Constant Meijers - ‘Hotel Californië & andere Rock-‘n-Roll Verhalen’

Constant Meijers - ‘Hotel Californië & andere Rock-‘n-Roll Verhalen’

Wie zich romantiek, mysterie en doorzopen nachten aan de boezem van de muze voorstelt bij muziekjournalistiek, zal zich na het zwaar anticlimactische eerste hoofdstuk van Constant Meijers’ boek ‘Hotel Californië’ ruimschoots bekocht voelen. Een verwachtingsvolle uitnodiging van Don Henley, ettelijke telefoontjes, discussie, geregel en herinneringen aan de tijd toen The Eagles nog min of meer vriend aan huis waren vooraleer ze doorbraken draaien uit op een korte handdruk en een “Thanks for everything”, terwijl Henley zich naar een wachtende auto haast. Realistisch is het wel, maar levert het een goed boek op?

Meijers wisselt in hapklare hoofdstukken af tussen anekdotes over interviews en concerten, Amerika-reizen op zoek naar waar het allemaal gebeurt, de oprichting van Oor, de gouden tijd van de rock, eerlijke herinneringen aan obscure concerten en beschouwingen over vaak onterecht vergeten muzikale goden. Dit boek is dan ook voer voor wie van de generatie is die, decennia voor het ontstaan van Wikipedia, uren sleet met Oors Popencyclopedie op schoot en van de muzikale fijne neus voorzien is om Todd Rundgren en Tim Hardin te kennen.

Het is helaas niet altijd even vlotte lectuur. Wij weten natuurlijk niet welke voorstelling u zich maakt bij rockjournalistiek, maar het is nu eenmaal inherent dat een interviewer vaak afhangt van de luimen van artiest en management. En hoe groter de ster, hoe groter de luimen. Verhalen over uren wachten, dozijnen telefoontjes, slecht geregelde afspraken en straal genegeerd worden kan je helaas niet in een verschroeiend tempo brengen. Zelfs die keer dat Mick Jagger een interview met Ron Wood kwam kapen of toen er een taxi gedeeld werd met John Cale, die niet meer op zijn poten kon staan, zorgen niet echt voor afgunstige gevoelens. Een eerlijk beeld is het wel.

Die eerlijkheid en de warsheid van idolatrie zijn zowel de sterkte als de tekortkoming van dit boek. De fragmenten uit interviews zijn goed gekozen, maar als de achtergrond zich dan min of meer beperkt tot het feit dat Tom Waits zich een half uur had verslapen en zo vaak zijn koffie liet bijvullen tot hij de deur van de diner gewezen werd, kan je je de vraag stellen of je dat eigenlijk wel wilde weten. En hoewel velen er een lichaamsdeel voor zouden veil hebben om binnen te gluren in de studio terwijl David Bowie een paar vocalen aan het opnemen is en daarna een babbeltje te slaan met de man, komt daar ook geen eeuwigdurende vriendschap uit of een diepzinnig gesprek over Leven en Kunst. Dit is dus hoe het er aan toe gaat.

Wie schrijft over muziek, wordt vaak verweten een gesjeesde artiest te zijn die uit frustratie dan maar wat kritiek gaat spuien – vooral als het gaat over de favoriete artiest van diegene die dat commentaar geeft. Meijers wijdt zelfs een hoofdstuk aan ingezonden brieven met verwijten. We kunnen ons er niet toe brengen dit je-kent-niks-van-muziek-proza te lezen. We hebben zelf zo ’n mailbox vol. Anderzijds wringt daar ook in dit boek het schoentje: hoe kijk je onder de hersenpan van een artiest? Hoe praat je daarover, en hoe geef je het weer voor de lezer? Het hoofdstuk over Patti Smith komt nog het dichtst bij schrijven over muziek als kunst, maar het laten vallen van de naam Rimbaud staat nog niet gelijk met het na een halve fles cognac met tranen in de ogen declameren van een vers om daar vervolgens emotioneel gebroken een song over te schrijven – en die de middag er na verfrommeld in de vuilbak te gooien.

En dat is dan meteen het lot dat het métier van de rockjournalist treft: het is eerder een stiel dan een roeping. Het is het praktische, het aardse, het vlees en bloed. Er bij zijn als grote kunstenaars bezopen de eikel uithangen of onzekere junks blijken of gewoon niks te zeggen hebben. Doordringen tot de genialiteit doe je zelden of nooit, het bovenmenselijke blijft binnenskamers. Als u steeds aan de andere kant van dat dranghek naar uw goden hebt staan kijken, is het aan u om te beslissen of u deze ontluistering wil verdragen. Indien ja, weet u welk boek u mag vragen voor onder de kerstboom.

13 november 2021
Stefaan Van Slycken