Brexit: wat kunnen de gevolgen zijn voor de muziekindustrie?

Achtergrond

Europa likt zijn wonden nadat de inwoners van Groot-Brittannië hebben beslist niet meer deel te willen uitmaken van de EU-familie. Een pijnlijke breuk, waarbij de Britten hopen terug volledige controle te krijgen over de eigen grenzen en daarbij een immigratiestroom willen tegen houden. Maar welke gevolgen heeft dat voor de Britse muziekindustrie? Een triest verhaal over duurdere visums, copyrightproblemen en nieuwe handelsakkoorden.

Brexit: wat kunnen de gevolgen zijn voor de muziekindustrie?



Wat leefden we in een prachtige tijd. Een tijd waarin Britse muziekartiesten zonder veel poeha in Europa konden touren om de nieuwste plaat aan de man te brengen. Een tijd waarin één op zes wereldwijd verkochte albums van een Britse artiest kwam en wij als klein Belgiëlandje de eersten waren die deze klanken van over het Kanaal konden opvangen. Betekent een Brexit nu het einde van al deze muzikale weelde? Helemaal niet. Maar het zal beslist wat meer tijd en moeite kosten om die muziek tot in onze oorschelpen te brengen.

Het is niet voor niets dat de Britse muziekindustrie zich openlijk verzette tegen een eventuele Brexit. In een open brief, gelanceerd door o.a. BASCA (British Academy for Songwriters, Composers and Authors) MMF (Musicians Union) en FAC (Featured Artists Coalition), drukten ze op het hart dat een breuk met Europa verregaande economische, sociale en culturele gevolgen zou hebben.

Ze voelden zich daarbij gesteund door verschillende artiesten zoals Johnny Marr, Bob Geldof, Jessie Ware, Jarvis Cocker, Alt-J, Brain Eno en Alex Kapranos, die openlijk via sociale media hun steun voor het “remain camp” uit de doeken deden. Tevergeefs, zo bleek, nadat vanochtend de laatste stemmen werden geteld.

Een eerste belangrijk domein waar de klappen zullen vallen in de muziekindustrie is de touring business. Tot op de dag van vandaag kunnen Britse artiesten en hun crew vrij rondreizen in de EU. Nu dat Groot-Brittannië beslist heeft zich terug te trekken uit de EU, betekent dit dat touring acts en hun volledige crew voor elk land dat ze bezoeken een ander visum zullen moeten aanvragen, of een duur Schengenvisum moeten zien op de kop te tikken. Een heel tijdrovende, maar vooral ook kostelijke affaire, waarbij helemaal niet zeker is of ze die effectief ook krijgen.

Niet alleen kleine, beginnende bands en kleinere labels zullen hiervan het slachtoffer zijn, maar ook de Belgische concertganger zou dit wel eens kunnen voelen. Duurdere visa en valutaschommelingen tussen pond en euro – het pond is vandaag zowaar al met twintig procent in waarde gezakt – zullen het verschil maken tussen op tournee gaan door Europa of niet. Durven ze dan toch de stap te wagen met kans op een financiële kater, blijft de vraag of de Belgische afzetmarkt wel groot genoeg is voor artiesten en labels die sowieso al krap bij kas zitten.

Naast het feit dat ook de chartervluchten in en uit de UK duurder zullen worden, zullen er ook strengere grenscontroles zijn, waarbij artiesten en crew kostbare tijd zullen verliezen. Tijd, die bands op tour nu al niet op overschot hebben. Touren zal dus een nog groter gat slaan in het budget van grote labels; laat staan of kleine labels het allemaal nog kunnen bolwerken. Zullen Britse bands, met ambities om het te maken in Europa, nu eerder geneigd zijn om hun krabbel te zetten bij de majors om zo op tour door Europa te kunnen? Het blijft nog even koffiedik kijken.

Verder vreest de Britse muziekindustrie dat er in Europa bepaalde quota zullen opgelegd worden ten opzichte van Britse artiesten. Dat kan gaan van beperkte plaats in de schappen bij de retailers tot minder airplay op Europese radiozenders. Heel onwaarschijnlijk allemaal, maar wel een optie waar de Britse muziekindustrie rekening mee wil houden.

En dan weiden we nog niet uit over de vernieuwde handelsakkoorden waarmee niet alleen de muziekindustrie, maar wij allemaal zullen mee geconfronteerd worden. Handel drijven met Groot-Brittannië wordt kostelijk dankzij verschillende, bijkomende taxen en tarieven op import en export van goederen. Daar komt nog een heleboel administratieve rompslomp bij waardoor labels intensief zullen moeten investeren in nieuwe werkkrachten. Nieuwe werkkrachten, meer taxen en duurdere tarieven. Vinylplaten verzamelen van Britse artiesten wordt zowaar een nog duurdere hobby. Toch maar eens overwegen om een abonnement te nemen op een streamingservice?

Bovendien heerst er enorme onzekerheid over de ingewikkelde copyrightregels. BPI chief executive Geoff Taylor trok bij Billboard deze week al aan de alarmbel. Hij zei dat het belangrijkste struikelblok voor Britse labels het feit is dat zij niet meer de voordelen zullen halen uit de gevorderde copyright wetgeving van de EU. De kans is groot dat de EU in de onderhandelingen de harde tante zal spelen na het bedrog van Groot-Brittannië. Taylor drong dan ook aan om snel aan tafel te zitten met de EU om de copyrightregels tussen de UK en Europa intact te houden. Gebeurt dit niet, zal dat ongetwijfeld gevolgen hebben voor zowel de digitale als de materiële muziekindustrie.

Schetsen we hier nu een doemscenario? Waarschijnlijk wel. Maar het blijft een feit dat een Brexit de dingen er niet eenvoudiger op zal maken. De Britse muziekindustrie zal beslist overleven en ze hebben een rijke geschiedenis waarbij ze zich telkens weer konden aanpassen aan de omgeving waarin ze zich op dat moment bevonden. Maar - en daar zijn ze het allemaal over eens - het was allemaal wat gemakkelijker geweest als ze deel uitmaakten van de Europese Unie, in plaats van het koppige buitenstaandertje.

 

24 juni 2016
Joris Roobroeck