De werkweek van Tom Barman

Achtergrond

Een hele zomer lang hoorden we het gonzen over Taxiwars’. Van "Geniaal" tot "Gezeur", van "Wonderlijk" tot "Ergerlijk". Pas tegen het vallen van de bladeren kregen we de kans om zélf poolshoogte te nemen…

De werkweek van Tom Barman



Taxiwars in Gent en Brussel: Jazz for the rock generation (maar wel écht jazz)

In een nauwelijks voor een derde volgelopen Centrale in Gent, begint Tom Baman aan een drukke en eclectische herfst waarin hij hand over hand – en bijna dag na dag – switchet van Taxiwars over Magnus naar dEUS en weer terug. Op het podium valt Barman kinetisch een beetje uit de toon. Met z’n expressieve manier van bewegen en dansen, lijkt hij soms op een andere beat te grooven dan z’n drie jazzkompanen Nicolas Thys (bas), Robin Verheyen (sax) en Antoine Pierre (drums). Een beetje een olifant in een porseleinwinkel, bij momenten, maar net daardoor ook charmant. Wat we horen en zien is wel degelijk honderd procent jazz. Goeie, en klassiek geïnspireerde jazz, zelfs, die zich veel dichter bij Miles Davis, Charles Mingus en John Coltrane bevindt dan bij ‘jonkies’ als Eric Truffaz.

De groep opent in Gent met een nerveus voortrazend Taxiwars dat zich neurotisch en vloekend een weg door het spitsuur baant. Goddard is in de buurt, net als de vroege, jazz-geïnspireerde dEUS van ‘Worst Case Scenario’.

Tussen en tijdens de nummers prutst Barman vaak aan z’n vocal efect processor en dat ging wel eens vervelen. Niet alle stemeffecten lijken even trefzeker gekozen en soms vragen we ons af of bij deze of gene falset of grafstem wel het juiste knopje was ingedrukt.

Maar dat is meteen ook onze enige kritiek. Barman trekt zich uitstekend uit de slag in het gezelschap van drie stermuzikanten. Tijdens de spannende cover van Robbie Robertson’s Somewhere Down the Crazy River hou je de hele tijd de adem in, want één enkele hapering in deze getoondichte film noir is voldoende om de magie volledig te verbreken. Maar Barman’s delivery is spot-on en z’n timing feilloos.

Z’n drie begeleiders vervullen elk op hun eigen manier een glansrol. Robin Verheyen schept er zichtbaar genoegen in om op z’n altsax citaten uit de jazzgeschiedenis rond te strooien – van uplifting, Paul Desmond-achtige arrangementen tot paranoïde grootsteedse funkjazz met een voorkeur voor bijna poppy, Sonny Rollins-achtige melodieën. Tijdens een van de vele hoogtepunten, tegen het eind van de show aan, laat Verheyen ook nog een sopraansax – als een personage bijna - vertellen, lachen en gillen.

Ook de volgende dag, in Brussel, zijn Taxiwars uitstekend op dreef. Ook hier glansrollen voor de drie begeleiders en Barman die zich af en toe opvallend afzijdig houdt en geniet van het spektakel dat de rest van de band biedt, met onder meer Nicolas Thys die ons het ene moment  even laat wegdromen naar de tijden van Stef Kamil Carlens, toen die nog contrabas speelde, om even daarna een soort van bluesy slide gitaarklank uit z’n staande bas te toveren.

Taxiwars zijn meesterlijke storytellers, melodieus en sfeervol. Hun optredens zijn – met pijn in het hart, maar eerlijk is eerlijk – spannender dan de laatste shows die we van dEUS zagen.

Magnus in Vooruit: Dance, dance, dance

Woensdag 27 oktober, derde Belgische speeldag voor Barman, deze keer in de hoedanigheid van hitsige dance-crooner. Van vermoeidheid geen spoor. Integendeel zelfs, ‘s mans heupslag oogt krachtiger dan ooit en na de voorbije, naar zijn normen toch wat ingetogen tweedaagse, heeft Barman duidelijk zin om te shaken.

Geen voorzichtig opwarmertje, van meet af aan de beuk erin met een drieluik uit de eerste plaat: The Pick-up, Rhythm is Defied en Jump Needle.

De nieuwe nummers, zo valt hier op, zijn wat geaffecteerder, wat killer dan het werk uit ‘The Body Gave You Everything’. French Movies, Soft Foot Shuffle, Summer’s here, … klinken analoger, sexier dan de meer verhalende, epische songs van ‘Where Neon Goes To Die’.  Maar storen doet dat niet, het komt de opbouw en de spanningsboog van een Magnus concert alleen maar ten goede. Als is hier van rustpunten sowieso geen sprake. Eens de kritische massa in een overvolle Vooruit zich in beweging heeft gezet, is er geen houden meer aan. Nu nog drank gaan halen is een zinloze onderneming.

Tim "Bolan" Van Hamel zorgt voor visueel spektakel door bij momenten als een soort van half-vloeibare menselijke riff bijna letterlijk één te worden met z’n gitaar, drummer Christophe Claeys doet iets soortgelijks aan de drums. CJ Bolland lijkt meer dan vroeger een soort elektro orkestleider, die de hele tijd het overzicht bewaart. Barman danst en geniet.

Zichtbaar speelplezier op het podium – in de zaal is het kookpunt allang bereikt – Everybody Loves Repetition, zeker hier, vanavond.  Wie niet meedanst, is gezien.

Assault on Magnus, door Barman ooit "eigenlijk een dEUS-nummer" genoemd, krijgt nòg meer gloed door het intussen  traditionele gastoptreden van dEUS bassist Alan Gevaert. Magnus’ assault on the Vooruit is niets ontziend. De bisronde is kort en krachtig: Rock Chick, Death of Neon en Summer's Here.

Vanaf volgende week zit Barman in de studio voor de plaat van Taxiwars, tussendoor treedt hij op met diezelfde band en met Magnus, vanaf december komt daar ook nog eens de dEUS tour bij. Barman’s "multiple personalities" draaien dubbele shifts, deze dagen, en het gaat ze bijzonder goed af.  Naast z’n talenten als songschrijver, performer, filmer en zanger, beschikt Barman trouwens nog over een kwaliteit, die slechts zelden in het licht wordt gezet. De man blijkt een uitzonderlijk goed headhunter. De trefzekerheid waarmee hij de medewerkers kiest is verbluffend. Z’n projectmedewerkers blijken telkens weer complementair, in geen enkele samenwerking die hij op touw zet, lijkt er sprake van een mismatch. Bovendien lijken z’n vennoten elkaar telkens weer iets toe te voegen, dat meer is dan de som van de samenstellende delen.

31 oktober 2014
Peter Lissens