#DeAfsluiter - David Bowie - Bewlay Brothers (1971)

#DeAfsluiter - David Bowie - Bewlay Brothers (1971)

De afsluiter van een plaat, daar is hard over nagedacht. Hij moet een blijvende indruk nalaten of een open vraag inleiden. Wat komt hierna?! Zoals de laatste scène in een film. Is het de synthese van het verhaal of is het een bruggetje naar het volgende? Vaak is het een zacht orgelpunt of is het het meest avontuurlijke nummer op de plaat die de richting aangeeft waar de artiest een volgende keer naartoe wil.

'Hunky Dory', nog zo'n plaat die we graag in zijn geheel tot ons nemen en waar de folky singer-songkant van David Bowie naar voren treedt met een vreemde en boeiende mix aan songs die door de jaren heen leest als een soort van “Best of”. Want wat te denken van Changes, Queen Bitch, Life On Mars, Oh! You Pretty Things, …

En dan dat verstilde einde, de Bowie-favoriet van Lou Reed. Bewlay Brothers bloeit na één minuut open tot een fascinerende popsong die zeer bizar eindigt en op een vreemde manier Bowie's relatie tot zijn schizofrene stiefbroer Terry beschrijft. Het was Terry die hem introduceerde in de jazz, hetgeen hem zo enthousiasmeerde dat zijn moeder hem in 1959 een saxofoon kocht voor kerstmis. Bowie in 2008 over Bewlay Brothers: "The only pipe I have ever smoked was a cheap Bewlay. It was a common item in the late sixties and for this song I used Bewlay as a cognomen - in place of my own. This wasn't just a song about brotherhood. So I didn't want to misrepresent it by using my true name. Having said that, I wouldn't know how to interpret the lyric of this song other than suggesting that there are layers of ghosts within it. It's a palimpsest, then.

The circumstances of the recording barely exist in my memory. It was late, I know that. I was on my own with my producer Ken Scott; the other musicians having gone for the night. Unlike the rest of the 'Hunky Dory' album, which I had written before the studio had been booked, this song was an unwritten piece that I felt had to be recorded instantaneously.

I had a whole wad of words that I had been writing all day. I had felt distanced and unsteady all evening, something settling in my mind. It's possible that I may have smoked something in my Bewlay pipe. I distinctly remember a sense of emotional invasion. I do believe that we finished the whole thing on that one night. It's likely that I ended up drinking at the Sombrero in Kensington High Street or possibly Wardour Street's crumbling La Chasse. Cool." 

Bewlay Bros. Was ook de naam die Bowie, Iggy Pop en technieker Colin Thurston in 1977 hanteerden als pseudoniem voor hun driekoppig productieteam. En later wendde Bowie het aan als benaming voor zijn auteursrechtenfirma: Bewlay Bros. Music. 

Bowie zelf vond het ook een nummer bestemd voor de Amerikaanse markt, omdat "de Amerikanen altijd dingen willen lezen in dingen, terwijl de tekst absoluut nergens op slaat". Pas in 2002 speelde hij het nummer voor het eerst live op BBC Radio 2 met de inleiding: "Ik wil dit niet doen tenzij iedereen het kent. Het was van lang geleden. We hebben het nooit op het podium gedaan, in een theater. Het heet The Bewlay Brothers."  Toen het publiek zeer enthousiast reageerde, vulde hij aan: “Jullie zijn een stel obscuristen, nietwaar? We hebben dit nooit, maar dan ook nooit gedaan in een radioshow; we hebben dit nooit gedaan op het podium."

Een boeiend laatste nummer van een fantastische lp uit 1971, één van de betere, maar laten we niet beginnen tellen want met één hand kom je niet toe.

17 september 2020
Laurens Leurs