Ziggy Marley - Ziggy Marley

V2

Hoe overstijg je een plaat die een Grammy in de wacht sleepte? Het moet deze rechtstreekse Bob Marley-telg toch even wakker gehouden hebben, ook al staan er nog tal van beeldjes op zijn kast. De oplossing: wees oprecht, zing over de wereld en zorg voor goede reggae. Wat dat betreft, doet Ziggy Marley op zijn zesde soloplaat geen grootse vernieuwingen.

Ziggy Marley



“This album gives reasons why you should laugh instead of cry and why you should live instead of die”, zo verduidelijkt de rasta. Een hele boel love & unity op deze plaat dus. Het rijmt in elk geval met Ziggy Marley zijn hoge spiritualiteit, die ook uitstraalt naar zijn verheven zang. Als is het enkel maar in de half akoestische, conscious ballade Heaven Can’t Take It (handklapritmen inbegrepen) dat hij met broeder Stephen zingt.

En toch doet Ziggy opnieuw veel meer dan een leuke rootsreggaeplaat maken (die duidelijk niets wil te maken hebben met wilde raps, agressieve dancehall of harde politieke statements). Net als vader Bob, slaat deze Marley een duidelijke brug naar popmuziek en durft hij af en toe de muzikale grenzen van het genre uitbreiden met funk, r&b of soul. Verwacht brede, onderbouwde harmonieën, tot stand gekomen dankzij een lijst muzikanten die even lang is als de rasta zijn dreadlocks. Verwacht ook een productie die een mooi samenhangende totaalsound neerzet, warm en vol. In combinatie met eenvoudige, duidelijke teksten en heldere meezingrefreinen, klinkt dit even welkom als een mojito onder volle zomerzon.

Opnieuw profileert Ziggy zich als een soort van reggae superheld die iedereen tracht te verzoenen met de ene keer trage, profetische songs (Weekend’s Long), de andere keer met swingende uptempo songs als Ceceil, dat zelfs hobbelt op een gezapig skaritme met extra tegendraads hakkende drums. Helemaal grappig is een naar de jaren ’60 knipogend, droog en kort gebekt We Are More, dat in zijn eindeloze herhaling wel “mi amor” lijkt te bezingen.

Dit is een album dat verder reikt dan reggaemuziek, dit is een echte wereldplaat. Het is dan ook wat gevaarlijk te durven stellen dat dit titelloos schijfje, dat mogelijk op een vierde Grammy af stevent, ook een paar kleine mankementjes vertoont. Dat Better Together misschien net iets te sterk die “unity” in de verf zet, geen probleem. Maar de wat gewrongen vocale kronkels die Ziggy Marley hier neemt en de wat ongemakkelijke drumsessie die het nummer ondersteunt, zorgt toch even voor genepen vuistjes. Ook de oplossing voor meer wereldvrede en tolerantie, verwoord in het voor zichzelf sprekende Marijuanaman (“If religious preachers were smoking herb, there would be love around the world, instead of fear and hate.”), begint toch stilaan op de zenuwen te werken. Zenuwen die weliswaar met een goede spliff en een skip naar de volgende track meteen weer vergeten zijn.

Maar kijk, van de andere kant … deze erg vlotte, zomerse plaat bevat een aantal kanjers van reggaesongs (We Are The People, Butterflies) die het gerust verdienen in de annalen opgenomen te worden. Songs die naar goede oude gewoonte ontstaan zijn in een kleine huiskamerstudio en op de laptop, dankzij jams en missers. Misschien is dat wel de reden van de kracht van dit album: de reggae superheld heeft voor de menselijke aanpak gekozen.

23 juli 2016
Johan Giglot