The Vacant Lots - Interiors

Fuzz Club Records

Interiors

De zwart-witte, strak gestileerde hoezen kunnen we maar met moeite uit elkaar houden, maar in de muziek van The Vacant Lots is er gelukkig meer plaats voor evolutie en variatie. Op het vijfde album lijken ze de uitgebeende, kille sound van de beginjaren weer meer achter zich te laten en op te schuiven naar een gevulder, melodieuzer en soms zelfs warmer geluid.

Hoewel The Vacant Lots vooral bekend zijn als postpunk-/elektroduo, had oprichter Jared Artaud vijftien jaar geleden iets heel anders in gedachten. Begeesterd door de alternatieve muziekscenes die elkaar sinds de jaren zestig opvolgden in New York, droomde hij eerder van een volwaardige gitaarband die in de voetsporen moest treden van The Stooges, Velvet Underground en Television. De zoektocht naar muzikale medestanders leverde jammer genoeg alleen een piepjonge drummer op (Brian MacDadyen) zodat TVL noodgedwongen een duo werd en bleef.

Echo’s van die psychedelische garagerock, protopunk en no wave weerklonken nog nadrukkelijk in het oudere werk. Het was dan ook geen wonder dat The Vacant Lots als voorprogramma van onder meer The Black Angels, Spacemen 3, The Brian Jonestown Massacre, The Dandy Warhols en Black Rebel Motorcycle Club de wereld mochten rondreizen. Gaandeweg werd ook elektronische muziek een steeds belangrijker onderdeel van hun geluid. Artaud werd zelfs goede maatjes met wijlen Alan Vega van synthpunklegende Suicide, van wie hij inmiddels ook de archieven (mee) mag beheren.

Tijdens de promopraatjes verklapte Artaud – die ook actief is als dichter – dat de teksten van de acht nieuwe songs nauw met elkaar verweven zijn en voortdurend verwijzen naar elkaar. ‘Interiors’ is naar eigen zeggen ook de donkerste plaat die het tweetal tot nu toe heeft gemaakt. Dat gaat zeker op voor de teksten, maar niettegenstaande de lijzige zang vandaag nog steeds klinkt alsof hij werd opgenomen in een diepe, donkere kelder, houden we het wat de muziek en de sfeer betreft liever op "overwegend grijs met hier en daar een mooie opklaring".

Op dit vijfde album klinken Artaud en MacFadyen ook Europeser dan op de vorige vier. De bezwerende, slepende afsluiter Damaged Goods (waarin alle tekstuele lijntjes, die in de voorgaande songs werden uitgezet, weer samenkomen), doet nog een beetje denken aan de beginjaren, maar nummers als Paradise, Scars en Endgame liggen meer in de lijn van Depeche Mode of New Order. Nog andere songs, zoals Evacuation, roepen herinneringen op aan minder bekende dance-/rock-hybrides als Section 25 of The Danse Society. Eén keer, bij het eerder middelmatige Destruction, noteerden we zelfs de naam Pet Shop Boys; op zich hebben we daar geen probleem mee, maar hier steekt het toch enigszins af tegen de rest van de plaat.

Desondanks leveren The Vacant Lots weer een zeer goede plaat af, met een dik half uur dansmuziek voor de club en voor de hoofdtelefoon. Kortom, een aanrader voor al wie – in gedachten althans – nog eens een nachtje wil vertoeven in zo’n donkere, bedompte postpunkdiscotheek vol doemdenkers uit de jaren tachtig, maar tegelijk hoopt dat ‘s morgens, als het feest gedaan is, de zon toch weer is opgekomen.

2 november 2023
Marc Goossens