Dikke merci, Arno, godverdomme

Dikke merci, Arno, godverdomme

De kroniek van een aangekondigde dood was een noodzakelijk, maar zeer lastig proces om volgen. Arno nam afscheid zoals hij dat zelf koos: vanop het podium. Maar uiteindelijk moet iedereen komen te gaan. Sta me toe dat we enkele persoonlijke bespiegelingen verzamelen over één van de meest invloedrijke culturele fenomenen dans le plat pays.

De 'Tourmalaise'-tour van TC Matic en Lavvi Ebbel in Jeugdhuis De Pungel - 1981

Nadat de voorzitter van Jeugdhuis De Pungel, een zekere Rik, vader had gerustgesteld dat alles ok was, togen we op weg, onderwijl nippend aan een eerste Ops-Ale. Wat de heren uit Oostende daarna met ons zestienjarig brein uithaalden, is nooit echt meer goed gekomen: een orkaan van witheet geluid (afkomstig uit een heel klein Marshall-versterkertje) spoelde over ons heen. En je voelde onmiddellijk: "Dit is iets! Hier gebeurt iets! Modern Noise in my Body"

Inderdaad, die ritmesectie, die weirde synths, die stalen klanken en die bargoense présence. Na afloop kochten we de dubbelsingle White Rhythm / Femme Femme / Modern Noise / Take it Easy en we speelden hem tot in de oneindigheid. We kregen er een gratis badge bij van die andere withete groep van het moment: Luna Twist.

Drie weken later hoorden we voor het eerst de nieuwe single van TC Matic Oh La La La bij Marc Moulin op Radio Cité. Maar voor ons was dat al oud nieuws, want wij hadden het dak er helemaal af zien gaan in Jeugdhuis De Pungel. De indringende klanktapijten waren al even pregnant op band gezet door Aerts, die het hele productionele proces zo perfect wist om te zetten dat je bijna niet hoefde te zeggen: “Live was het beter”.

Vreemde vaststelling: dat unheimliche gevoel dat ons destijds in 1981 bekroop toen White Rhythm door de transistorboxen schalde, is er nog steeds. Arno Hintjens op gemodereerd decibelniveau (tikje on-Arno): “A little knowledge can be very dangerous” en een groep die redelijk ingehouden (tikje on-TC Matic) presteert, maar het levert een ingehouden dynamiek op die nog steeds naar de strot grijpt.

TC Matic, het debuut

Na de dubbelsingle in 1980 en met een knoert van een live reputatie waren Oostendes felsten met het debuut in 1981 klaar voor het grote werk. Er is zelden of nooit een vuriger en dynamischer live groep aan de gang geweest op de Belgische podia dan TC Matic. Vooral de oerversie met de bokkige ritmetandem Cloet-Baelen, de supertierlantijnen van Feys, de riffs van Aerts en de oergrom van Hintjens. Ze kwamen altijd een beetje van Mars en etaleerden een mentaliteit van alles moet hier kapot. Een immer stinkend loeiharde mix van wave, rock, blues en chanson.

En dat debuut in 1980 verschroeide alle concurrentie in binnen- én buitenland. Als zestienjarige grensbewoner (met Nederland) waren wij altijd stikjaloers op Hollandse topgroepjes als Golden Earring, Brood, Urban Heroes, New Adventures. En wij hadden quasi niemendal niks. Maar ik weet dat mijn Hollandse vrienden toen op hun beurt groen van jaloezie waren op onze TC Matic, die trouwens met open armen werd ontvangen in Nederland en het zelfs tot op het festivalmonument Pinkpop schopte, hetgeen zelfs voor een Nederlandse groep eerder uitzondering dan regel was.

Op dat debuut stond geen enkele "stinker". Van Bye Bye Till The Next Time, Viva Boema tot With You. Fier dat we waren op deze Belpoptopper. Iedere keer dat we het vinyl heel voorzichtig uit de hoes haalden, verbrandden we bijna de vingers. Veertig jaar later is het vinyl nog altijd in “mint condition”, zo voorzichtig we daar mee omsprongen. Die meeslepende Weltschmerz met die onaardse guitar from Mars van Jean-Marie Aerts die het snaarinstrument liet huilen, kreunen en schreeuwen op een manier die enkel Martin Hannett op zijn Joy Division-producties klaar kreeg.

Ook de synthlijnen van Feys waren zonder voorgaande in deze contreien. En dan die ritmesectie van Baelen en Cloet die funky, strak en zonder mededogen geselde. En to finish it off: dat omnipotente, allesoverheersende charisma en zelfvertrouwen van Hintjens. We hebben eigenlijk nooit begrepen waarom de plaat geen grotere cultaanhang kreeg in het buitenland, maar de distributie- en communicatiekanalen waren nog dermate amateuristisch en op los zand en toeval gebouwd, dat ze geen schijn van kans hadden maar de plaat mag er nog altijd tussen staan, zo ergens tussen Gang Of Four en A Certain Ratio.

TC Matic Live

Ze waren in 1978 ook al eens op Breekend gepasseerd met Tjens Couter, maar toen waren wij nog ietsje te jong voor iets gevaarlijks als een festival. Maar TC Matic was vaste prik, want ook in 1983 en in 1986 sierden ze de affiche en in 1988 was Arno ook alweer daar op het Breekend City Festival, samen op de affiche met het prille The Romans.

Elke keer als je Arno of J.M. Aerts in de backstage passeerde, probeerde je te doen alsof dat de gewoonste zaak ter wereld was. Artiesten onder elkaar, terwijl in werkelijkheid je hart in je keel bonste, maar je behield wel je cool. Arno had toen net zijn tweede soloplaat 'Charlatan' uit en jong en ongeduldig als we waren, misten we een beetje de Sturm und Drang, die ons altijd zo boeide bij TC Matic.

Nummers als Tango De La Peau en Bathroom Singer waren ook toen en daar op het Breekend City Festival heuse belevenissen. We zijn Arno blijven volgen, maar niet met de intensiteit en de bravado waarmee we blindelings in elk TC Matic-verhaal meestapten. On a Personal note: toen we in 2016 voor de zestigste verjaardag van Kloot Per W in Het Depot met The Romans speelden, stond ook J.M. Aerts op de affiche. Hij heeft toen voor onze Romeinse drie-eenheid - echt waar - een kleine privévoorstelling in de coulissen gedaan van Putain Putain.

En nu?

En nu moeten we allemaal verder zonder Arno. Dat vertelde hij iedereen ook zo vaak hij kon: “Live in the moment”. Wat daarna komt, zullen we wel zien. We zullen het zien. Het leven zal niet altijd meer zo kleurrijk zijn, want bij elke release - of je hem goed vond of niet - hoorden ook altijd weer interviews die een verhaal uitdroegen, die een lach en een traan vertelden, die grappig en relativerend waren. Met een knipoog, met een beau mot, met een citaat waar iedere halve journalist onmiddellijk een titel uit kon puren. Zelden of nooit gemeen en altijd met de nodige dosis mededogen. Die dekselse kwajongen van de kust is niet meer. Ook raar: altijd als we door de Dansaertstraat in Brussel of de Visserskaai in Oostende wandelden, hadden we het gevoel dat we hem elk moment konden tegenkomen. Heel vreemd als dat gevoel nu für Immer weg is.

Take It Easy, Arno. En dikke merci godverdomme!

24 april 2022
Laurens Leurs