Garbage

Achtergrond

Garbage bracht in 1994 het gelijknamig debuutalbum uit, waarvan er tot vandaag vijf miljoen stuks verkocht werden. Meteen gaf dat album de aanloop tot een verdere succesvolle carrière. De groep laste in 2005 een zevenjarige sabat in, maar staat er vandaag terug met een tournee, die geheel in het teken staat van de twintigste verjaardag van dit debuut. En er mag ook wat commerce rond: om het geluid wat frisser te doen klinken werd het geheel geremasterd en aangevuld met een extra schijfje waarop b-sides en rarities terug te vinden zijn.

Garbage



Producer-drummer Butch Vig, die al jaren ervaring had op het gebied van klank (denk maar aan zijn studiowerk voor Nirvana), vond in 1993 dat de tijd was gekomen om zijn eigen muziekproject op te starten. Zo werd Garbage gevormd met bevriende gitaristen Duke Erikson en Steve Marker. Maar het handelsmerk werd de roodharige zangeres en keyboardspeelster Shirley Manson. Een echte, punky frontdame die met haar jeugdige uitstraling in tal van tienerkamers aan de muur kwam te hangen.

Een van de elementen, die dit album zo groot maakten, is het rauwe en ongepolijste, grungy groepsgeluid. Zo werden de eerste demo's van nummers als Vow en de klassiekers Stupid Girl en Queer zonder al te veel technische snufjes opgenomen in een boshut. Dit zorgde voor een heel naakt en direct geluid waarin de stem van Manson telkens flink naar voren werd gemixt. Demo's waarover Butch Vig zeer tevreden was en die nadien ook nog werden geëvenaard. Zangeres Manson omschreef het geheel als sci-pop om de klank toch maar een naam te geven.

De single Only Happy When It Rains is een perfect voorbeeld van dat brede groepsgeluid van Garbage: grunge, dance, new wave, highschoolrock en een vleugje punk. Leuk is dat de remastering ervoor zorgt dat de gitaarpartijen beter uit de verf komen, wat een extra dimensie aan de plaat geeft.

Bij het beluisteren van ‘Garbage’ merk je wel dat sommige nummers niet meer voor het verassingseffect zorgen van destijds. Zo is Heaven Is Wide een uitstekend nummer, maar de drum ‘n bass-drums en synthesizer zijn wel blijven hangen in het dancegeluid van de jaren negentig. Jeugdherinneringen dwarrelen neer met Not My Idea, een nummer dat destijds werd opgepikt door verschillende televisieseries (waaronder de tienervampierenserie 'Buffy The Vampire Slayer'). Dit is een heel poppy feelgoodnummer dat ons telkens doet meeknikken en in een mum van tijd opgewekt maakt. Ja, zelfs Mansons melancholische stemgeluid kan vrolijk klinken.

Geluidsreferenties aan de triphop van Bjork en Massive Attack horen we bij A Stroke Of Luck en in afsluiter Milk; twee downbeatproducties. Vooral de strijkerspartijen in Milk bezorgen ons na al die jaren nog steeds kippenvel. Voor wie geïnteresseerd is naar een gelijkaardige stijl uit het later oeuvre van de groep, kunnen we het James Bond-nummer The World Is Not Enough aanraden.

Vow blijft een bom van een nummer. Rock sans gêne (lichte distortion op de zang, overstuurde gitaarrifjes en snellere drumritmes) die halverwege in een shoegazeproductie overgaat. Iets wat Butch Vig verder op het album grandioos weet te evenaren in My Lover’s Box met als enig verschil dat het U2-geluid van Daniel Lanois en Brian Eno af en toe komt meekijken.

De twaalf nummers op ‘Garbage’ blijven sterke en boeiende composities, maar sommige songs hebben wel wat aan actualiteitswaarde ingeboet. Niettemin zijn we erg benieuwd naar het nieuwe werk dat er zit aan te komen (negentig procent van dat album zou al klaar zijn en volgens Butch Vig klinkt Manson even vurig als in de begindagen).

De zorgvuldig uitgekozen b-kantjes en rarities zijn een extra reden om dit album aan te schaffen. Zeker het slepende Sleep evenals de  Nellee Hooper-remix van #1Crush (dat verscheen als single en in de film 'Romeo+Julliet' werd gebruikt) zouden niet hebben misstaan op het album zelf. En dan zijn er nog de prachtige arthousevideoclips van singles Queer, Only Happy When It Rains en Stupid Girl.

18 november 2015
Carlos Dyckmans