Günther Schickert - Samtvogel
Guenther of Günther Schickert prijkt in de ondergrondse geschiedenisboeken als de krautrockexperimentalist uit de jaren zeventig, die de zogenaamde solo-echo-gitaarsessies uitvond. In deze zin vind je al best wat info terug, want de combinatie “krautrock” en “seventies” staat voor de eerste, vaak uitgebreide probeersels met (zelfgemaakte) elektronische apparaten en een eigenzinnig muzikaal vocabularium. Het is nu al meer dan twintig jaar de missie van het befaamde label Bureau-B uit Hamburg om die goed verborgen krautrockexperimenten af te stoffen en op te frissen.
Zo’n twaalf jaar geleden kreeg de doorbraakplaat van Günther Schickert, ‘Überfällig’, al een gelijkaardige make-over. Nu is het de beurt aan de debuutplaat van deze bijzondere zelfdidact, die maar twee releases uitbracht onder eigen naam. ‘Samtvogel’ is een halve eeuw oud, maar ruikt nog volop naar eigenwijsheid, avontuur, experiment en een soort van ongrijpbare, minimale ambient-krautrock.
Voor deze plaat gebruikte Schickert geen synthesizers of ritmeboxen, maar enkel zijn gitaar, zijn stem, wat echokamers en een bescheiden opnameapparaat. Daar komen erg bijzondere vondsten uit, vertaald in slechts drie tracks die vooral stoelen op repetitieve patronen en minimale vervorming en evolutie. En op echo dus, die al eens een keertje te veel durft overstelpen en de compositie kortstondig in chaos dompelt - de ruwheid van one-take DIY-sessies.
Het hoeft dus niet te verbazen dat de slechts vijfhonderd vinylexemplaren destijds nauwelijks afnemers vonden (en dat je nu gemakkelijk vierhonderd euro mag neertellen voor zo’n “original version"). Het kost ons in elk geval ook wat moeite om de zes minuten lange, fluisterende en atonaal tokkelende opener Apricot Brandy helemaal te kunnen smaken. Buiten een cadans en een vage thematiek, vinden we er net iets té veel eigenzinnigheid in terug.
Dan krijgen de andere twee tracks meer tijd om echt tot zichzelf te komen. Kriegsmaschinen, Fahrt Zu Hölle begint lekker wazig en psychedelisch doezelend, om met meer en meer echopulsen langzaam zijn amorfe vorm te krijgen. Is het doordat Schickert vooral echoënde gitaarpatronen over elkaar weeft en zijn stem enkel gebruikt voor wat extra pulsen op het einde, dat deze track veel sterker over komt? Of omdat er veel meer diepgang in deze track zit door golven die vervagen en terug opkomen en wegdraaien, of omdat er ook luidruchtige rommels bijkomen in de achtergrond? In elk geval komt hier de volle kracht van de gitaarmeister tot uiting.
De allerleukste is misschien nog wel de derde track, Wald. Een woud van pulserende gitaarflangers zoals in de intro van de befaamde Anne Clark-hit Our Darkness zorgt voor hoofdtollende, doezelende noten waar je vanzelf techno-achtige ritmepatronen in gaat ontdekken. De kracht van herhaling.
Toegegeven, het blijft natuurlijk allemaal wat abstract en minimalistisch, dit soort van gitaar-effect-rafelmuziek. Maar dat neemt niet weg dat je er wel van kan genieten, en moet toegeven dat ‘Samtvogel’ zo’n vijftig jaar geleden echt wel baanbrekend moet zijn geweest. A piece of art that couldn’t die. Leuk spul voor de liefhebbers!