Hoe (en waarom) de media eindelijk van Rush zijn gaan houden.
Achtergrond
Een decennium geleden zag het er slecht uit voor Rush. Door de dubbele tragedie in het leven van drummer Neil Peart geloofde niemand nog in een renaissance van de band. Maar kijk: vandaag is het Canadese powertrio succesvoller dan ooit – ondanks (of dankzij?) een op geld beluste muziekindustrie en een vijandige pers.

Geddy Lee noemde Rush ‘”de populairste cultband ter wereld”. Ga maar na: het drietal moet inzake plaatverkoop enkel The Beatles en The Rolling Stones laten voorgaan. Wereldwijde legioenen hondstrouwe fans hebben Lee, Lifeson en Peart altijd de ruimte gegeven om de eigen grenzen te verleggen. Het nec plus ultra inzake muzikantschap, het is wat op elke nieuwe plaat van hen verwacht wordt. Voor minder doen we het niet. Rush is een genre. Deze band tart elke classificatie. Of zoals Kiss-voorman Gene Simmons het verwoordde: “What is Rush? They are Rush.”
Geen grotere kloof tussen de fanbasis en de pers dan in het geval van Rush. Critici verafschuwen twee soorten muziek: heavy metal en progressieve muziek. Rush zit net op het snijvlak, meer nog, zij definiëren het. Rush als conceptuele metal. Hardrock voor slimmeriken. Maar net de intelligentsia hebben Rush nooit in de armen gesloten.
Begrijpelijk: de culturele elite denkt overwegend links. Maar in ‘Caress Of Steel’ en ‘2112’ liet tekstschrijver Peart zich beïnvloeden door de rechtsliberale auteur Ayn Rand. Peart vertolkte hier een gezond individualisme als antigif tegen de dictatuur van de massa. Ook op songs in de jaren tachtig (Tom Sawyer, Subdivisions, Grand Designs) herkennen we deze afwijzing van het eenheidsdenken. Rush werd door bepaalde media snel afgedaan als klankbord van de Reagangezinde yuppies en computernerds.
Toch is het deze combinatie van lucide teksten, superieur vakmanschap en compromisloze koppigheid die tot de verbeelding spreekt van generaties muzikanten. Tool, Nine Inch Nails, Rage Against The Machine, Foo Fighters, The Smashing Pumpkins en zowat de hele metal- en progscene, allemaal hebben ze redenen voor hun Rush-devotie. Misschien is het deze populariteit bij “politiek correctere” groepen die verklaart waarom de kritische receptie van de band aan het verschuiven is. Zo programmeerde documentairezender Acht tv naar aanleiding van de release van ‘Clockwork Angels’ het bandportret ‘Rush: Beyond the Lighted Stage’ uit 2010.
In de Verenigde Staten mocht het trio opdraven in de talkshow van Stephen Colbert – door Time genoemd als één van de invloedrijkste mediamensen. Neil Peart werd voor een drumsolo uitgenodigd in de Late Show van David Letterman op CBS. Omdat South Park-bedenker Matt Stone een fan is, brachten de cartoonfiguurtjes een versie van Tom Sawyer. De naar een personage van Mark Twain genoemde song duikt ook op in een aantal recente Hollywoodfilms. Ook muzikant en acteur Jack ‘Kung Fu Panda’ Black dweept met de band.
Merkwaardig toch, hoe drie heren in de herfst van hun leven (ze worden binnenkort zestig) eindelijk de mediawaardering beginnen te krijgen die ze al zo lang verdienen.
Intussen moet de diehardfan zijn Rush-collectie niet langer verborgen houden. Eindelijk mag hij zowel in zijn persoonlijke relaties als in de sociale media van de daken schreeuwen dat het zopas verschenen, twintigste studioalbum ‘Clockwork Angels’ een fantastische plaat is. En als ze hem niet geloven, dan is er nog de speciale uitgave van Prog magazine waarin iedereen van Steven Wilson en Bill Kelliher tot Taylor Hawkins en Nicky Wire uitlegt waarom Rush een enorme invloed op hun leven (geweest) is.
‘Clockwork Angels’ zou wel hun beste plaat kunnen zijn sinds medio jaren tachtig. Zeker is het hun eerste concept sinds ‘2112’. Bij de zoals steeds rijkelijk gelaagde teksten van Peart hoort ook een steampunk novel (een roman met een mix van sciencefiction en stoommachines) van de hand van bevriend auteur Kevin J Anderson. Maar het is weinig waarschijnlijk dat al die belezen intellectuelen op die manier alsnog bekeerd worden.
‘Clockwork Angels’ van Rush is verschenen bij Roadrunner Records.