Flashback 1966: Bob Dylan wordt voor Judas verweten door fans

Flashback

Vijftig jaar geleden kwam ‘Blonde On Blonde’ uit, één van de beste albums uit Bob Dylans repertoire. Maar dat werd op dat moment niet zo gezien. De plotse switch van akoestische folk naar het elektrische gitaargeweld werd door zijn fans op veel gemompel onthaald. Één dag na de release van die plaat kwam Dylan het ding voorstellen in de Royal Albert Hall in Manchester. Het was het decor voor één van de meest bizarre en vijandige avonden in de muziekgeschiedenis.

Flashback 1966: Bob Dylan wordt voor Judas verweten door fans



We gaan terug naar het jaar 1965, toen Bob Dylan aanzien werd als de stem van een generatie. De respons op zijn folkalbums ‘The Freewheelin' Bob Dylan’ en ‘The Times They Are a-Changin' was enorm.  Maar Dylan is een rasechte artiest en wilde kost wat kost zijn muzikale horizonten verbreden, ook al zou hij daarvoor zijn folkfans in de steek moeten laten.  In maart 1965 bracht Dylan de single Like A Rolling Stone uit. Een nummer met een rocksound, gebracht door een live band en met Dylan aan de elektrische gitaar. De fans waren “not amused”.

Tot dat inzicht kwam Dylan pas echt tijdens het Newport-festival in 1965. Geprangd tussen twee traditionele folkacts, kwam Dylan het podium op. Niet alleen met zijn akoestische gitaar, zoals de mensen hem tot dan toe gewend waren, maar met een live band. Ze speelden naast Like A Rolling Stone ook nummers als It Takes a Lot to Laugh, It Takes a Train to Cry en Maggie’s Farm, allemaal in een nieuw, elektronisch jasje.

Bij het verlaten van het podium steeg er luid boegeroep op uit het publiek. Dylan, behoorlijk op zijn tenen getrapt, kwam onder lichte dwang van de organisatie terug het podium op, met zijn akoestische gitaar. Hij speelde onder enthousiast gejuich nog twee bisnummers, alleen met zijn gitaar en een mondharmonica. Gedegouteerd verliet hij daarna het podium om uiteindelijk pas in 2002 terug te keren naar het Newport-festival met een valse baard en pruik. "Dylan electrified one half of his audience, and electrocuted the other”, kopte een plaatselijke krant. De tweestrijd tussen de Dylanfans was begonnen.

Na het Newport-schandaal zat Dylan met een hoofd vol vragen. Ontstond er boegeroep omdat het geluid slecht was? Begon het publiek te morren omdat de set van korte duur was? Was hij muzikaal wel de juiste weg ingeslaan? Het werd al snel duidelijk dat zijn publiek het elektrische geluid niet kon appreciëren. Maar Dylan zette door. Zijn album ‘Blonde On Blonde’ kwam uit in 1966, net op dezelfde dag als ‘Pet Sounds’ van The Beach Boys. Het was ondertussen al zijn derde, elektrische plaat, maar toch stootte hij nog steeds op een muur bij zijn fans. Één dag na de release van ‘Blonde On Blonde’ stond Dylan in Manchester. Het zou het culminatiepunt worden in zijn carrière.

Traditioneel bracht Dylan tijdens het eerste deel van zijn set een paar akoestische nummers, puur om zijn folkfans tevreden te stellen. Maar toen de live band op het toneel verscheen, werd de sfeer grimmig. Het publiek begon te morren, af en toe ontstond er luid gejoel en tijdens de stilte tussen twee nummers kwam dan eindelijk de reactie waar een groot deel van het publiek had op gehoopt. 

De eenentwintigjarige student Keith Butler kon het niet meer aanhoren en schreeuwde “Judas”, naar zijn voormalige held. Er ontstond gelach uit het publiek. Dylan antwoorde met “I don’t believe you. You're a liar!” Hij richtte zich vervolgens tot zijn band en fluisterde: “Play it fucking loud”, waarna een loeiharde versie van Like A Rolling Stone werd ingezet. Heel wat fans verlieten de zaal. De avond werd volledig opgenomen en zag uiteindelijk het daglicht in 1998 als de Dylan-bootleg ‘Live 1966: The "Royal Albert Hall"Concert’.

Dylan had het helemaal gehad en voelde zich verraden door zijn eigen fans. In een interview achteraf sprak hij zijn ongenoegen uit:

“Wussies and pussies complain about that stuff. It's an old thing — it's part of the tradition. It goes way back. These are the same people that tried to pin the name Judas on me. Judas, the most hated name in human history! If you think you've been called a bad name, try to work your way out from under that. Yeah, and for what? For playing an electric guitar? As if that is in some kind of way equitable to betraying our Lord and delivering him up to be crucified. All those evil motherfuckers can rot in hell.”

Deze periode in Dylans carrière, met ‘Blonde On Blonde’ als meesterwerk, wordt vandaag de dag nog steeds aanzien als het summum in zijn repertoire . Rolling Stone plaatste het album op plaats negen in de lijst van beste albums aller tijden. En Keith Butler? Die werd in 1999 opgezocht voor een documentaire op de BBC. Gevraagd naar zijn reactie op de feiten, zei hij: "I kind of think: you silly young bugger.” Verstand komt ook in dit geval duidelijk met de jaren.

23 mei 2016
Joris Roobroeck