De platenbubbel
Column
1 mei is Dag van de Arbeid? Vergeet het maar! 1 mei is dag van de platenbeurs in Heist-op-den-Berg.
Er zijn zo van die dagen die vastliggen in mijn leven. 1 mei en 1 november zijn er daar twee van. Dan is het namelijk platenbeurs in Heist-op-den-Berg. En dat is een platenbeurs waar ik al zo lang naar toe ga, dat het bijna een ritueel is geworden, een virus waar ik niet onderuit kom, een ziekte die ook mijn jongste dochter niet heeft gespaard. Maar dit keer is de sportbacterie sterker en kiest zij er alvast voor om met haar damesploeg een tornooi te gaan spelen. Oh well!
Dan maar alleen op weg naar het Kempense stadje, de verwachting borrelend in mijn buik, de vraag van wat ik dit jaar zal vinden brandend tussen mijn oren. Oei, de rotonde waar ik diende af te draaien heb ik met al dat gepeins al gemist. Geen nood, honderd meter verder is er nog een straat waarmee ik het cultuurcentrum langs de andere kant kan besluipen. Parking vind ik nog vrij vlot. Niet zo vanzelfsprekend, als je ziet dat er al een rij wachtenden staat aan de inkom.
Eens het ereteken van aanwezigheid pronkt op de binnenkant van mijn pols, kan de zoektocht beginnen. Altijd neem ik me voor om eerst na te denken voor ik iets ga kopen. Zelden slaag ik daarin. Toch maar even de tijd nemen om alle stands van enige afstand te bekijken voor het snuisteren kan beginnen. Er zijn standhouders die je steevast terugziet: de bebaarde metalverkoper onderaan het podium, de Indische Engelsman met vaak erg interessante dingen in zijn collectie, de Waal/Fransman met de venijnige rokershoest,… ze staan er allemaal.
En dan ga je stilaan dieper in op wat er te zien valt. “Hebt u iets van Architects, meneer?”, vraag ik, de opdracht die mijn dochter me gegeven heeft, opvolgend. Oh, die verzamelboxen zien er verleidelijk uit, maar toch maar niet. Ai, de eerste plaat van Motorpsycho! Het geld begint stilaan te branden in mijn portefeuille.
En zo gaat het verder. Eens je iets interessants tegenkomt, doorloop je het hele aanbod en vaak vind je dan nog andere dingen. Even kijken of de kwaliteit van de cd's overeenstemt met de gevraagde prijs voor de euro's van eigenaar veranderen. Een vriend, die ook een stand heeft, smeert me de eerste single van De Kift aan en luistert dat op met een verhaal over een concert van die band in zijn thuisdorp. Geld goed gespendeerd in mijn boekje.
Steeds blijft er iets knagen, eens ik de uitgang gepasseerd ben. Heb ik hier nu alles uitgehaald wat er uit te halen viel? Had ik niet verder moeten zoeken? Maar het verdict is onverbiddelijk: genoeg centen verspild. Tijd om huiswaarts te keren.
Op de terugweg hoor ik de onvolprezen podcastmaker van Radio 1, Ward Bogaert, een prachtig verhaal breien rond een ereteken, dat zijn zoontje voor 30 eurocent op de rommelmarkt heeft gevonden. Het doet me denken aan de eigen bubbel waarin ik me op 1 mei (en bij uitbreiding op 1 november) steeds weer bevind, mijn hoogsteigen platenbubbel, waarin het zo knus is, waarin dromen werkelijkheid worden (of net niet).