Die laatste zaterdag van november 2014…

Column

Die laatste zaterdag van november 2014…

Het liet geen enkele Vlaamse muziekliefhebber onberoerd. Ook (cd) kon niet zomaar voorbij aan het feit dat het al vijf jaar geleden is. Vandaar...

Ik weet amper nog wat ik vorige week zaterdag deed, maar door een speling van het lot is de namiddag van zaterdag 29 november 2014 in het geheugen gegrift. Om god weet welke reden keken we ’s middags thuis op YouTube naar de fictieve rockumentary over de Portables. Die docu blikt in het jaar 2046 terug op de carrière van de Gentse undergroundband met als rode draad het levenswerk van bandlid Jürgen De Blonde: al sinds zijn derde broedde hij zogezegd op een wereldhit met als werktitel Ria. Halfweg de reportage duikt ene Luc De Vos als cameo op om hem in een park de tekst en melodie te ontfutselen. Het verhaal eindigt (spoiler alert!) met een mislukte moordpoging op De Vos in de rechtszaal na de uitspraak in een verzonnen plagiaatproces rond de - intussen - wereldhit Mia.

“Lachen, gieren, brullen”, zou De Vos zelf gezegd hebben… maar amper een paar uur later begon het gerucht in de vooravond de ronde te doen dat hij dood was. Helaas geen fake news.

Flashback naar 1992. Mijn kotgenoten dweepten met de debuut-cd van Gorky, maar ik vond er maar niets aan (wegens vertrokken naar meer weirde muzikale oorden). Misschien had dat te maken met die erg korte affaire met een andere kotgenote, genaamd Anja? Jarenlang waaiden de man, de band en de muziek langs me heen (Achter Glas van Tröckener Kecks was gewoon beter - punt uit). Van de optredens, die ik in de jaren negentig zag, herinner ik me niet veel meer, behalve dat Gorki eens samen met The Pogues en Senser op het Sint-Pietersplein (niet in Rome maar in Gent stond).

Tot de zomer van 2000. Gorki speelt op Rock Werchter in de Pyramid Marquee en op sleeptouw genomen door een schrijvende collega, ga ik toch maar nog maar eens kijken naar “Gorki from Belgium”. Ik beleefde er één van de meest pakkende en mooiste concertmomenten ooit: Luc De Vos dist tijdens Lieve Kleine Piranha een verhaal op (ongeveer negenendertig minuten, zie hieronder) over die keer dat hij zich aan een stagedive waagde, op zijn kop terecht kwam en een popgroep begon (“Ze noemden ons de U2 van Oost-Vlaanderen”). De Vos laat een jongensdroom uitkomen en brengt op dat podium van Werchter een flard van U2’s Gloria (groeiden we niet allemaal een beetje op met U2 in die tijd?).  “In 1980 of zo ging ik voor de eerste keer naar Torhout en U2 was daar ook; die gast was altijd maar aan het zingen van Gloria en nu mag ik dat ook eens doen op Torhout/Werchter - echt fantastisch”. Dat heet dan ontwapenend zijn…

Door - alweer - een speling van het lot reed ik diezelfde zomer vanuit Gent met het gezin De Vos mee naar Pukkelpop en leerde een hilarisch fijne mens kennen. Bijna dertig en weinig starstruck sprak ik hem daarna eigenlijk nooit meer aan (waarom ook?). Maar met terugwerkende kracht dook ik toch maar eens grondig in zijn oeuvre om - met een schaamtelijke vertraging - onwezenlijke parels als Wie Zal Er Voor De Kinderen Zorgen of Monstertje op te vissen.

Een ander hoogtepunt was die keer dat hij in 2006 op de “0110”-concerten in duet met Isabelle A de warmste versie ooit van Hé Lekker Beest ten beste gaf. Intussen was Luc De Vos een BV pur sang geworden en Vlaanderen van zeven tot zevenenzeventig jaar (nee, tot honderd jaar) genoot van zijn ongeremde kapriolen op de televisie (ja, ook mijn moeder). Is er eigenlijk iemand die "Vos" geen sympathieke peer vond?

Zijn dood dompelde tv-kijkend en muziekminnend Vlaanderen dan ook in een diepe collectieve rouw. Ook ik kon niet anders dan op 6 december 2014 naar het Sint-Pietersplein (niet in Rome maar in Gent) afzakken om afscheid te nemen van iemand die ik al bij al niet kende. Het was er tegelijk intriest en regenboogschoon. Het applaus, dat losbarstte toen de kist uit de kerk gedragen werd met erachter de laatste bandleden van Gorki, zijn vrouw en zoon en naaste vrienden (inclusief "Foortieboy" die me in 2000 richting Pyramid Marquee porde), ging door merg en been. Alsof Luc De Vos instant zalig én heilig mocht worden verklaard. Waarom niet eigenlijk? Wat zijn muziek voor heel wat mensen heeft betekend, kan gerust gelijk gesteld worden met een paar mirakels.

Sterren komen, sterren gaan, en blijkbaar blijft niet alleen Elvis bestaan. Luc De Vos was erbij toen de Ghelamco Arena in 2013 werd ingewijd en een week na zijn heengaan werd bij de eerstvolgende thuismatch van AA Gent een traditie ingezet om tijdens de tweeënvijftigste minuut (refererend naar zijn leeftijd) uit volle tribuneborst collectief Mia te zingen. Dichter bij huis zijn we al blij als de kinderen behalve ondingen als Taki Taki en Huts op de achterbank in de auto ook al eens om Mia vragen. Omdat ze het kennen uit de zangbundel van de scouts. Zonder te beseffen dat scoutsleider Rikki-Tiki-Tavi de zoon van schepper Luc De Vos is. Alweer een speling van het lot zeker?

Mag ik afsluiten met Monstertje? Voor mij samen met Gelukkig Zijn van Raymond en Rozane van Wim De Craene het beste en diepst snijdende Vlaamse nummer ooit. Bedankt voor alles wat je schreef (en voor die lift).

30 november 2019
Christophe Demunter