The Strumbellas - Hope

Universal Music Group

In eigen land (Canada) zijn ze al doorgebroken met hun vorige, Juno award-winnende album ‘We Still Move On Dancefloors’. Nu moet Europa voor de bijl van The Strumbellas.

Hope



Het is single Spirits die de boel definitief openbrak voor het zestal uit Toronto. Het zomerse liedje werd massaal gestreamd (meer dan tweeëndertig miljoen keer op Spotify alleen) en gedeeld en nu ook Studio Brussel het oppikte als Hotshot zal er geen houden meer aan zijn.

Spirits is dan ook een nummer dat de belofte van zomer in zich draagt. En daar kijken we met zijn alleen reikhalzend naar uit na een doornatte juni. Ook heeft de tekst de diepgang van een aak en de zonnige folkmelodie en steeds weer terugkerende crescendo’s maken het tot een onvermijdbare oorwurm.

De grootste verdienste van The Strumbellas is trouwens dat de plaat vol staat met dit soort van liedjes zonder dat ze echt in herhaling vallen. Ze herinneren ons aan het okselfrisse geluid dat Geppetto And The Whales tentoon spreidden op singles als Juno en Rufus voor ze een meer intellectuele koers gingen varen.

Maar toch is er iets dat wringt op deze zomerplaat. De vrolijk meezingbare huppelmelodietjes, handclaps en hey hey hey’s staan in schril contrast met de vaak donkere teksten zoals in Shovels & Dirt waarin Simon Ward zingt: “I got a head full of darkness and darkness is good / Cause if we all die young then we don't get hurt.” Weinig hoopvol lijkt ons, al is dit wel het beste nummer van de plaat.

Het woord hoop komt wel terug in vier van de elf liedjes (We Don’t Know, Wars, The Hired Band, Young & Wild) en mag dan ook de lading dekken als albumtitel, maar wij krijgen toch de indruk dat Ward en co. meer op zoek zijn naar hoop dan dat ze die al gevonden hebben. Is het vergezocht om te denken dat ze met opzet vrolijke melodietjes schrijven om zichzelf moed in te zingen?

Dat doen ze nu al drie albums lang en het grootste verschil met het vroegere werk is dat de banjo naar de achtergrond is verdrongen. Alleen in het eerder genoemde Shovels & Dirt is ze aanwezig en dan alleen nog maar in de tekst “I put a banjo up into the sky / It keeps us moving”, een lijn die nog maar eens aantoont hoe de band zichzelf oppept.

Andere, essentiële songs op het album zijn The Hired Band met een mooie, warme koperpartij van Richard Underhill en William Sperandei en het hartverscheurende I Still Make Her Cry waarin Jason Sniderman ontroert met zijn pianospel.

‘Hope’ is dus een ogenschijnlijk zonnige plaat, maar ze heeft zeker ook een schaduwkant. En dat maakt ze interessant. Of ze een lange houdbaarheidsdatum heeft, zal de toekomst uitwijzen.

11 juli 2016
Marc Alenus