Column - De toekomst van de radio

Column - De toekomst van de radio

22 mei ware een betere dag geweest voor de Internationale Dag van de Radio dan 13 februari. Een link tussen de zalige Jordanus van Saksen en de ethergolven vinden we niet zo direct, terwijl de klassieke stations toch stilaan beter een kaarsje zouden gaan branden voor Sint-Rita. De gretigheid waarmee elk radiostation nu zijn uitzending vollult met telkens dezelfde Corona-berichtgeving en het gedoe over wie weer waar staat in lijstje nummer zevenendertig van dit jaar luiden immers steeds luider de doodsklokken over dit medium. En de technologie staat ook niet stil.

Wees eerlijk: kan u nog een uur naar de radio luisteren zonder minstens één keer te overwegen het toestel uit te schakelen of van zender te veranderen? Je zou echt denken dat alle inhoud op is en dat de presentatoren van arren moede dan maar weer een halve minuut volkletsen over “in onze top xx van de jaren xx beslist u via sms/mail/app wat er gebeurt. Vorig jaar stond xx op xx. Zou het dit jaar weer zo zijn? Nu alvast xx op nummer xx in onze top xx van de jaren xx!”

Ook voor het eindeloos gerokken diepte-interview met deze of gene artiest, zelfs of vooral op de meerwaardezenders, zou een grote rode Abort-knop moeten bestaan. Hoe lang kan je over de betekenis van een openingszin of plotwending uitwijden als de auteur niks anders te zeggen heeft dan: “Ik kwam er gewoon op”? Aan de andere kant krijgen sommige interessante sprekers nauwelijks de tijd om een zin af te maken midden een interessant betoog, hetgeen, wat ons betreft, zou bestraft mogen worden met een welgemikte muilpeer richting presentator. Dàt zou pas leuke radio opleveren.

Waar moet dat dan heen? Alleszins niet richting DAB. Voor dezelfde inhoud gaat de luisteraar niet noodzakelijk van toestel veranderen, zeker omdat er geschikte alternatieven zijn. Webradio’s werken minstens zo goed als DAB. En je hebt heel de wereld in je luidspreker. Het belachelijke is wel dat de gemiddelde luisteraar toch nog steeds afstemt op zijn favoriete lokale radiozender in plaats van eens te gaan luisteren tussen de duizenden zenders uit het buitenland. Zeg op café eens tegen uw vrienden, die over hun Sonos bezig zijn, dat je altijd naar WNRN luistert, een zender uit Lynchburg, VA, en zie die boertjes ogen trekken met dat eeuwige StuBru – of Studio Ketnet zoals wij dat hier noemen.

U voelt natuurlijk aan uw water het elitarisme al aankomen: die van Gent zullen voor de vuist weg zeggen dat ze naar Radio Biso Nionso luisteren sinds ze een couchsurfer uit Katanga gehad hebben; die van Knokke zetten de radio op SRF want ja, "We zitten toch alle veertien dagen in Sankt Moritz", en die van Brussel zouden speciaal naar een lokale radio uit Watermael-Boisfort luisteren om hun kosmopoliticiteit uit te drukken door de namen van de randgemeenten in het Frans uit te spreken. 

Met het lijstjesgebeuren geven de radiozenders echter zelf aan wat de doodsteek zal worden: speellijsten. Wat is er makkelijker dan op Spotify of andere streamingdiensten een paar voorkeuren in te geven en je dan te laten verrassen door speellijsten die door het medium zelf voorgesteld worden? Maar in tegenstelling tot bij de radio moet je dan wel kunnen aangeven dat je om de dooie dood geen Queen, Muse of Coldplay wilt horen – om maar iets te noemen. En voor dat kleine bedragje per maand ben je ook meteen verlost van “Uw Keu’n Hmaakt in Belhje” en “Garry toh”.

En wat dan met het gebabbel? Ook daar valt een mouw aan te passen. Immers, het aan- en afkondigen van de nummers is vrij overbodig omdat je op de app ziet wat er speelt. Of dit kan gebeuren door een geautomatiseerde voorleesstem. Als ze Marilyn Monroe konden samplen voor de metro in Londen, moet dat voor de radio ook lukken. En de rest, qua inhoud? Tussen alle quatsch vind je op YouTube en tussen de miljoenen podcasts ook duizenden interessante zaken. Dat valt toch te combineren? Een paar fijne interviews, de geschiedenis van een bepaalde plaat, een receptje ertussen, een gedichtje, een grapje… en daar zit ook een verdienmodel in, dunkt ons. Als de “content providers” door de streamingdienst betaald worden per keer dat hun inhoud wordt afgespeeld, zal daar al snel een markt ontstaan waarop bekwame dj’s beter betaald worden dan uit de nek kletsende paupers (alhoewel…) en de lulligste exemplaren het van armoede toch opgeven. Enig productplacement zal dan ook wel zijn weg vinden in dit systeem en zorgen voor wat financiële motivatie.

Dus welke in quarantaine geplaatste softwareslimmerik schrijft onze app? Streamingdienstlijsten die worden samengesteld op basis van een aantal voorkeuren, desgewenst met een bepaalde programmering per tijdsblok (’s morgens easy listening, ’s avonds zware doom) dienen gekoppeld te worden aan stukjes tekst naar wens van de luisteraar. En dit kan dan zelfs grotendeels geautomatiseerd worden door de luisteraar een IQ-testje afte nemen of zijn aantal comments op hln.be te tellen. Zo weet de app dan direct of het zinnig is iets te laten horen over de invloed van de wereldoorlogen op het werk van Bertold Brecht gevolgd door de integrale Dreigroschenoper, dan wel een ze-moesten-ze-allemaal-tegen-de-muur-zetten-boutade, gevolgd door André Hazes jr. Voor tien procent van de opbrengsten mag u dit idee hebben.

14 maart 2020
Stefaan Van Slycken