Thurston Moore - By The Fire

Cargo Records

By The Fire

De zevende plaat alweer van Sonic Youth-icoon, professioneel eigenwijze en gitaarvirtuoos Thurston Moore. Eentje met de verleidelijke titel ‘By The Fire’. Alsof de prille zestiger plots kampvuurliedjes zou gaan maken. “Music as a healing flame”, dat is eerder de man zijn drijfveer. Een drijfveer die soms in quarantaine en lockdown werd uitgewerkt, maar waarbij evengoed ook Sonic Youth-kompaan Steve Shelley en waarin zelfs Deb Googe van My Bloody Valentine een stevige rol in speelt.

En die laatste twee betekenen veel op dit album. Vooral in de vorm van extra power en ondersteuning om de vaak gekke gitaarconstructies van Thurston Moore te proberen in te kaderen. Want laten we vooral niet vergeten dat de Amerikaanse songwriter en snaarrammer aan de wereldtop van gitaarvirtuozen staat – allicht mede omwille van zijn onconventioneel gebruik van het instrument (of hoe wenst u het met boormachines bewerken en versterken ten tijde van Sonic Youth anders te noemen?).

‘By The Fire’ vangt anders relatief braaf aan. Met een leuke lofisong waarin die typische, hoge melodieuze gitaarlagen en de nuchtere no nonsense-keelstem van Moore die we uit de SY-dagen herkennen, een mooie plek krijgen. Of met een wat meer schurend en raspend Cantaloupe, gedreven door een ruige riff. Ook netjes volgens die typische stijl waarbij een tweeminutenbasis instrumentaal uitwijdt in wervelende, stomende partijen om helemaal op het eind de draad terug op te pikken.

Maar dan komen pas de echte songs met cojones aan de beurt. Te beginnen met het duo Breath en Siren, samen goed voor drieëntwintig minuten! Eerst met een lome intro die pas na een kleine drie minuten openbreekt. Of nee, openknalt. In het tweede geval met een monotone en persistente riff die vier minuten lang hypnotiseert vooraleer eindelijk een melodieuze brug wordt gebouwd die het nummer opent. Om vervolgens over te gaan tot gebalde songs, lange uitglijders en jamsessies, krachtige intermezzi en psychedelische tussenpassages. Ofte hoe elke track een gigantisch verhaal vol beweging wordt.

En daar houdt het niet op, want na een akoestisch Calligraphy dat Moore en gitaar in twee over elkaar geschoven lagen solo opnam (dubbele gitaarlijn, dubbele zang), monstert de virtuoos helemaal met een zestien minuten lang (!) Locomotive. Een song die in pure sludge-stijl van logge aanslagen met veel reverb, zware floortoms en overheads en industriële klanken richting Swans-noise knipoogt en pas halfweg eindelijk vorm krijgt. Eventjes dan, want na een paar zanglijnen gaan de heren gitaar, bas en drums als een ratelende ritmejam inzetten om effectief het geluid van een locomotief te imiteren. En alsof dat nog niet abstract genoeg is, blijft het afsluitende Venus dertien minuten hangen in een soort amorfe herrie.

Misschien toch even nuanceren, als bovenstaande wat afschrikt. Want we zijn duidelijk begonnen met de vermelding “Sonic Youth”. Wat wil zeggen dat dit album vaak en lang uitglijdt, maar tegelijkertijd ook krachtige gitaarmuziek bevat van een erg hoog technisch niveau en grotendeels vasthoudt aan een melodieuze esthetiek. Ja, je kan hier heel de rit van genieten en nee, je hoeft geen angst te hebben voor furieuze metaltoestanden. Dit is gewoon rockmuziek next level. En een plaat die alweer de grenzen verlegt. Of kent Thurston Moore helemaal geen grenzen?

22 september 2020
Johan Giglot