Wiegedood - De Doden Hebben Het Goed ii

ConSouling Sounds

Akelig kil wordt het, wanneer het over de term “wiegedood” gaat. De intensiteit van emoties die met deze tragische gebeurtenis gepaard gaat, legt dit Gentse trio ook in zijn muziek. De combinatie van logge, zware gitaarriffs met speeddeathmetal vol intens getier en vooral ook de spanning tussen beiden, hebben ten tijde van het debuut anderhalf jaar geleden zowel sterke voor- als tegenreacties ontlokt. Antwoord van de band: ‘De Doden Hebben Het Goed II’.

De Doden Hebben Het Goed ii

De formule is hetzelfde. De trancematige cadans van loodzware gitaarriffs en duistere inkleuring van permanent snaarwerk botst met sneltreinpartijen van zowel drum- als gitaaraanslagen aan een onmenselijk hoog tempo. Het intens toeren in Europa lijkt de intensiteit van Wiegedood nog te hebben aangewakkerd. Luister even naar de allerlaatste kreet van zanger Levy Seynaeve en u bent helemaal mee. Want zo’n compleet over de top gedreven, schor gekrijs is niet minder dan een fatale aanval op de longen.

En daar gaat het op deze tweede langspeler nog meer over dan op het debuut: een voortdurende golfbeweging. Vier monsters van songs met felle, Nederlandstalige titels bieden een intensiteit die de luisteraar naar adem doet snakken. Bij opener Ontzieling hebben de doden het nog niet goed. In een waanzinnig speedtempo vol dubbel basdrumgedril en scherende gitaarriffs is weinig ruimte voor verpozing. Melodieën worden over het gebeuk heen gedrapeerd in een sterk gecontroleerde “force majeure” en verklappen alvast dat Wiegedood meer wil doen dan een potje stevige speedmetal neerzetten.

Zo blijkt, want met opvolger Cataract wordt het spectrum helemaal opengetrokken. Een epos van elf minuten begint akoestisch en trekt een logge riff op gang die in een lange trance herhaald wordt. Na een schijnbaar eindeloze herhaling van vijf verdovende minuten barst het nummer open in een felle wake-upcall vol gierende, scherende partijen. En gekrijs natuurlijk. Want de horrorkreten van mister Seynaeve snijden door merg en been. Met zowel ijskoude als beenharde woorden en frasen. Voor het derde hoofdstuk zoekt het gezelschap dan weer een minimalisme op van een gitaardrone met extreem schor gekrijs, haast gekras: een muzikale waanzin die na enige tijd ontrolt in een swingend schouwspel van beukende riffs en bijna onhoorbare grunts. Opnieuw die trance, dat repetitieve karakter, die bedwelmende waas.

Daar gaat het hem om, een voortdurend spektakel van slapen en ontwaken, van nachtmerrie en dagmerrie. In extremen dan, want Wiegedood provoceert zowel met snelheid als felheid; zowel compact als atmosferisch. Deze plaat heeft een intensiteit die enkel in de beste black metal terug te vinden is. En dan zwijgen we nog van het mysterieuze, haast sacrale artwork.

8 februari 2017
Johan Giglot