Johnny Cash - 'The Soul Of Truth'
Achtergrond
Een carrière is iets eigenaardigs, mijnheer. Elke vedette, of het nu John Lennon of Sam Gooris is, kent zijn ups en downs. De ups kent iedereen. De downs blijven voor de meesten voor altijd onbekend. Tenzij de vedette aan een afterlife begint waarbij managers en platenmaatschappijen in zowat elke opgenomen noot een veelvoud van dollars vermoeden. Elvis werd op die manier een tweede leven gegund. En John Lennon, Jimi Hendrix en Michael Jackson – om er maar enkele te noemen - volgden. Steeds andere producten worden op de muziekliefhebber afgevuurd. In dat rijtje hoort nu ook Johnny Cash thuis.

Tijdens zijn leven van top to drop en op het nippertje door topproducer Rick Rubin werd Cash van de vergetelheid gered door de man de eindeloos en doorgaans heel knappe ‘American Recordings’ te laten maken. Die recordings zijn een schot in de roos. Dat succes inspireert kennelijk anderen die min of meer verantwoordelijk zijn voor de enorme backcatalogue die nog in de kluis bleek te liggen. Zo worden nu de opnames die Cash in zijn “downperiode” heeft gemaakt terug bovengehaald.
Cash had nog net zijn wagonnetje aan de op volle snelheid vlammende freight train van Sam Phillips’ SUN-stal kunnen haken. Het leverde hem watl hits en credibility op. Maar hij zonk stilaan weg in een moeras van drugs en alcohol. Zijn nieuwe liefde June Carter ondersteunde hem desondanks, schreef zelfs de wereldhit Ring of Fire voor hem maar kon niet verhinderen dat het met Johnny verder downhill ging.
En dus zocht the man in black troost in gospel, muziek gemaakt om het harde leven op de eindeloze cottonfiels te lenigen, liefst met een hartige saus levenswijsheid als extraatje. Gospel gaf lessen aan de eenvoudige zielen op het platteland, voor wie de stedelijke geneugten onbekend waren. Op ‘The Soul Of The Truth, Vol. IV’ uit de serie ‘Bootleg’, dompelt Cash zich helemaal onder in dit universum. Don’t Take Eeverybody To Be Your Friend, Keep Me From Blowing Away, I’m Just An Old Chunk Of Coal, enz. doen niets anders dan troosten in barre tijden.
Gospel staat ook voor hoop. I’ve Got Jesus In My Soul, Over The Next Hill (We’ll Be Home), I’m A New Born Man, enz. bieden perspectief, dat niet iedereen in Dixie van bij de geboorte had meegekregen. Cash put uit de rijke traditie van Amerika, maar heeft ook verrassend veel materiaal zelf geschreven. Het is misschien wel het beste bewijs hoe dicht de mens hier bij de artiest zit.
Dat gospel bij grote lagen van de bevolking latent nog steeds populair is, weet elke record executive. En dat was in the seventies, toen Cash’ carrière flink in het slop zat, niet anders. Dus werd van de artistieke droogstand handig gebruik gemaakt om nummers te maken waarin hij preekte als de beste. Hij trok ook rond met een uitgebreide gospelshow, liet zich fotograferen voor een altaar en poseerde fier met de pathetische predikant Billy Graham. Of dit allemaal straight form the heart was dan wel dat Cash zijn commerciële rol gewillig (of noodgedwongen) speelde is nog steeds niet duidelijk.
De heropleving van het product Cash op het einde van vorige eeuw heeft deze periode in diens loopbaan enigszins naar de achtergrond geduwd. Maar de biopic ‘Walk the line’, de onovertroffen serie ‘American Recordings’ en misschien ook wel het succes van Dylan’s’Bootleg Series’ hebben de erven Cash duidelijk op ideeën gebracht met de serie met de hoogst originele naam ‘Bootleg’ als resultaat. Zoals altijd bij Legacy is het een fraai uitgegeven collectie met nogal wat moeilijk te vinden materiaal en goed gedocumenteerde liner notes met precieze aanduidingen van opnames, namen en plaatsen er bovenop.
Intussen zijn we al bij ‘Vol. IV’ aanbeland met als invalshoek dus het gospelverleden van Cash. Deze uitgave bevat de volledige lp ‘A Believer Sings The Truth’. Niet echt een bescheiden titel maar volledig in de geest van gospel en Johnny Cash en nu voor het eerst op cd. Ook de op het laatste ogenblik ingetrokken plaat ‘Johnny Cash – Gospel Singer’ zit in de release.
Naast de reeds vermelde vintage Cashcomposities is de collectie rijk voorzien van duetten, een commerciële gewoonte die Cash vanuit zijn countrymilieu heeft meegenomen. Rodney Crowell, Jessi Colter, enkele (stief)dochters en – onvermijdelijk natuurlijk – mevrouw June Carter Cash passeren allemaal de revue om vol overgave samen met John de blijde boodschap te zingen.
Wat ‘The Soul of Truth’, want zo heet Bootleg Vol.IV eigenlijk het meest interessant maakt is een derde, onuitgebrachte opname in een geslaagde productie vol variatie van Charlie Bragg. Voeg daarbij nog enkele moeilijk vindbare outtakes, die links of rechts uit de boot zijn gevallen en je hebt als diehard Cashfan eigenlijk geen reden meer om deze interessante release in de rekken te laten liggen.
Ook voor de gewone muziekliefhebber is ‘The Soul of Truth’ een absolute aanrader. Zelfs als de teksten inhoudelijk en qua boodschap af en toe van een bedenkelijk niveau zijn, is Cash’ stem dat nooit. Hier heeft die misschien nog niet het patina van de ‘American Recordings’, maar evenmin de kraakjes en scheurtjes van later. Cash klinkt als een klok: machtig en geruststellend tegelijk, gezond en gelovig.
Gezegend zij Cash.