Tramhaus - The First Exit
Subroutine Records
Nederlanders hebben de reputatie nogal luidruchtig te zijn en neer te kijken. Of dat een projectie is van ons eigen minderwaardigheidscomplex of niet, er zijn toch minstens twee dingen waarvoor ze ons benijden: wielrennen en alternatieve muziek.
Behalve met Mathieu - geef toe: ook een halve Belg - kunnen ze niet aan onze vertegenwoordigers in het rennerspeloton tippen. Ze moeten zich alsnog tevreden stellen met een enorm overwicht bij de dames. Het beetje hetzelfde scenario zien we op muzikaal vlak. De Nederlanders kijken toch enigszins verbaasd naar de rijkdom, waarover wij in de alternatieve scene beschikken. Sinds Tom Barman hen platsloeg met zijn ego en zijn goddelijke band, bleven ze verbouwereerd achter, zoekend naar een antwoord. Ook hier leiden de dames (Eefje, Merol, Froukje, Meau,…) de inhaalrace, maar onlangs nog smeerden we honing aan de baard van Personal Trainer en ook het Rotterdamse Tramhaus zet heel wat Belgische bands in de schaduw.
De band bestaat nog maar vier jaar, maar schoot als een raket naar het postpunkfirmament. En meer dan terecht! Hun versie van het genre klinkt snedig als Peuk en Meltheads, maar laat die Belgische pronkhaantjes wel achter zich. Zelfs pioniers als Whispering Sons, die het genre terug op de kaart zetten, moeten het met minder streams doen dan dit vijftal. En toch is ‘The First Exit’ nog maar het eerste full album van de band en dat meteen op een label als Subroutine Records!
Het geheim zit hem waarschijnlijk in de variatie die de band tentoonspreid. In opener The Cause schreeuwt zanger Lukas Jansen zich de tenen krom als solliciteert hij voor een job bij Squid. De song klinkt ook even urgent als Squids meest bekende nummer Houseplants. Maar meteen daarna volgt dan Once Again met een baslijn, die Robert Smith rode konen zou opleveren, en klinkt de zang onderkoeld. Eerste single Beech gaat eerst verder op dat elan, maar sleept de luisteraar met een onweerstaanbare riff een donkere, vochtige grot in waar niemand je nog hoort schreeuwen, tenzij je uit extase meebrult met het euforische refrein dat zich meteen in je brein nestelt. Meteen besef je waarom zij en niemand anders Sonic City 2024 mogen cureren. En hier blijft het niet bij. In elk nummer, dat volgt, weet de band de spanning op te bouwen, vast te houden, plots te lossen om dan een dodelijke aanslag te plegen op je trommelvlies. Was dit geen plaat, maar een storm, dan hield zelfs geen enkele Nederlandse dijk stand.
Het straffe is, dat ze niet eens klinken als een doorslagje van notoire bands uit het verleden. Tramhaus blijft ongrijpbaar, mede door de vele tempo- en sfeerwisselingen, maar ze proberen ook niemand te kopiëren. De beste voorbeelden daarvan staan redelijk diep in de plaat. Er is The Big Blowout, dat ook alweer zo’n killerriff heeft, maar zeker derde single, het dreigende Ffleur Hari, dat vijftig seconden ver ontploft als een opgedolven obus, is een sonische mokerslag. Effe bekomen!
Zoals gezegd staat de band op Sonic City met heel wat vriendjes, maar ook op 2 november kunt u hen bij ons al bewonderen, meer bepaald in de Botanique.