De mythes van de jaren 00: Het internet als creatieve vrijhaven

Achtergrond

Misschien kent u nog mensen die verbijsterd naar de eerste televisiebeelden keken. Met een grote antenne op het dak zagen zij een zwart-witte presentatrice, en sommigen onder hen droomden van de mogelijkheden die het medium bracht. L'histoire se répète. Tot u spreekt iemand die nog naar diverse bibliotheken moest gaan om schoolinformatie op te zoeken, die zijn eerste mp3's via ISDN downloadde à rato van 1 song per uur, én die de juichende toekomstvoorspellingen altijd met een scheef oog bekeek.

De mythes van de jaren 00: Het internet als creatieve vrijhaven



Eén van die toekomstvoorspellingen was: "Binnen enige tijd zal het zenden van een e-mail het zenden van een brief grotendeels vervangen." Dat is uitgekomen. Een andere: "Via het internet kan iedereen moeiteloos kennis maken met andere muziek en culturen, én zal iedereen zijn eigen creativiteit met de wereld kunnen delen." Het internet als creatieve broeihaard, dus.

Op een paar muisklikken van de hele wereld

Er is wel íets van, natuurlijk. De mogelijkheid is er. Platen van obscure slidegitaarbands uit Florida of grote accordeonisten uit Peru zijn te downloaden tegen schappelijke prijzen, YouTube staat vol met liveopnames van bekende en minder bekende artiesten, lessen en partituren voor eender welk lokaal instrument zijn slechts een paar muisklikken weg, en wie dat wil, kan vandaag een alpenhoorn bestellen en 'm binnen vier tot zes dagen thuisbezorgd krijgen.

Opnamesoftware is erg goedkoop geworden. Met een minieme investering maakt men van de pc een homestudio, en de eigen songs kunnen via heel wat kanalen wereldkundig gemaakt worden. Een platenfirma is overbodig geworden, en zelfs een boekingsagent met internationale contacten hoeft niet meer zo. Je kan gewoon even de wereld rondmailen om een tourneetje in elkaar te boksen.

Dictaten van marketinglui

Tot zover de theorie: alles is ter beschikking. Behalve dan misschien de creativiteit. Want zelfs nu mensen in wezen niet meer afhankelijk zijn van de dictaten van marketinglui van platenfirma's - over heersende trends en verkoopbaarheid - blijft de muziekwereld maar een mager beestje. Of misschien geven wij het zoeken te snel op. Iedere Piet Snot met een gitaar wil tegenwoordig immers zijn eigen vervelende interpretaties van grijsgecoverde songs wereldkundig maken op z'n space. Vind dan die ene, talentvolle jongeling maar terug.

En wie helpt je op weg op die zoektocht? De media, de hypes. Wij vragen ons af: hoeveel industrie zit er achter die zogenaamde MySpace-hypes? Want, eerlijk gezegd: wij hebben nog niet vaak mailtjes van vrienden ontvangen met "kijk eens naar deze MySpace!". En toch zien we in bio's opduiken dat groepjes "op mySpace ontdekt zijn". Klinkt natuurlijk leuker dan: "werd door een platenfirma georganiseerd omdat hun gezicht zo goed bij hun radiomuziek past". En zo krijgen popartiestjes van het zevende knoopsgat credibiliteit en is het dus weer aan dezelfde promomachine die de wereld al jaren onder onschadelijk gemekker bedelft.

Ode aan de middelmaat

Nu, het is niet enkel aan de industrie gelegen. Hoe toegankelijker iets wordt, hoe meer middelmatigheid je krijgt. Bovendien kan je met gratis of goedkope programma's al wat galm op je stem steken en iets zo vaak inspelen en inzingen tot het ietwat klinkt. Met een ander gratis programmaatje zet je er misschien wat ritmes achter. No sweat. En dat is het probleem. Een beetje moeite of een beetje zweet komt er niet meer bij kijken. Misschien is het juist die overdaad aan mogelijkheden die de creativiteit de nek omwringt.

David Lindley speelt graag op goedkope gitaren "because they don't sound like expensive guitars". Hij haalt dan ook originele klanken uit die goedkope gitaren. Brian Wilson liet zijn creativiteit de volle loop en nam Pet Sounds op 'maar' acht sporen op. Meer heb je echt niet nodig. Bruce Springsteens democassetes werden zelfs meteen een plaat: 'Nebraska'.

Maar dat zijn dan ook uitzonderlijke mensen. Die waren er vroeger al niet veel, en die zijn ook nu nog niet dik gezaaid. Nee, het internet heeft de mensen niet creatiever gemaakt. Het is gewoon een grote ode aan de middelmaat.

22 december 2009
Stefaan Van Slycken