippets, die ons op geen enkele manier warm maakten voor de plaat. Het bleken uiteindelijk uit de context gerukte bouwstenen van een indrukwekkend album. Waarom een 'Quelle' - of eender welke drony plaat - singles behoeft, blijft ons een raadsel. Los daarvan: kopen en live gaan zien!

Album - OOIOO - 'nijimusi'

Japanse bands zijn overgerepresenteerd in de Lawaaibak. En met reden! Dit collectief begon als een grap van Boredom-drummer Yoshimi P-We. Ze nam in 1995 een aantal vriendinnen mee naar een fotoshoot voor een magazine en deed alsof ze een band vormden. Twee jaar later opende OOIOO voor een Japanse tour van Sonic Youth. Sindsdien dropt de band om de zoveel jaar een plaat. Het is lastig om de muziek van één van de meest idiosyncratische bands op de planeet te beschrijven. Vrolijke, polyritmische, springerige noise met jazzelementen komt misschien het best in de buurt. Atonale melodieën, vocale experimentatie, complexe ritmes, machinale herhaling worden door elkaar gemixt, maar het blijft allemaal op één of andere manier plezant. 'Nijimusi' is in constante verandering; stijlen en genres worden gebruikt als bouwstenen van een taal die enkel OOIOO spreekt. Nu ja, de metaforen om te zeggen dat we geen referentiepunten vinden om 'Nijimusi' te beoordelen zijn op. Luister zelf. Als dit niet in de top tien van ons eindejaarslijstje belandt, luisteren we de nieuwe Carla Bruni en Linkin Park back to back.

Album - Luca T. Mai - 'Heavenly Guide'

"IK HEB EEN SAXOFOON EN IK MAAK LAWAAI!" Voila, plaat samengevat. Luca T. Mai is lid van de Italiaanse jazzpunknoiselegende Zu en zet op het solowerk gewoon de lijn van Zu verder. Met een saxofoon scheuren alsof je een volledige punkband op steroïden bent, 't moet plezant zijn. De sound is erg brutaal, de riffs zijn vet en daarbovenop getuigen de soundscapes, waarin die opgaan, van muzikaal inzicht. Een niet-zo-simpele stamper van vijfentwintig minuten voor al wie trommelvliezen en buren haat.

Albums - Gyða Valtýsdóttir - 'Epicycle' & 'Epicycle II' 

We eindigen op een erg zachte noot. Gyða Valtýsdóttir, beter bekend als lid van Múm, maar ook klassiek getraind celliste. Voor 'Epicycle' herinterpreteerde ze klassieke stukken die belangrijk voor haar waren. In Ijsland won ze er prestigieuze prijzen (wat een lelijke alliteratie) mee, internationaal bleef het album enigszins onder de radar. Op 'Epicycle II' verkent ze de Ijslandse invloeden met stukken voor haar geschreven door grootheden als Jónsi (die ook zijn stem leende) en Daníel Bjarnason. Diepe elektro-akoestische soundscapes trekken er hele lades bombast en extase open waarover Valtýsdóttirs cello hees mag zingen. Archetypisch Duystermateriaal, maar u hoorde er eerst over in de Lawaaibak. (kv) 1 - Eppo 0.

14 oktober 2020
Koerian Verbesselt