#JahWobbleKiest - The Who - 5:15 (1973)

#JahWobbleKiest - The Who - 5:15 (1973)

Baslegende Jah Wobble, pseudoniem van John Wardle, (ex-P.I.L. en voorman van de eigen Jah Wobble & The Invaders Of The Heart) orakelde: “I fucking love music, you know.” Hij mag dat deze week bewijzen aan de hand van zeven fragmenten.

De voorliefde voor zijn favoriete rockplaat vindt uiteraard de oorsprong in het magnifieke basspel van Who-bassist John Entwistle: “The British produced fabulous rock bassists like Entwistle because they don’t just pedal behind the guitar chords, they melodically give the song a counterpoint”. Ondanks het feit dat de plaat destijds in 1973 niet goed werd ontvangen blijft het de favoriete rockplaat van Wobble. Iedereen ging voor 'Tommy' maar terugkijkend is 'Quadrophenia' de uitgesproken plaat: “I know it could be criticized for being adolescent but hey ho, rock music is an adolescent form, really!”.

Dit is het eerste nummer op de tweede schijf van 'Quadrophenia', de rockopera van Pete Townshend over Jimmy, een pillenslikkende mod Cockney, die de realiteit probeert te vinden in seksuele ontmoetingen, het gezelschap dat hij erop na houdt en de kleding die hij draagt. Pas als hij in de oceaan verdrinkt, ontdekt hij zichzelf. In dit nummer neemt Jimmy The Mod de trein (de 5:15) terug naar Brighton, ooit de locatie van de triomf van de Mods tegen de Rockers. En onderweg herinnert hij zich verschillende ervaringen. Jimmy's herinneringen zijn over het algemeen ongelukkig. Woede, verwarring, geweld, seksuele frustratie en ontworteling domineren zijn gedachten, terwijl hij steeds mijmert: "(Inside, outside) Leave me alone / (Inside, outside) Nowhere is home."

De term "Quadrophenia" werd bedacht door Pete Townshend, verwijzend naar schizofrenie maal twee. Het personage Jimmy The Mod was een quadrophenic. Townshend wilde dat elk van de vier persoonlijkheden één van de bandleden vertegenwoordigde. Dit werkte niet zoals gepland, omdat hij zoveel meer bij het project betrokken was dan de andere leden. In een gesprek met het tijdschrift Uncut in 2001 zei Roger Daltrey dat hij het meeste spijt had van het opnameproces van 'Quadrophenia'. "Ron Nevison, die destijds de producer was, nam het op met echo op de zang die nu nooit meer kan worden verwijderd", legde hij uit. "Het maakt de zang gewoon dun. Het was de grootste opnamefout die we ooit hebben gemaakt. De echo doet, wat mij betreft, afbreuk aan het karakter. Het maakte me altijd kwaad. Vanaf de eerste dag haatte ik dat geluid gewoon. Hij deed dat met mijn stem en ik heb het Ron nooit vergeven."

'Quadrophenia' verwijst ook naar het quadrofonische geluid, dat ze voor het album op het oog hadden. Het idee was om vier verschillende kanalen te creëren, terwijl er bij stereo slechts twee waren. Ron Nevison, die het project ontwierp, legde het In een interview uit: "Uiteindelijk deden we het niet in quad, maar ik nam de drums wel op met het idee om ze quadrofonisch uit te spreiden. Hoewel, ik wist niet echt - en niemand wist het - wat te doen. Tegenwoordig, wat je quad en 5.1 wilt noemen, leg je de band nog steeds over de voorkant en achterin heb je de ruimte. Dus je voelt je alsof je bijna in het publiek zit. Ik wist niet wat te doen. Je luistert naar de vroege Beatles-nummers, toen ze voor het eerst in stereo kwamen, ze wisten niet wat ze ermee moesten doen".

The Who had verschillende geluidseffecten nodig om de sfeer van het treinstation in dit nummer te creëren, maar dat waren allemaal mono-opnamen. Dus creëerden ze er zelf, waarbij ze een mobiele opname-eenheid naar verschillende locaties sleepten om de geluiden in stereo te krijgen. Om 5:15 gingen ze naar het station van Waterloo om de authentieke geluiden van het perron te horen. Het treinfluitje was moeilijker omdat machinisten ze alleen onder bepaalde voorwaarden mochten gebruiken. Volgens verschillende verhalen liet Pete Townshend zijn chauffeur de ingenieur omkopen zodat hij zou fluiten. Het fluitje hoor je aan het einde van het nummer I've Had Enough, de inleiding tot 5:15.

15 november 2023
Laurens Leurs