Het Rush-moment
Achtergrond
Het moet 1980 geweest zijn. Een druilerige zondagmiddag. Ik was zestien jaar oud en lag wat te lummelen in de zetel bij mijn ouders thuis. Waarschijnlijk hadden we bezoek van één of andere nonkel en/of tante. En toen was er Rush.

In die tijd was er niets anders dan de VPRO. Alleen daar durfde men al eens over de schreef te gaan, al eens een naakte vrouwenborst tonen. Dat gold ook voor de muziek. Ook daarin weken ze af van de hitparade, waaraan ik zo graag wilde ontsnappen. Die zondag was er ook geen bal op tv. Maar ergens in de namiddag sprong er een vonk uit dat toestel, die ook nu nog het vuur in mijn lijf doet oplaaien.
Drie langharige Canadezen verschenen op het scherm. De beelden in mijn hoofd zijn ongetwijfeld een stuk scherper dan toen op die oude televisie op de zolder van mijn ouders. De band had net een nieuw album uit, dat 'Moving Pictures' zou gaan heten. Gezien de heren uit Canada kwamen (iets wat ik pas later te weten kwam), waren de opnames gemaakt in een ondergesneeuwde studio.
De stem van Geddy Lee maakt na dertig jaar nog steeds even veel indruk. Het is geen toeval dat Stephen Malkmus in Shady Lane zingt: "What about the voice of Geddy Lee / How did it get so high / I wonder if he speaks like an ordinary guy" Dat is ook nu nog zo. Verbazend krachtig en bijzonder hoog is het spraakinstrument waarmee de man gezegend is. Je vergat er zowaar even bij dat hij ook nog eens bijzonder goed bas kon spelen.
Iets wat mij toen al meteen opviel was dat deze heren hun instrumenten niet gebruikten zoals ik dat gewoon was van al die andere muzikanten die ik kende. Dit was geen AC/DC, geen Elvis Costello, geen Rolling Stones. Dit was meer. Neil Peart zat ook toen al achter een indrukwekkende drumkit. Bovendien had hij - zo bleek later - ook nog eens alle, bijzonder fantasierijke teksten te hebben geschreven.
En Alex Lifeson liet zijn gitaar alle hoeken van de kamer zien. Nog steeds is het volop genieten van de solo's die de man uit zijn gitaar schudt. Ook bewonderenswaardig en misschien wel de grote kracht van de band Rush, het leek erop dat ze elkaar elk hun moment gunden. Dat wordt misschien nog het meest duidelijk in het instrumentale XYZ, waar elk van het trio zijn moment de gloire krijgt.
Die maandag na school heb ik een omweggetje gemaakt langs de platenwinkel - het moet de Soundgarden in Turnhout geweest zijn - om met die befaamde plaat onder mijn arm naar huis te rijden. In mijn maag kriebelde al het ongeduld om die magische zwarte schijf uit de glanzend zwarte hoes te halen en die naald de groeven van dit kleinood te laten verkennen.
Tom Sawyer zat naast me op mijn bed. In de Red Barchetta maakte ik een ommetje naast Geddy Lee. Auto's hebben me nooit geïnteresseerd, maar die wagen had wel degelijk al mijn aandacht. En ga zo maar door.
U mag gerust weten dat ik kant A heb grijsgedraaid en dat ik kant B eigenlijk een beetje heb verwaarloosd, iets waardoor ik later nog heb kunnen genieten van de verborgen pareltjes op de B-kant van de plaat.
De plaat is inmiddels dertig jaar oud, maar heeft nog steeds die uitstraling, waardoor ik het niet kan laten om hem af en toe uit de kast te halen. En die deluxe dertigste verjaardagseditie haal ik ongetwijfeld ook nog in huis. Maar eerst naar Ahoy om daar het ultieme Rushmoment te gaan vieren. Want live is deze band nog steeds niet te kloppen.
Als u ook zo'n moment had waarop u Rush leerde kennen, laat het hieronder gerust weten.