Walter Broes & The Mercenaries - Movin' Up

Rootz Rumble

Zo af en toe duiken we met plezier onder in de wereld van de roots en blues. En daar komen we Walter Broes tegen, de ex-Seatsniffer die ondertussen al enige tijd The Mercenaries aan zijn zijde heeft. En ook al worden er nog traantjes gelaten om het heengaan van de Seatsniffers, toch zijn we verheugd dat Walter Broes weer opduikt.

Movin' Up

'Movin' Up', zo heet het album. Broes (gitaar, vocals) laat zich erop bijstaan door Bas Vanstaen (The Baboons) op bas en Lieven Declercq (The Internationals) op drums. En zoals dat dan gaat wordt er een hand naar bevriende muzikanten uitgestoken: Chantal Acda op vibraphonette, Tom Vanstiphout op pedalsteelgitaar. Ruben Block (Triggerfigger) zorgde voor backing vocals en ook ex-Seatsniffer Roel Jacobs toetert saxgewijs mee.

Het album opent met de titeltrack en die zet meteen krachtig de rock-'n-rolltoon. Meteen valt op dat het geluid van de Seatsniffers (rootsrock, rockabilly, blues) zijn sporen heeft nagelaten. Beentjes opzij en swingen maar. Meteen goed op dreef en op de koop toe bevat het springerige feelgood. Knap ook om te horen hoe Broes en co stevig van jetje geven op gitaar. Heerlijke gitaarlickjes duiken tussen de bezongen "mean good lookin' women" op.

Verderop neemt de band wat gas terug. Het tempo van Come On Down ligt iets lager, maar zo wordt er wat ruimte voor de vocals gewonnen. De band is goed op elkaar ingespeeld en speelt "fingerlicking good". Closed trekt zich op aan het geluid van fijne surfgitaren. En dan is het tijd voor Downtime, de huidige, tussen folk en country laverende single. Die zoekt heel andere sferen op. Er wordt meer aandacht besteed aan de tekst en mede dankzij de pedalsteel wordt een westerngevoel opgeroepen, dat doet denken aan Ennio Morricone.

Algauw worden de gitaren terug van stal gehaald. Een vettige, bluesy sound die zich ergens tussen Seasick Steve en de voodoo lapslidegitaaruithalen van Ben Harper situeert. Wederom een nieuw gezicht van Broes en zijn Mercenaries die op deze manier een fraai staalkaartje van hun kunnen aanbieden.

Wat meer pandoering krijgen we tijdens No More, dat tijdens concerten vast het publiek voor zich wint. "No more foolin' around and no more messin' around", stelt de zanger. Het moet eindelijk maar eens gedaan zijn. Wegblijven van het gevaar. "My mind's made up for a while".

Het erg rauwe en van Ronnie Self geleende I Get My Own Kick Going drijft zowaar op de Summertime Blues en een Bo Diddleyachtige gitaarriff. Meer is niet nodig om de muziekfan te plezieren. Live spat dit vast uit de voegen. Iets verderop krijgen we met Don't You Ruin My High wat luiere r&b die fraai aangevuld wordt met sexy saxofoonspel.

Naar het einde toe pakken Broes en co uit met het experimentele Man Child. Metaalachtige percussie meets het bluesy vaarwater van Tom Waits anno 'Swordfishtrombones' met een prachtrol voor de vibraphonette van Chantal Acda.

Met You And Me wordt het tempo meteen terug stevig opgetrokken en krijgen we een fresh sound en dito achterliggende beat. Op zoek naar één of andere bluesjoint in dit verdomde gat. Hey ! Hey ! Swing and rattle, rhythm, rock, drive and roll. En dan is er nog het countryeske Black Star, dat ze van ene Elvis Presley leenden. Daarmee zetten ze een fraai punt achter een goudeerlijke en best knappe roots- en bluesplaat.

19 november 2016
Philippe De Cleen