The Third Sound - Most Perfect Solitude
Fuzz Club Records
Introductie: The Third Sound is het stokpaardje van Hákon Aðalsteinsson, gitarist bij The Brian Jonestown Massacre. Jaja, dat zooitje uit Australië dat dit jaar noodgedwongen is opgeheven doordat zanger Anton Newcombe gitarist Ryan van Kriedt in elkaar timmerde op het podium. Geen probleem voor deze virtuoos van wie we de achternaam niet kunnen uitspreken. Iemand die wel houdt van een stevige portie fuzzy, shoegazerachtige, psychedelische gitaren. Het gaf natuurlijk meer ruimte voor deze zesde plaat van het eigen bandje, waar in de nieuwe bezetting twee Belgen mee aan boord kropen. Naast de bezige, ronkende shoegazer bij zijn andere band Golden Hours (met leden uit Gang Of Four en The Fuzztones).
We hebben van nature uit wel een boontje voor die jaren-negentig-badkamersound vol galm, meanderende gitaren en holle zang. Voor die knipogen naar The Jesus And Mary Chain, House Of Love of My Bloody Valentine. Op de momenten dat die laatste niet de distortionpedalen door de vloer probeert te stampen dan. De Creation-jaren, zeg maar. Enkel zet Hákon onder die melodieuze gitaar- en synthgloed en diep galmende drums een typerende zware reverb baritonstem, die deze muziek nog extra zwartgalligheid geeft. Kwestie van niet te vergeten naar de punten van je schoenen te kijken.
Enkel klemt dat schoentje een klein beetje. Want we vinden deze The Third Sound-release een plaat met een heerlijk lome en doordringende sound, maar één die ook op een pijnlijke manier aantoont dat de frontman beter in het snaar- of productiewerk is dan in het zingen. Want wat bij een gelukkig niet al te lange song als Catch Fire gebeurt met ronduit valse en wankele zangtonen... Het is natuurlijk ook een kernmerk, een stem die telkens net onder de toon zingt. Alleen niet echt ons favoriete kenmerk.
Maar kom, gelukkig is daar die galm en gloed, die in stevigere nummers als Shooting Star uitgroeien tot psychedelische noise en die dan ook smeken om volledige overgave aan een stevig volume. Heerlijk hoe het hoog solerend tremelogitaartje doorheen de massieve wall of sound tracht te breken. En er zijn ook nog songs met een eenvoudige, akoestisch gestoelde, repetitieve melodie die je meteen kan smaken. Of lekkere ronkers zoals Wasteland, aangevuurd door een motor van in het rood grollende versterkers en een steeds opnieuw hakkende gitaargroove. Als we één nummer van deze plaat mogen aanraden, is het ongetwijfeld deze.
En dan ga je met liefde voor de bijl. Voor een band die de meest perfecte eenzaamheid tracht te benaderen en niet aarzelt om daarbij al eens een steek te laten vallen. En voor een plaat die eenzaamheid tracht te sussen met schoonheid. Meer dan geschikt voor liefhebbers van die Creation-hoogdagen dus!