Tin Fingers - Rock Bottom Ballads

Unday Records

Rock Bottom Ballads

Met de tweede maakt het Antwerpse kwartet de luisteraar deelgenoot van een bijna religieuze ervaring.

Melancholisch, donker, organisch, het zijn maar drie van de adjectieven die van toepassing zijn op de opvolger van ‘Groovebox Memories’, het debuut van Tin Fingers  van twee jaar geleden. Op de nieuwe plaat reiken de vier hoger en dieper. En toch hielden ze het simpel.

Dat kan alleen omdat de band ondertussen heel hecht is geworden en zanger-songschrijver Felix Machtelinckx volledig begrijpt. Hij schreef de nummers op akoestische gitaar en piano en die werden dan in de studio zo spontaan mogelijk aangekleed. Slotnummer en titeltrack Rock Bottom Ballad is zelfs pure improvisatie.

Belangrijker dan foutloos spelen was dit keer het vinden van de juiste sfeer. En daarin is de band con brio geslaagd. De thema’s drugs, vriendschap, “daddy-issues” en de ondoorzichtige wegen van god werden puur op intuïtie ingekleed met alle instrumenten in dienst van hetzelfde hogere doel. Vier persoonlijkheden en ego’s smolten in elkaar en, naar verluidt, werd vaak de eerste opname op de plaat gezet.

In de studio werd enkel analoog materiaal gebruikt en doordat D. James Goodwin, bekend van de analoge, tedere folkproducties met punchy sound, werd gevraagd voor de mix, werd het gevoel doorgetrokken tot in het uiteindelijke product.

Hoewel product in dit geval een veel te economisch klinkende term is. De plaat klinkt echt als een muzikale worsteling van vier vrienden, die samen heel wat meemaakten en elkaar door en door aanvoelen. Elk nummer klinkt als een moment uit dat gezamenlijke leven, vastgelegd in muziek. Daar waren turbulente momenten bij, zoals te horen is in LSD en 5G, maar ook momenten van contemplatie en zoeken (Goodnight Piano) en dagen vol vertwijfeling (Misstep en Lullaby For Losers). De stem van Machtelinckx klinkt dan ook vaak klagend en vol pijn, wat de plaat ergens plaatst tussen Champs, Radiohead en Tamino in.

Maar eigenlijk is er geen vergelijk mogelijk. Tin Fingers vindt op deze plaat volledig de eigen klank, zeker dus op de titeltrack, die stiekem door Machtelinckx werd opgenomen, toen gitarist Quinten De Cuyper een paar akkoorden speelde, waarbij de band spontaan aansloot en één werd, als werden ze door een kracht van buitenaf bij elkaar gedreven. Marnix Van Soom legde er een ritme onder als van een tikkende secondewijzer, Machtelinx stelde zich al piano spelend een naakte man voor, die zoals Job uit de bijbel verlaten is door alles, iedereen en god, en liet de tekst tot zich komen die voor een groot deel bestaat uit het mantra “rock bottom”. Bassist Simen Wouters, die even daarvoor nog prominent Hideout leidde, lijkt zich hier op de achtergrond te houden.

De plaat bereikt hier een ongehoorde intensiteit, die zoals gezegd bijna klinkt als een religieuze ervaring, al noemt de band zichzelf – met lichte naijver naar wie dat wel is – niet gelovig. Maar wie heeft geloof nodig als je een band hebt als deze?

17 november 2023
Marc Alenus