Vieux Farka Touré & Khruangbin - Ali

Dead Oceans

Ali

Wacht even. De op Thaïse funk en psychedelische rock geïnspireerde muziek van Khruangbin door de blender halen met de desertblues van Vieux Farka Touré? Dat is toch zoiets als een mojito met tabasco mengen? Het kan vonken geven. Of ronduit giftig zijn.

Het is misschien niet de eerste keer dat Vieux Farka Touré een muzikale ode brengt aan zijn betreurde vader Ali Farka Touré, één van de meest inspirerende Afrikaanse gitaristen ooit (“de Afrikaanse John Lee Hooker”). Het is in elk geval wel de meest opvallende.

En we gaan jullie als alternativo’s meteen een beetje teleurstellen: op dit unieke samengaan mag je je voor tachtig procent aan traditionele Touré-muziek verwachten. Slechts twintig procent komt van je favoriete Houston-trio. Wat logisch is. Als David en Goliath verstoppertje spelen, zal het ook niet die laatste zijn die eerst moet tellen. Alle songs op ‘Ali’ zijn trouwens hoogtepunten uit het leven van de overleden legende en specifiek geselecteerd door de zoon. Om maar te zeggen… Dus verwacht je aan een snedig stuk opgesmukte traditionele Malinese muziek als beginpunt en dan komt het hier zeker en vast goed.

Om het helemaal dol te maken, ontkrachten we nog even bovenstaande paragraaf voor u. De gouden tip om deze muziek helemaal naar waarde te schatten (en ook wij zaten eerst fout): focus op de baslijn van Laura Lee Ocha. De warme, melodieuze onderbouw vormt het fundament voor zo goed als elk van de acht tracks op deze plaat, terwijl de bluesy gitaarsolo’s en traditionele Afrikaanse zang als smaakmakers voor het hogere, bezwerende element zorgen. Op die manier krijg je geen band die zichzelf wegcijfert, maar die een subtiele dub van drums en bas onder opener Savanne legt. En dan is het helemaal niet erg dat gitarist Mark Speer zijn instrument weglegt om accenten van conga en synth toe te voegen.

Khruangbin zet zich dus bewust ten dienste van. Aan de ene en voornaamste kant krijg je dan de korte vingervlug-bluessolo’s met veel tussenpauze en intonatie in combinatie met traditionele Tamasheq-samenzang. En aan de andere kant nogal persistente vierkwartsdrums, een warme basgroove en enkele voorzichtige, slidegitaaraccenten van Khruangbin. En daar moet je even in komen.

Vanaf Darabi (oorspronkelijk nog met Ry Cooder ingespeeld) lijkt de saus wel prima te dikken. Onder de gemoedelijkheid van een bossanovaritme houden beide partijen rekening met elkaar, geven ze de nodige ruimte en vullen ze elkaar vooral ook mooi aan. Wederzijds respect dat meer en meer groeit tot een soort van next level woestijnblues. En als je daar - net als wij - voor verkocht bent, mag je ook even stilstaan bij het slepende, bezwerende Ali Hala Abada waarin de vier muzikanten je gratis naar psychedelische hoogtes toe brengen.

Deze plaat vraagt dus wel één en ander van de luisteraar. ‘Ali’ werd trouwens bewust uitgebracht op 22 september, de feestdag van de Malinese onafhankelijkheid. En in oktober kan het ook hier nog gerust zomeren. Dit is een mooi eerbetoon aan een uniek land, een unieke cultuur, een uniek artiest en zijn nog steeds erg levendige muziekstijl.

8 oktober 2022
Johan Giglot