Dranouter 2012 - de huismus

Achtergrond

Drie vrienden trekken dit jaar naar Dranouter. Iwein is een folkie, Wolf een anders-globalist en Stijn, de oudste van de drie en een beetje de verantwoordelijke is eerder een huismus. Elk van hen heeft zo zijn redenen om naar Dranouter te trekken. Stijn krijgt het laatste woord.

Dranouter 2012 - de huismus



'Hallo, ik ben Stijn. Ik ga dit jaar mee met Wolf en Iwein naar Dranouter. We gaan elkaar wel niet veel zien, want ik hou het liever rustig. Folk vind ik voor geitenwollesokkendragers en van zigeunermuziek krijg ik zenuwen.

Waarschijnlijk zal ik mij op donderdag wel bezighouden met het oppompen van de luchtmatrassen en ons potje koken, want Wolf en Iwein zullen wel al de wei op willen. Voor mij zit er niets tussen. Geen probleem, misschien ontmoet ik wel wat toffe meisjes op de camping.

Ik zie dat Barefoot & The Shoes uit Leuven komen. Die zal ik op vrijdag eens gaan checken. Zij citeren een boel interessante invloeden als The Doors, Led Zeppelin en Tom Waits. Dat moet kunnen.

Ook iets voor mij is Spinvis. Akkoord, dat zijn Hollanders, maar wel van de goede soort en ze hebben toch affiniteit met Vlaanderen, want op hun laatste plaat ‘Tot ziens, Justine Keller’ bezong Erik De Jong op een schone manier Oostende.

Absynthe Minded staat ook garant voor goede muziek van bij ons. Ik vind het wel een beetje wild af en toe, maar als ik mij wat vanachter hou, trappen die zestienjarige bakvissen van de eerste rijen niet op mijn tenen.

Seasick Steve is dan wel niet van hier, maar een goeie scheut blues kan er bij mij wel in. Daarna is het voor mij welletjes.

Ik wil er zaterdag zeker bij zijn als Het Zesde Metaal speelt. Ik ben naast muziekliefhebber ook zot van de koers en sinds hun ode aan Vandenbroecke Ploegsteert, hebben die gasten veel krediet bij mij.

Met pijn in het hart, zal ik ook afscheid nemen van Bloedend Hart. Mooie Nederlandstalige muziek van bij ons. Nooit opgepikt door Tien Om Te Zien, maar dat hoeft ook niet. Aan mij zijn ze niet voorbij gegaan.

Wolf zegt dat ik ook naar Wallis Bird moet gaan. Ze wordt vergeleken met Janis Joplin en volgens Wolf laat ze haar borsten zien als we meezingen. Zou het de moeite zijn? Iwein beweert immers dat Boy & Bear mij beter ligt. Ik heb hun cd ‘Moonfire’ eens beluisterd en ik moet toegeven dat die harmoniezang mij wel bevalt.

Daarna moet ik ook weer kiezen, of ik moet van elk een stukje meepikken. Bart Peeters speelt om 22 uur in de grote tent en die zal niet klaar zijn om kwart voor elf wanneer Blaudzun begint. Nu ja, de Peeters speelt nergens anders meer deze zomer en die Nederlander kan ik misschien nog wel ergens zien.

Op de laatste dag is het weer feest voor mij. Het begint al goed met onze eigen Guido Belcanto. Als hij Op het Zeildoek van de Botsauto’s  speelt, trakteer ik hem daarna eens op een ritje op de autoscooter die ergens op het terrein zal staan. Daarna speelt een van mijn helden: Lieven Tavernier. Man, die laatste cd is goed. Waarom hoor je hem nooit op de radio?

Sarah Ferri is ook van hier, maar die moet ik nog ontdekken. Als ze tegenvalt, trek ik naar The Delta Saints. Die spelen ook een soort van blues en dan ben ik al op mijn plaats wanneer Ane Brun begint. Dat is wel een Zweedse, maar haar doorleefde manier van zingen kan ik wel appreciëren. 

Ik weet niet of ik nog een nacht op de camping zal blijven slapen. Dat hangt er van af hoe rustig onze buren zijn. Als het tegenvalt, kies ik volgend jaar voor de hotelformule. Zo’n camping dat is toch eerder iets voor jonge gasten als Iwein en Wolf.'

28 juli 2012
Marc Alenus