Tindersticks - The Waiting Room
City Slang
Bands, die de kracht van het understatement verstaan, ze zijn zeldzaam. De meeste bands willen meer en luider en groter en denken dat dat hen automatisch kracht zal geven. Soms zit de kracht echter net in het uitkleden, in het minder willen, het schrappen. Nick Cave bracht dat standpunt tot de perfectie met zijn ‘Push The Sky Away’, maar Tindersticks bekrachtigen deze waarheid met hun nieuwe ‘The Waiting Room’.

‘The Waiting Room’ begint met Follow Me, een even mysterieuze als sinistere instrumental. Een tweede instrumental volgt halverwege de plaat en ook al is de titel This Fear Of Emptiness, het nummer is duidelijk een adempauze tussen alle tristesse door, die we al voorgeschoteld hebben, en een voorbereiding op wat nog komen gaat.
In zijn instrumentatie is ‘The Waiting Room’ sober, dienend en subtiel, zoals we van Tindersticks gewend zijn. Zo is het een feit dat de stem van Stuart Staples, die altijd op het randje van huilen lijkt te staan, meer kracht heeft als ze door een enkele aanraking op een keyboard ondersteund wordt zoals in Second Chance Man of The Waiting Room. Dat werkt nu eenmaal beter dan Were We Once Lovers? waar de boodschap sneller kan vervliegen in de wind van de arrangementen.
Opbeurend zal het songmateriaal op ‘The Waiting Room’ in ieder geval niet werken. Second Chance Man staat bol van spijt, de titeltrack is één van de meest trieste nummers, die wij ooit hebben gehoord (“Don’t let me suffer”) en Stuart Staples ooit geschreven heeft, en in Like Only Lovers Can wordt een universele waarheid in één simpel zinnetje gegoten: “We can only hurt / the way that lovers can.”
Nog minder opbeurend is de gastbijdrage van Lhasa op deze plaat in Hey Lucinda. Lhasa werkte immers verschillende keren met Stuart Staples samen tot ze op nieuwjaarsdag 2010 overleed aan borstkanker. Ze zong al mee op Sometimes It Hurts en ook op That Leaving Feeling ging ze in duet. Het nummer kwam terecht op ‘Leaving Songs’, een soloplaat van Staples. De wetenschap, dat je naar een duet tussen een overledene en een levende luistert, geeft een heel raar gevoel. Dat Staples in dat nummer “Our time is running out” zingt, maakt het nog vreemder.
Na drie minuten valt elke muzikale ondersteuning weg, wat je even doet verstijven, waarna een walsje ontsteekt en even snel weer onderbroken wordt. Hey Lucinda is ontregelend, onvoorspelbaar en grillig en net daardoor zo perfect. Staples werkten er jaren aan, probeerde verschillende versies uit, maar was nooit tevreden. We zijn blij dat net deze versie op de plaat beland is.
Het is het enige duet, maar niet de enige samenwerking op de plaat. Staples wist ook Jehnny Beth van Savages te strikken, een vrouw die elk nummer naar een hoger niveau kan tillen. De twee leerden elkaar kennen in een project waarbij muzikanten hulde brachten aan de soundtracks van de films van David Lynch. In We Are Dreamers! zingen Staples en Beth bewust niet met elkaar, maar naast elkaar, elk op een eigen lijn.
In onze fantasie is How He Entered precies zoals Elvis Presley geklonken zou hebben als hij nog wat jaren zou hebben doorgeleefd; de Elvis Presley van Wooden Heart dan.
Dat gezegd zijnde heeft Tindersticks een grote eigenheid die ze ook op ‘The Waiting Room’ weer tentoonstellen. De plaat is ontroerend mooi en niet aan te raden voor een avond of nacht waarin iemand te kampen heeft met donkere gedachten. Of net wel natuurlijk.