Windhand - Grief's Internal Flower
Relapse Records
Zeggen dat doommetal enkel en alleen een mannenzaak is, zou de waarheid bij de (lange) haren trekken zijn. Electric Wizard heeft bijvoorbeeld een vrouwelijke gitarist in haar rangen. Maar zangeressen zijn er toch eerder zeldzaam.

Bij Windhand is het Dorthia Cottrell die de vocals voor haar rekening neemt. En dat doet ze trouwens op indrukwekkende wijze. PJ Harvey is een naam, die ons te binnen schiet als we haar aan het werk horen. En dat valt nog meer op in het volledig akoestische Sparrow, waar duidelijk wordt dat deze jongedame wel degelijk kan zingen. Haar lijzige, slepende manier van zingen geeft de nummers extra panache.
Waar de eerste twee albums van deze band underground worden genoemd (weinig over terug te vinden ook), lijken ze hiermee uit de riolen te willen kruipen. En dat zou best wel eens kunnen lukken. Want de doommetal, die ze op dit ‘Grief’s Infernal Flower’ voorleggen, is melodieus en bijzonder aanstekelijk.
Het is haast onmogelijk ontsnappen aan de verslavende Sabbath-riffs, die de twee gitaristen – Asechiah Bogdan en Garrett Morris – uit hun instrumenten puren. Vanaf het eerste nummer Two Urns ben je verkocht en kan je niet anders dan de hele rit in één ruk uitzitten. En dat sommige van die nummers tegen het kwartier aan zitten is dan geen enkel bezwaar; integendeel zelfs.
Schitterend hoe ze je met Crypt Key even op het verkeerde, akoestische been zetten om dan vanuit het niets een blok beton te laten vallen. Maar onze voorkeur gaat toch uit naar het nog zwaarder geaccentueerde Tanngrisnir, waarin bassist Parker Chandler mag aantonen dat ook zijn bijdrage van tel is.
Wat vooral bekoort aan deze plaat is dat er betrekkelijk weinig afwisseling zit in de songs, maar dat je toch hooked bent, eens je ze in de speler stopt. De tergend trage riff in Hesperus gaat geen moment vervelen, ook al omdat er regelmatig kleine accentjes worden gelegd. Zo mag drummer Ryan Wolfe af en toe even uit zijn rol vallen en wordt er plotseling al eens een octaaf opgeschoven.
Dit is een doompareltje, dat - trouwens ook wat de coverart betreft - buiten het doomidioom valt omdat er zowaar (ook muzikaal) andere kleuren dan grijs, wit en zwart worden gebruikt. Maar laat dat zeker geen bezwaar vormen om deze band en deze plaat te ontdekken.