Bob Dylan - 'The Basement Tapes Raw'

Achtergrond

Bob Dylan heeft twee discografieën: de eerste begint in 1962 en telt intussen zowat vijfendertig studioalbums, naast een rits live albums en verzamelcd’s. Daarnaast heeft hij een soort parallelle discografie, ‘The Bootleg Series’ waarvan het eerste volume in 1991 uitkomt. Ze bevat outtakes uit studio-opnames, demo’s, work in progress- versies van zijn ondertussen wereldberoemde songs en ook enkele historische concertopnamen. Deze week verscheen ‘Volume 11’ van die intussen razend interessante tweede discografie.

Bob Dylan - 'The Basement Tapes Raw'



Het is moeilijk kiezen tussen de twee lijnen. Alle twee zijn ze haute couture maar wel totaal verschillend. De echte fan kiest dan ook niet en haalt alles van de Amerikaanse bard in huis. Het grote publiek wil ook niet teveel missen en wordt dan een ingekorte versie aangeboden van de Series. Zo luisterden we naar de dubbelcd ‘Volume 11 : Bob Dylan and The Band, The Basement Tapes Raw’. Let wel, er bestaat ook de uitgebreide ‘The Basement Tapes Complete’ en die staat voor zes cds.

Hoe dan ook, The Basement Tapes (TBT) werden natuurlijk al eens uitgebracht in 1975 en geraakten een beetje verloren omdat Dylan in die periode precies twee van zijn meest succesvolle platen ooit uitbracht : het letterlijk hartverscheurende ‘Blood On The Tracks’ en het heel radiovriendelijke ‘Desire’. Ze overschaduwden TBT, ten onrechte blijkt nu nog maar eens.

In 1966 moest Dylan lichamelijk en geestelijk herstellen van een hectisch en knotsgekke periode  tussen 1964 en 1966 toen hij niet alleen een onovertroffen trilogie meesterwerken op de wereld had losgelaten maar bovendien die hele wereld nog eens in een hallucinant en hallucinerend tempo was rondgetourd en had veroverd. Het eindigde in een min of meer ernstige – daar lopen de meningen nogal over uiteen – motorcrash en een jarenlange retraite op het platteland van Woodstock waar zich geleidelijk een artiestencommune rond de man verzamelde zodat hij ook daar weer weg moest om rust te vinden. Maar dat is weer een ander verhaal.

In Woodstock dus dook hij in de kelder van het fameuze Big Pink, het huis dat zijn toenmalige begeleidingsgroep The Band gehuurd had om zelf een eigen elpee op te nemen om zich met zijn kompanen ondergronds te amuseren. Het uitgangspunt van de sessies: niets moet en alles kan! De eerste resultaten hoorden we af en toe in coverversies van andere artiesten of op een later liveconcert van The Band, af en toe verdoken op een verzamelelpee en op een eindeloze reeks bootlegs. Precies om die illegale handel tegen te gaan werd in 1975 de eerste versie van TBT uitgebracht en ontstond enkele jaren later het idee om van de nood een deugd te maken en die tweede parallelle discografie op te richten : The Bootleg Series. En daarin verschijnen nu de Raw en de Complete versions. En zo is de cirkel dus rond.

Om eerlijk te zijn : ‘this is a must have’ voor elke rechtgeaarde Dylanfan maar ook voor iedereen die een beetje inzicht wil krijgen in de Amerikaanse rockgeschiedenis. Dylan, die officieel de meeste nummers zelf geschreven heeft, grijpt immers met een copieuse zwaai in de grote korf aan traditionele melodieën die in Amerika, zelf zo’n samenraapsel van allerlei geëmigreerde hillbilly’s, altijd wel ergens hoorbaar rondhangen.

Een aantal nummers, ja zelfs klassiekers uit TBT van 1975 komen weer terug, doorgaans in een alternate of zo niet in een restored version. Odds and Ends, Million Dollar Bash, Too Much of Nothing, You Ain’t Goin’Nowhere zijn titels uit de eerste opname die hier in een doorgaans iets softere of tragere versie worden opgediend.

Soms verandert er niets t.o.v. van TBT anno ’75 : handig wordt wel vermeld dat het om een ‘restored version’ gaat maar in feite is ze dezelfde : Crash on the Levee, het leuke Clothes Line Saga, het intussen overbekende I Shall Be Released.

Het work in progress-karakter van TBT Raw krijgt zijn volle betekenis wanneer bepaalde nummers gewoon zonder overdubs uitgebracht worden: Tears of Rage zal tot in de eeuwigheid één van onze favorieten blijven alleen al om de etherische zang van wijlen Richard Manuel. Hij rust in vrede, eindelijk, zijn stem klinkt voor altijd ! Een ander frappante vaststelling is dat Dylan soms gewoon uit een of andere traditional een lijn neemt, ze enigszins verdraait en ermee op weg gaat voor een nieuwe song. Variëren op een thema hebben we dat al eens horen noemen, alleen doet The Little White Wonder het hier wel goddelijk, bijv. in One For The Road.

Er valt ook nog heelwat ‘unreleased’ materiaal te ontdekken : I Don’t Hurt Anymore, een cover van Donald Robertson (heeft niets te maken met Robbie), I’m Not There, tot hiertoe enkel bekend vanuit de absoluut machtige biopic met dezelfde naam van Todd Haynes, Get Your Rocks Off, Silent Weekend en we kunnen zo nog een tijdje doorgaan.

U hebt het al gemerkt. Dit is een koffer vol fraais die ons ter beschikking wordt gesteld en waarin de luisteraar kan blijven graaien. Wilt U enkele parels? Spontaan denken we aan Ain’t No More Cane of Goin’ to Acapulco. Reeds vroeger gekend weliswaar maar hier in een vrij naakte uitvoering en ze laten niemand onberoerd.

Enkele songs uit TBT cru ’75 hebben de nieuwe versie niet gehaald. Vermoedelijk is het te verklaren door het soms onontwarbare kluwen van auteursrechten. Het betreft immers bijna allemaal songs die door leden van The Band werden gepend.   

Dit is muziek waar men kan blijven naar luisteren. In die zin komen deze TBT, of het nu in hun Raw of in hun Complete versie is, geen seconde te vroeg. Ze tonen een supercreatieve Dylan die met The Band een ideaal vehikel gevonden heeft om die creativiteit grenzeloos uit te werken. Beide partijen doen dat met een hoorbaar speelplezier alsof het jonge debuterende straatjochies waren. Jong waren ze inderdaad nog wel: op dat moment moest The Band, tegenwoordig als de vaders van de ‘Americana’ geëerd, hun debuutplaat nog uitbrengen!

Dylan stond toen al een pak verder, zowat ‘on top of the World’. Hij zou de volgende zes à zeven jaren vrijwel compleet uit de schijnwerpers blijven, op enkele zeldzame optredens na en met nog twee elpees voor de boeg: ‘John Wesley Harding’ en’ Nashville Skyline’ zouden de volgende twee jaren verschijnen en goed onthaald worden.

Met de afstand van de jaren en met de wetenschap dat er ook nog een ‘Complete’ versie bestaat van zes cd’s, blijft het verbazend hoe ongelooflijk vruchtbaar de sixties voor Dylan wel geweest zijn en hoe hoog het niveau was dat hij toen bereikte, zelfs gewoon in de kelder van Big Pink in Woodstock.

17 november 2014
Frank Tubex